Place de la Concorde
De Place de la Concorde (Frans voor Eendrachtsplein) is het grootste plein in de Franse hoofdstad Parijs. Het plein is zo'n 7,5 hectare groot. Het ligt in het 8e arrondissement tussen de Jardin des Tuileries met het Louvre en het begin van de Champs-Élysées. Het plein ligt ook naast de Seine bij de Pont de la Concorde. Het is een groot verkeersknooppunt. Op het midden staan een obelisk (de Naald van Cleopatra) en twee fonteinen. Deze obelisk dient als een soort van zonnewijzer.
Het plein heette oorspronkelijk Place Louis XV naar koning Lodewijk XV. Tijdens de Franse Revolutie werd het plein hernoemd naar het Place de la Révolution (Plein van de Revolutie). Op het plein werden veel tegenstanders van de revolutie onthoofd waaronder koning Lodewijk XVI, Marie-Antoinette en later ook Robespierre. Later werd de naam een aantal veranderd, maar sinds 1830 heet het de Place de la Concorde. Sinds 1853 ziet het plein er zo uit als tegenwoordig.
Geschiedenis
Het plein werd ontworpen in 1752. Het plein heet de Place Louis XV naar koning Lodewijk XV. Op het plein stond toentertijd namelijk een groot standbeeld van Lodewijk XV. De koning was net hersteld van een ziekte toen het plein aangelegd werd. In 1772 werd het plein helemaal afgebouwd. Het plein had toen een achthoekige vorm met verschillende bruggetjes met slootjes. Naast het ruiterstandbeeld van Lodewijk XV stonden er nog vier kleinere bronzen standbeelden.
Tijdens de Franse Revolutie speelde het plein een grote rol. Verschillende gevechten vonden plaats op het plein. Uiteindelijk het plein zelfs hernoemd naar de Place de la Révolution. In 1792 werd het ruiterstandbeeld weggehaald en vervangen door een nieuw standbeeld voor de vrijheid. Op 21 januari 1793 werd koning Lodewijk XVI onthoofd op het plein; een halfjaar later volgde zijn vrouw Marie Antoinette. Tijdens La Terreur vonden heel veel onthoofdingen plaats op het plein; maar liefst 1.119. Bekende onthoofdingen waren die van Charlotte Corday (de moordenares van Jean-Paul Marat), Antoine Lavosier, Georges Danton en uiteindelijk ook Robespierre zelf. De laatste onthoofdingen vonden plaats in mei 1795.
In 1795 werd de naam van het plein veranderd in de Place de la Concorde. In 1814 werd plein weer terug vernoemd naar de Place Louis XV, in 1826 de Place Louis XVI (naar de onthoofde koning Lodewijk XVI) en uiteindelijk in 1830 weer terug naar de Place de la Concorde. Tussen 1832 en 1838 werd plein opnieuw verbouwd en kreeg het zijn huidige uiterlijk. Op de plaats waar ooit het ruiterstandbeeld stond kwam de obelisk te staan. Deze werd door Egypte aan Frankrijk gegeven. In 1853 verdwenen uiteindelijk ook de sloten en bruggetjes.
Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1900 werden veel gebouwen rondom het plein gebouwd, waaronder het Grand Palais en het Petit Palais. Sinds de Eerste Wereldoorlog vinden er ook veel evenementen plaats op het plein, waaronder militaire parades en nationale vieringen.
Obelisk
Op het midden van de Place de la Concorde staat een grote obelisk. Deze obelisk heet de Naald van Cleopatra. Oorspronkelijk stond de obelisk voor de Luxortempel in Egypte. De obelisk is daarom ook erg oud; de obelisk werd gemaakt in 1450 v.Chr. Eigenlijk zijn er drie naalden van Cleopatra. In de 19e eeuw werden deze drie obelisken geschonken aan Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Eén obelisk staat in New York City, eentje in Londen en eentje in Parijs. Het vervoeren van de obelisk van Egypte naar Parijs was een gedoe. Er waren geen machines en de Nijl stond ook nog laag. Bij het ophijsen in 1836 waren 200.000 mensen nodig. Daarna duurde het nog jaren voordat de obelisk recht stond.
De naald van Cleopatra is iets meer dan 22 meter hoog en weegt 227 ton. Op de obelisk staan hiërogliefen van farao Ramses II. De obelisk had oorspronkelijk een piramidevormige top, maar deze was verdwenen in de 6e eeuw v.Chr. In 1998 besloot de Franse regering een nieuwe top op het monument te plaatsen. Deze top is gemaakt van goud en brons.
Fonteinen
Naast de obelisk staan twee fonteinen. Deze twee fonteinen worden samen de Fontaines de la Concorde genoemd en zijn ontworpen door Jacques Ignace Hittorff. De twee fonteinen hebben elk hun eigen thema:
- De noordelijke fontein heet de Fontaine des fleuves (fontein van de rivieren). Deze staat in het teken van de navigatie en handel van de Franse rivieren. Veel standbeelden en decoraties verwijzen naar de Rijn en de Rhône. De decoraties bestaan voornamelijk uit fruit, druiven, bloemen en graan.
- De zuidelijke fontein heet de Fontaine des Mers (fontein van de zeeën). Deze staat in het teken van de navigatie van de zeeën en oceanen. Veel standbeelden en decoraties verwijzen naar de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. De decoraties bestaan voornamelijk uit vissen, koraal, schelpen en parels.