Geschiedenis van Vlaanderen: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 20: Regel 20:
 
== Middeleeuwen ==
 
== Middeleeuwen ==
 
De maatschappij was tijdens de Middeleeuwen heel strikt georganiseerd. Op de laagste sociale sport stonden de lijfeigenen of laten. Zij waren verbonden met de grond waarop zij geboren waren en werkten in diens van de heer, die de grond bezat. Een stuk van deze grond hield de heer voor zichzelf, andere stukken gaf hij in pacht aan de boeren, die in ruil hiervoor een deel van de landbouwopbrengsten aan de heer moesten afstaan.
 
De maatschappij was tijdens de Middeleeuwen heel strikt georganiseerd. Op de laagste sociale sport stonden de lijfeigenen of laten. Zij waren verbonden met de grond waarop zij geboren waren en werkten in diens van de heer, die de grond bezat. Een stuk van deze grond hield de heer voor zichzelf, andere stukken gaf hij in pacht aan de boeren, die in ruil hiervoor een deel van de landbouwopbrengsten aan de heer moesten afstaan.
[[Bestand:Johann von Brabant Heidelberger Liederhandschrift.jpg|right|200px|Vlaanderen in de [[middeleeuwen]]]]
+
[[Bestand:Johann von Brabant Heidelberger Liederhandschrift.jpg|right|thumb|200px|Vlaanderen in de [[middeleeuwen]]]]
 
Op de eigen grond van de heer moesten lijfeigenen karweien verrichten en voor het gebruik van de molen of de bakoven van de heer moest worden betaald. Voor de rest hadden de heren weinig om handen. Hun favoriete bezigheden waren oorlog voeren met de naburige heren, steekspelen of toernooien organiseren en op jacht gaan. Onder invloed van de kerk ontstond ridderschap dat hooggestemede idealen nastreefde: de verdediging van het geloof, de bescherming van de armen en zwakken, en onvoorwaardelijke trouw aan God en de koning en de hoofse dienst aan de vrouwen.
 
Op de eigen grond van de heer moesten lijfeigenen karweien verrichten en voor het gebruik van de molen of de bakoven van de heer moest worden betaald. Voor de rest hadden de heren weinig om handen. Hun favoriete bezigheden waren oorlog voeren met de naburige heren, steekspelen of toernooien organiseren en op jacht gaan. Onder invloed van de kerk ontstond ridderschap dat hooggestemede idealen nastreefde: de verdediging van het geloof, de bescherming van de armen en zwakken, en onvoorwaardelijke trouw aan God en de koning en de hoofse dienst aan de vrouwen.
 
[[Categorie:Geschiedenis van België]]
 
[[Categorie:Geschiedenis van België]]

Versie van 15 jun 2016 18:27

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

Dit artikel gaat over de geschiedenis van Vlaanderen.

Vroegere tijd

De geschiedenis van Vlaanderen begint wanneer voor het eerst een graaf van Vlaanderen wordt vermeld, in 863.

Franken

Een standbeeld van Karel de Grote.

In 1942 werd in het huidige Luik een man geboren die later zou heersen over grote delen van het voormalige West-Romeinse Rijk. Ze noemden hem Karel en hij behoorde tot het volk van de Franken. Die waren lang daarvoor uit het oosten gekomen en hadden samen met andere 'barbaarse' stammen, het West-Romeinse Rijk ten val gebracht in 476. Deze Karel zou later Karel I, de Grote genoemd worden. Karel werd koning van de Franken in 768 en erfde een rijk dat zijn voorgangers gestadig hadden uitgebouwd. Op kerstdag van het jaar 800 werd hij door paus Leo III in Rome tot keizer gekroond. Het keizerrijk van Karel de Grote strekte zich uit over grote delen van het huidige West-Europa. Zijn hele leven lang zou Karel de Grote oorlog voeren om zijn rijk uit te breiden en te beschermen. Zo'n vijfenvijftig militaire expedities ondernam hij. Zijn legers vochten in Italië om te bezittingen van de paus te beschermen. Aan de grens met Spanje waar de moslims een constante bedreiging vormden en in de Duitse gebieden, tegen de opstandige Saksen.

Karel de Grote was een krachtige persoonlijkheid, een begaafd staatsman en organisator een ervaren militair en een fanatiek christen. Op bestuurlijk vlak koos Karel de Grote voor decentralisatie. Hij deelde zijn rijk op in afzonderlijke gouwen en graafschappen. Aan het hoofd van elke gouw stond een graaf. Bij aanvaarden van hun taak moesten deze graven hem trouw zweren en erkennen als hun opperste heer. Karel de Grote vaardige wetten uit die van kracht waren voor het hele grondgebied. Bovendien werd zijn reusachtig rijk onophoudelijk doorkruist door een soort reizende ambtenaren die gezonden waren door de heer ook wel zendgraven genoemd. Zij waren de ogen en oren van de keizer die bleef op deze manier uitstekend op de hoogte van wat er tot in de verste uithoeken van zijn rijk gebeurde. Deze staatsvorm was goed doordacht. Elk volk kon in een aparte gouw zijn eigenheid bewaren, terwijl alle gouwen samen onderworpen waren aan de wetten van de keizer.

