Nationale Conventie: verschil tussen versies
Regel 49: | Regel 49: | ||
==Verloop== | ==Verloop== | ||
===Girondijnse periode=== | ===Girondijnse periode=== | ||
+ | [[File:ExaminationLouistheLast.jpg|right|300px|thumb|De rechtszaak tegen Lodewijk XVI]] | ||
Na de [[Slag bij Valmy]] werd de republiek uitgeroepen. Enkele dagen daarna werd besloten dat Frankrijk "één onverdeelbaar land" was. Hierdoor werd het onmogelijk om van Frankrijk een [[federatie]] te maken. De Nationale Conventie had twee grote beslissingen te maken; een nieuwe grondwet en wat er met koning Lodewijk XVI moest gebeuren. De Girondijnen en Montagnards waren het hierover niet eens. | Na de [[Slag bij Valmy]] werd de republiek uitgeroepen. Enkele dagen daarna werd besloten dat Frankrijk "één onverdeelbaar land" was. Hierdoor werd het onmogelijk om van Frankrijk een [[federatie]] te maken. De Nationale Conventie had twee grote beslissingen te maken; een nieuwe grondwet en wat er met koning Lodewijk XVI moest gebeuren. De Girondijnen en Montagnards waren het hierover niet eens. | ||
De eerste beslissing die genomen werd ging over het lot van de koning. De Montagnards wilden de koning berechten en onthoofden. Op deze manier wilden ze voorkomen dat Lodewijk XVI opnieuw aan de macht zou komen of in het buitenland steun zou winnen. De Girondijnen wilden juist dat de koning een lagere straf kreeg (bijvoorbeeld een gevangenisstraf) of naar het buitenland gestuurd werd. De mening veranderde echter op 20 november 1792. In het paleis van Lodewijk XVI werd namelijk een kist met 726 geheime documenten gevonden. Dit waren vooral brieven tussen de koning en zijn voorstanders, maar ook bankiers en mensen die de revolutie steunden. Het grootste gedeelte van de Nationale Conventie begon de koning niet meer te vertrouwen en op 10 december begon de rechtszaak tegen Lodewijk XVI. | De eerste beslissing die genomen werd ging over het lot van de koning. De Montagnards wilden de koning berechten en onthoofden. Op deze manier wilden ze voorkomen dat Lodewijk XVI opnieuw aan de macht zou komen of in het buitenland steun zou winnen. De Girondijnen wilden juist dat de koning een lagere straf kreeg (bijvoorbeeld een gevangenisstraf) of naar het buitenland gestuurd werd. De mening veranderde echter op 20 november 1792. In het paleis van Lodewijk XVI werd namelijk een kist met 726 geheime documenten gevonden. Dit waren vooral brieven tussen de koning en zijn voorstanders, maar ook bankiers en mensen die de revolutie steunden. Het grootste gedeelte van de Nationale Conventie begon de koning niet meer te vertrouwen en op 10 december begon de rechtszaak tegen Lodewijk XVI. | ||
− | + | [[File:La_chute_des_Girondins.jpg|left|300px|thumb|De val van de Girondijnen]] | |
Tijdens de rechtszaak bekende Lodewijk XVI dat de geheime documenten van hem waren. De Girondijnen hoopten dat er een [[referendum]] werd gehouden, maar dit kwam er niet. In plaats daarvan mochten de leden van de Nationale Conventie stemmen over het lot van de koning. Een meerderheid stemde toen voor de executie van de koning. Naast de Montagnards stemde ook ongeveer de helft van de Girondijnen voor. Op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI onthoofd op de [[Place de la Concorde]] (toen Place de la Révolution). | Tijdens de rechtszaak bekende Lodewijk XVI dat de geheime documenten van hem waren. De Girondijnen hoopten dat er een [[referendum]] werd gehouden, maar dit kwam er niet. In plaats daarvan mochten de leden van de Nationale Conventie stemmen over het lot van de koning. Een meerderheid stemde toen voor de executie van de koning. Naast de Montagnards stemde ook ongeveer de helft van de Girondijnen voor. Op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI onthoofd op de [[Place de la Concorde]] (toen Place de la Révolution). | ||
Versie van 7 apr 2023 21:59
![]() |
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
![]() |
Dit artikel is nog niet af. |

De Nationale Conventie was de periode in de Franse geschiedenis tussen 21 september 1792 en 26 oktober 1795. Deze periode was onderdeel van de Franse Revolutie. De Nationale Conventie was in deze periode het parlement van de Eerste Franse Republiek. Dit parlement ontstond toen Frankrijk de monarchie afschafte in 1792. In 1795 werd de Nationale Conventie vervangen door de Directoire. Tegenwoordig wordt de gehele periode tussen 1792 en 1795 aangeduid als "de Nationale Conventie".
