Gebruiker:Mike1023/Kladblok: verschil tussen versies
Regel 87: | Regel 87: | ||
===In Antwerpen=== |
===In Antwerpen=== |
||
+ | Onder partijvoorzitter Staf Declercq maakte de Frontpartij een ruk naar rechts. De partij begon openlijk het fascisme aan te hangen. Veel linkse en gematigde leden stapten toen over naar de [[Belgische Werkliedenpartij]] (BWP), de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]] en de [[Katholieke Partij (België)|Katholieke Partij]]. In 1933 richtte hij echter een nieuwe partij op; het [[Vlaamsch Nationaal Verbond]] (VNV). De VNV wist tijdens de verkiezingen van 1936 grote winst te maken. De Frontpartij verloor al haar zetels in het Belgisch parlement. Hierna was de Frontpartij alleen nog in de stad [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] actief, waar het deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen. |
||
+ | |||
+ | De Frontpartij en VNV zetten samen met een lijst (kartel) op. Ook werkten de partijen intensief samen. De Frontpartij verloor steeds meer aanhang, aangezien de laatste leden overstapten naar de VNV. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 verloor de partij ook haar laatste zetels in de gemeenteraad van Antwerpen. Het laatste teken van leven van de partij kwam uit 1939, toen zij opriep om voor het VNV te stemmen. |
||
===Ontbinding=== |
===Ontbinding=== |
Versie van 18 mei 2024 12:13
Het Vlaamsche Front | |
Oprichting | 1919 |
Opheffing | 1939 |
Actief in | België |
Richting | Centrumlinks (aanvankelijk) Extreemrechts (later) |
Stroming | Vlaams-nationalisme Socialisme (aanvankelijk) Fascisme (later) |
Opgegaan in | Vlaamsch Nationaal Verbond (grotendeels) |
Afsplitsing(en) | Verdinaso |
Portaal Politiek |
Het Vlaamsche Front of de Frontpartij was een Vlaamse politieke partij die tussen 1919 en 1939 bestond. De partij stond ook bekend onder de namen Partij Vlaams-Nationalisten (PVN) en Volkspartij Vlaams Front.
Geschiedenis
Ontstaan
De geschiedenis van de Vlaamse Beweging gaat terug tot de 19e eeuw. Het Frans was oorspronkelijk de enige officiële taal van België, terwijl een groot deel van het land Nederlands als moedertaal sprak. In 1898 werd uiteindelijk de Gelijkheidswet aangenomen, waardoor Frans en Nederlands allebei als officiële talen erkend werden. Toch was het Frans de voertaal binnen veel overheidsorganisaties, waaronder het leger. Van Franstalige Belgen kon namelijk niet geëist worden dat zij Nederlands leerden. Vlamingen leerden op school echter wel Frans, maar lang niet alle Vlamingen spraken het Frans even goed.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog viel Duitsland België binnen. De Duitse regering wilde België ontwrichten door middel van de Flamenpolitik. Veel aanhangers van de Vlaamse Beweging voelden zich achtergesteld en wilden zelfbestuur voor Vlaanderen. Tijdens de oorlog werd dit verergerd. Veel Vlaamse soldaten in het Belgisch leger spraken geen Frans, terwijl de legerleiding grotendeels Franstalig was. Hierdoor konden zij bevelen niet verstaan, wat dodelijke gevolgen kon hebben. Het Duitse leger speelde hierop in door de bezette Vlaamse gebieden zelfbestuur te geven. Dit leidde tot een breuk in de Vlaamse Beweging: Een klein gedeelte werkte samen met de Duitse bezetter, terwijl het grootste gedeelte de Belgische staat trouw bleef.
In de oorlog ontstond de Frontbeweging. Deze beweging bestond uit Vlaamse intellectuelen die de Belgische staat trouw waren. Zij zagen de taalproblemen in het leger en verzetten zich tegen het Franstalige beleid. Daarnaast wilden veel van hen meer zelfbestuur voor Vlaanderen. Ook moesten de taalproblemen beter worden opgelost. Uit deze Frontbeweging is vervolgens de Frontpartij ontstaan. Het idee van de Frontpartij was om de Vlaamse Beweging politiek te maken. Het Vlaamsche Front moest alle leden van de Vlaamse Beweging in één partij verbinden. Op deze manier wilde men meer zelfbestuur voor Vlaanderen creëren en de taalproblemen oplossen.
Groei
Na de verkiezingen van 1919 wist de Frontpartij 5 zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers te winnen. De partij had vooral aanhang in de provincies Brabant, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. De leiders van de partij kwamen voornamelijk uit Leuven en Gent. De partij had buiten het Vlaams-nationalisme niet echt een ideologie. Toch kon de Frontpartij in de beginjaren als centrumlinks gezien worden. In partij waren namelijk Vlaamsgezinde socialisten actief. Toch had de partij ook een sterke katholieke identiteit. In Aalst werkte de partij ook samen met de "daenisten" van de Christene Volkspartij (christendemocraten).