De basis waarop het rijk van Karel de Grote rustte was het christelijke geloof. De paus van Rome bezat de geestelijke macht: hij was bevoegd voor geloofszaken en de organisatie van de kerk. De keizer, die door de paus was gekroond had de wereldlijke macht. Hij stond in voor de inrichting en verdediging van zijn rijk. Binnen dit uitgekiende systeem speelden kloosters en Abdijen een sleutelrol. Zij waren de bewaarders van alle menselijke kennis en wetenschap. Ze stonden ook in ziekenzorg en onderricht. Karel de Grote zelf kon lezen noch schrijven, maar hij vond onderwijs erg belangrijk.

Opvolging

Karel de Grote stierf in 814, na een regering van ruim 46 jaar. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk de Vrome. Die liet drie zonen na Lodewijk de Duitser, Karel de Kale en Lotharius. Na de dood van hun vader in 840 begonnen zij een bittere strijd om de macht. In 843 ondertekenden ze het verdrag van verdun, waarbij het keizerrijk in drie delen wordt gesplitst: West-Francia, Oost-Francia en het Middenrijk. West- en Oost-Francia knabbelden voortdurend grondgebied weg van het Middenrijk dat het in 880 helemaal veroverd was. Vanaf dat moment was continentaal West-Europa opgedeeld in twee grote gebieden. In het westelijke deel regeerde de Franse koning, in het oostelijke deel de Duitse keizer. De grens tussen beide rijken werd in Vlaanderen gevormd door de Schelde. Met de overeenkomst tussen de drie boers werd de basis gelegd voor een eeuwenlange tegenstelling en vijandschap tussen Frankrijk en het Duitse Rijk (tegenwoordig Duitsland).

de Noormannen

In de negende eeuw werd Europa geteisterd door invallen van de Noormannen, ook wel vikings genoemd. Zij kwamen uit het hoge noorden, het huidige Scandinavië zo gezegd. Ze zijn de geschiedenis ingegaan als onverschrokken zeelui en niets of niemand ontziende vechtersbazen. Nochtans hadden de vikings een rijke cultuur. Als bedreven zeevaarders zetten ze, eeuwen voor Columbus voet aan land op de Amerikaanse bodem en onderhielden ze handelsbetrekkingen et Rusland en Constantinopel. De Noormannen verschenen voor het eerst voor de Vlaamse kust rond 820, maar zij werden toen teruggeslagen. Vanaf 834 echter was er geen houden meer aan. Met hun platboomde snelle boten, drakkars of snekken genoemd voeren ze de Schelde, de Maas en de Rijn op.

Koning noch keizer bleken in staat om het Scandinavische geweld met succes te bestrijden. Het gebied dat zij moesten verdedigen was te uitgestrekt en hun gezag was te zwak. Daardoor droegen de invallen van de Noormannen mee bij tot het ontstaan van feodaliteit. Feodaliteit is een moeilijk woord en wordt steeds verbonden met twee andere moeilijke woorden: suzerein en vazal. De opperste suzerein of leenheer is de koning of de keizer. Wanneer dit niet langer in staat is om in te staan voor de verdediging en de organisatie van zijn grondgebied, doet hij een beroep op een vazal of leenman. Aan zo'n vazal staat de koning een bepaald gebied of leen af waarover de vazal de heerschappij krijgt. In dat gebied stelt de vazal de wetten, int hij belastingen en is hij verantwoordelijk voor de openbare orde en de verdediging tegen indringers en buitenaf. De overeenkomst tussen suzerein en vazal berust op een plechtige belofte van de vazal om zijn suzerein trouw te zijn en hem zo nodig hulp te snellen. Dit hele systeem wordt feodaliteit of leenstelsel genoemd. In het feodale systeem kon een vazal of leenman op zijn beurt optreden als suzerein of leenheer, wanneer hij een deel van zijn gebied ook weer afstond aan een leenman. Alle combinaties waren mogelijk. Men kon niet alleen tegelijk leenheer en leenman zijn, maar ook leenman van twee of meer lenen.

Middeleeuwen

De maatschappij was tijdens de Middeleeuwen heel strikt georganiseerd. Op de laagste sociale sport stonden de lijfeigenen of laten. Zij waren verbonden met de grond waarop zij geboren waren en werkten in diens van de heer, die de grond bezat. Een stuk van deze grond hield de heer voor zichzelf, andere stukken gaf hij in pacht aan de boeren, die in ruil hiervoor een deel van de landbouwopbrengsten aan de heer moesten afstaan.

Vlaanderen in de middeleeuwen

Op de eigen grond van de heer moesten lijfeigenen karweien verrichten en voor het gebruik van de molen of de bakoven van de heer moest worden betaald. Voor de rest hadden de heren weinig om handen. Hun favoriete bezigheden waren oorlog voeren met de naburige heren, steekspelen of toernooien organiseren en op jacht gaan. Onder invloed van de kerk ontstond ridderschap dat hooggestemede idealen nastreefde: de verdediging van het geloof, de bescherming van de armen en zwakken, en onvoorwaardelijke trouw aan God en de koning en de hoofse dienst aan de vrouwen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Geschiedenis_van_Vlaanderen&oldid=448974"