Het parlement had twee belangrijke taken. Als eerste moest er een grondwet komen. Het parlement was echter erg verdeeld tussen drie verschillende groepen. Als tweede moest er besloten wat er met koning Lodewijk XVI moest gebeuren. De koning en zijn vrouw werd uiteindelijk in 1793 onthoofd door middel van de guillotine. De Nationale Conventie had echter veel problemen. In juli 1973 kregen de jakobijnen onder Robespierre de macht. Zij voerden een schrikbewind uit, wat La Terreur genoemd wordt. In deze periode werden veel tegenstanders van Robespierre (maar ook veel onschuldige mensen) onthoofd. In 1794 werd Robespierre zelf onthoofd, waardoor een einde aan de Terreur kwam. In 1795 werd de grondwet veranderd, waardoor de macht nu in handen kwam van de Directoire. Dit betekende het einde van de Nationale Conventie.
Voorgeschiedenis
Toen de Franse Revolutie in 1789 uitbrak, werd de macht van de koning beperkt. In 1791 werd Frankrijk een constitutionele monarchie, waarin de macht bij de regering en het parlement lag. Koning Lodewijk XVI verloor hierdoor het grootste gedeelte van zijn macht. De koning was hier niet blij mee en vreesde ook dat hij zou worden afgezet. Ook was hij bang voor de revolutionairen. Enkele maanden later deed hij een poging om naar Oostenrijk te vluchten, maar werd onderweg ontdekt en opgepakt. Hierna werd hij in zijn paleis opgesloten en ontstond een discussie over de monarchie.
Ondertussen voerde Frankrijk oorlog met Oostenrijk en Pruisen. Oostenrijk en Pruisen waren bang dat de revolutie zou overslaan naar hun landen. Dit leidde tot spanningen en uiteindelijk tot oorlog. Een Duitse vorst wilde de Franse koninklijke familie beschermen. Hij dreigde met geweld tegen het Franse volk als hun iets slechts zou overkomen. Dit leidde tot enorm veel woede in Parijs en het koninklijk paleis werd bestormd. Op 20 september 1792 kwam de Nationale Conventie voor het eerst bijeen; een dag later werd besloten om de koning af te zetten en de monarchie af te schaffen. Hierdoor ontstond de Eerste Franse Republiek.
De Nationale Conventie werd het nieuwe parlement van dit land. Hierdoor was de Nationale Conventie een vervanging van de Wetgevende Vergadering, die tijdens de Franse Revolutie ontstond.
Hoe werkte het?
Verkiezingen

Voor de Nationale Conventie werden tussen 2 en 10 september 1792 verkiezingen gehouden. In Frankrijk was er toen algemeen kiesrecht voor alle mannen. Dit betekent dat alle mannen boven een bepaalde leeftijd konden stemmen. Toch was de opkomst bij de verkiezingen erg laag. Dit had o.a. te maken met Robespierre die verkiezingen in Parijs regelde. Robespierre wist alle voorstanders van de monarchie te verbieden om zich verkiesbaar te stellen. Veel mensen durfden daarom niet te stemmen, aangezien ze bang waren dat dit nare gevolgen voor hen zou hebben. Eerder waren er al in 1791 verkiezingen gehouden. Het grootste gedeelte van de kandidaten werd herkozen.
In de Nationale Conventie zaten leden van allerlei standen van de maatschappij. De meeste leden waren echter advocaten. In totaal waren er 786 leden. Hiervan vertegenwoordigden 33 leden de Franse koloniën. Deze leden kwamen overigens niet van de koloniën zelf, maar uit Parijs. Thomas Paine en Anacharsis Cloots waren de enige twee leden die niet uit Frankrijk kwamen.
De Nationale Conventie zat eerst in de Salle du Managé. Deze zaal was echter niet geschikt voor vergaderingen, aangezien het geluid erg weerkaatste. Hierdoor verhuisde de Nationale Conventie uiteindelijk naar de Salle des Machines. Dit was een gigantische zaal in het Tuilerieënpaleis.