De groei van de partij werd veroorzaakt door de reactie van de Belgische staat op het Vlaams-nationalisme. Enkele leden van de Vlaamse Beweging hadden tijdens de oorlog samengewerkt met de Duitse bezetter. Koning Albert I zag het zelfs als zijn taak om het Vlaams-nationalisme te bedrukken. Collaborateurs (zoals August Borms) werden gearresteerd. Borms werd zelfs ter dood veroordeeld, hoewel dit nooit uitgevoerd is. In 1928 werd hij zelfs verkozen tot het parlement.
In 1921 verloor de partij één zetel in de Kamer. De partij won weliswaar stemmen, maar dit kwam eerder doordat in alle kiesdistricten nu lijsten waren. Toch won de partij tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1921 en 1926. De partij won tijdens verkiezingen van 1925 twee zetels in de Kamer, waardoor deze nu op 6 zetels uitkwam. In het parlement waren de politici van de Frontpartij vaak afwezig. Dit deden zij bewust uit protest tegen taalwetgeving en de weigering voor het zelfbestuur voor Vlaanderen. Desondanks waren zij ook afwezig tijdens de stemming van belangrijke wetten, zoals de nieuwe taalwet voor het leger en de vrijlating van collaborateurs. Ook was de Frontpartij niet echt een "taalpartij". In het parlement hielden de leden zich vooral bezig met de problemen in hun eigen streek. Daarnaast maakten politici van de partij vaak gebruik van propaganda die zich tegen het Belgisch bestuur richtte. Hierdoor begon de partij langzamerhand radicaler en rechtser te worden.
Hoogtepunt
In 1929 behaalde de Frontpartij 11 zetels in de Kamer en 4 zetels in de Senaat. Een van de belangrijkste politici van de partij, Joris Van Severen, verloor echter zijn zetel in 1928. Van Severen werd een aanhanger van het fascisme. Hij steunde de ideeën van Charles Maurras en Benito Mussolini. Ook zette hij zijn eigen krant op (Jong Dietschland) met als doel om de Vlamingen en Nederlanders in één land te verbinden (grootneerlandisme). Hoewel Van Severen was steun won van Frontpartijleden, wist hij de meerderheid niet te overtuigen. Hij werd ook het bestuur van de partij gezet en splitste zich uiteindelijk af. Van Severen richtte hierna de fascistische partij Verdinaso op in 1931.
Op het hoogtepunt begon de Frontpartij verdeeld te raken. De partij werd oorspronkelijk centraal bestuurd, maar begon te versplinteren. Enkele leden begonnen ook te radicaliseren. Zij begonnen extreemrechtse denkbeelden aan te hangen. Veel politici van de partij namen deze beelden over, waaronder Staf Declercq. Hierdoor begon de Frontpartij steeds rechtser te worden. Dit werd verergerd door de Grote Depressie (een diepe economische crisis). De Frontpartij verloor de steun van boeren en arbeiders. Ook weigerde de Christene Volkspartij uit Aalst met de Frontpartij samen te werken.
Tijdens de verkiezingen van 1932 verloor de partij veel stemmen. Dit kwam deels door de radicalisering en deels door de concurrentie van Verdinaso. In de Kamer verloor de Frontpartij drie zetels en behield 8 zetels. In de Senaat verloor de partij 3 zetels en hield er nog eentje over.
In Antwerpen
Onder partijvoorzitter Staf Declercq maakte de Frontpartij een ruk naar rechts. De partij begon openlijk het fascisme aan te hangen. Veel linkse en gematigde leden stapten toen over naar de Belgische Werkliedenpartij (BWP), de Liberale Partij en de Katholieke Partij. In 1933 richtte hij echter een nieuwe partij op; het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De VNV wist tijdens de verkiezingen van 1936 grote winst te maken. De Frontpartij verloor al haar zetels in het Belgisch parlement. Hierna was de Frontpartij alleen nog in de stad Antwerpen actief, waar het deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen.
De Frontpartij en VNV zetten samen met een lijst (kartel) op. Ook werkten de partijen intensief samen. De Frontpartij verloor steeds meer aanhang, aangezien de laatste leden overstapten naar de VNV. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 verloor de partij ook haar laatste zetels in de gemeenteraad van Antwerpen. Het laatste teken van leven van de partij kwam uit 1939, toen zij opriep om voor het VNV te stemmen.
Ontbinding
Verkiezingsuitslagen
De partij was tot 1936 in het Belgisch parlement vertegenwoordigd. Tijdens de verkiezingen van 1936 verloor de partij haar zetels. Hierna was de partij alleen nog in de stad Antwerpen actief. De partij ging ook samenwerken met het Vlaamsch Nationaal Verbond.
Jaar | Partijvoorzitter | Kamer | Senaat | ||
---|---|---|---|---|---|
Zetels | -/+ | Zetels | -/+ | ||
1919 | Onbekend | 5/186 |
+5 | Geen deelname | |
1921 | Onbekend | 4/186 |
-1 | 0/93 |
0 |
1925 | Onbekend | 6/187 |
+2 | 0/93 |
0 |
1929 | Onbekend | 11/187 |
+5 | 3/93 |
+3 |
1932 | Onbekend | 8/187 |
-3 | 1/93 |
-2 |
Bronnen
- De Wever, Bruno (1994). Greep naar de macht: Vlaams-nationalisme en Nieuw Orde. Het VNV 1933-1945.