Samenstellingen
De Nationale Conventie had geen politieke partijen, zoals veel parlementen tegenwoordig het geval is. Alle leden waren onafhankelijk. Dit betekent dat ze niet tot een politieke partij hoorden. Toch was het parlement verdeeld in drie grote groepen. Deze grote groepen waren meer verzamelnamen voor leden met ongeveer dezelfde ideologie. Hierdoor zijn historici het ook niet helemaal eens over bepaalde leden tot welke groep zij behoorden.
De drie grote groepen waren:
Naam | Politieke ideologie | Aantal leden |
Samenstelling | |
---|---|---|---|---|
Montagnards | Zij waren een linkse groep die van Frankrijk een centraal bestuurde staat wilden maken. De overheid moest een grote rol spelen in de economie. Ook waren vrij radicaal en vóór de afschaffing van de slavernij. | 302 | ![]() | |
Vermoedelijke leden | 7 | |||
Girondijnen of Brissotins | Zij waren een liberale groep van Frankrijk een federatie wilden maken. Ook wilden zij juist de overheid een kleine rol zou spelen in de economie. Daarnaast waren zij ook voor het afschaffen van de slavernij. | 178 | ||
Vermoedelijke leden | 49 | |||
Plaine of Marais | Deze groep leden zat juist in het centrum. Zij werkten zowel samen met de Girondijnen als de Montagnards. Zij hadden standpunten die zowel overeenkwamen met de Girondijnen als de Montagnards. | 153 | ||
Vermoedelijke leden | 97 | |||
Totaal | 786 |
Verloop
Girondijnse periode
Na de Slag bij Valmy werd de republiek uitgeroepen. Enkele dagen daarna werd besloten dat Frankrijk "één onverdeelbaar land" was. Hierdoor werd het onmogelijk om van Frankrijk een federatie te maken. De Nationale Conventie had twee grote beslissingen te maken; een nieuwe grondwet en wat er met koning Lodewijk XVI moest gebeuren. De Girondijnen en Montagnards waren het hierover niet eens.
De eerste beslissing die genomen werd ging over het lot van de koning. De Montagnards wilden de koning berechten en onthoofden. Op deze manier wilden ze voorkomen dat Lodewijk XVI opnieuw aan de macht zou komen of in het buitenland steun zou winnen. De Girondijnen wilden juist dat de koning een lagere straf kreeg (bijvoorbeeld een gevangenisstraf) of naar het buitenland gestuurd werd. De mening veranderde echter op 20 november 1792. In het paleis van Lodewijk XVI werd namelijk een kist met 726 geheime documenten gevonden. Dit waren vooral brieven tussen de koning en zijn voorstanders, maar ook bankiers en mensen die de revolutie steunden. Het grootste gedeelte van de Nationale Conventie begon de koning niet meer te vertrouwen en op 10 december begon de rechtszaak tegen Lodewijk XVI.
Tijdens de rechtszaak bekende Lodewijk XVI dat de geheime documenten van hem waren. De Girondijnen hoopten dat er een referendum werd gehouden, maar dit kwam er niet. In plaats daarvan mochten de leden van de Nationale Conventie stemmen over het lot van de koning. Een meerderheid stemde toen voor de executie van de koning. Naast de Montagnards stemde ook ongeveer de helft van de Girondijnen voor. Op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI onthoofd op de Place de la Concorde (toen Place de la Révolution).
De Girondijnen hadden in het begin de macht in handen in de Nationale Conventie. Na de onthoofding van Lodewijk XVI kwamen zij in een crisis terecht. Zij begonnen de Montagnards aan te vallen en geloofden dat zij een bloedige dictatuur wilden. De Montagnards beschuldigden de Girondijnen er juist van dat ze wilden samen met de voorstanders van de monarchie. Een aantal Girondijnen begonnen zich ook af te keren van hun groep. De Girondijnen kozen de royalisten (voorstanders van de monarchie) als hun bondgenoten. De Montagnards kozen echter de sansculotten als hun bondgenoten.
De sansculotten waren groepen arbeiders die erg radicaal waren en de hogere klassen haatten. Hij werden vooral gesteund door Jean-Paul Marat. De sansculotten kregen steeds meer invloed over de Nationale Conventie. Ondertussen werd het steeds onrustiger in Frankrijk. Er waren opstanden van voorstanders van de monarchie en van sansculotten. Uiteindelijk werden een aantal sansculotten gearresteerd, waaronder Marat. De sansculotten eisten dat zij werden vrijgelaten, maar de Nationale Conventie weigerde dit. Op 26 mei 1793 besloten de sansculotten daarom in opstand te komen tegen de Nationale Conventie.