Aantekeningen uit het ondergrondse
Aantekeningen uit het ondergrondse | |
Informatie | |
Alternatieve titel | Записки из подполья |
Schrijver | Fjodor Dostojevski |
Taal (origineel) | Russisch |
Land | Rusland |
Genre | Psychologische novelle |
Datum | 1864 |
Portaal Literatuur |
Aantekeningen uit het ondergrondse (Russisch: Записки из подполья) is een novelle van de Russische schrijver Fjodor Dostojevski. Hij publiceerde het boek tussen januari en april 1864 in het tijdschrift Epokha. De novelle behoort tot een van zijn bekendste werken.
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een monoloog van een bittere en eenzame verteller uit Sint-Petersburg. Hij uit kritiek op de belangrijkste filosofische bewegingen van zijn tijd. In het tweede deel vertelt hij een verhaal over zijn leven. De thema's uit het eerste deel komen vervolgens in dat verhaal terug. Dostojevski schreef het boek in reactie op verschillende Russische filosofen, waaronder Nikolaj Tsjernysjevski.
Aantekeningen uit het ondergrondse heeft invloed gehad op onder andere verschillende werken van Friedrich Nietzsche, De Gedaanteverwisseling van Franz Kafka en De onzichtbare man van Ralph Ellison. Ook is het boek verschillende keren verfilmd.
Samenvatting
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt! |
Deel 1
In het eerste deel van het boek geeft de Ondergrondse Man een monoloog. Volgens de man zal een utopische samenleving een einde brengen aan alle pijn en al het leed. De man gelooft dat pijn en leed nodig zijn om een gelukkig bestaan te leiden en een vrij leven te hebben. Mensen zeuren alleen maar over een pijn om hun leed door te geven aan anderen.
De meeste mensen plegen wraak als vorm van rechtvaardigheid. De Ondergrondse Man wil ook wraak plegen, maar ziet wraak niet als rechtvaardig. Hij heeft een bloedhekel aan andere mensen. Hoewel hij zijn problemen makkelijk kan oplossen of voorkomen, weigert hij te handelen. Zijn inactiviteit wordt veroorzaakt door verveling. Toch is hij liever inactief door luiheid, zoals de meeste mensen zijn.
De man uit kritiek op belangrijke filosofische stromingen van die tijd, zoals het determinisme. Ook levert hij kritiek op het boek Wat te doen? van Nikolaj Tsjernysjevski. Volgens de Ondergrondse Man kan een utopische samenleving niet bestaan. Je kunt namelijk het gedrag van mensen niet altijd beïnvloeden. Vroeger of later zullen mensen tegen hun eigen belangen handelen. Een utopie kan alleen in theorie en niet in de praktijk bestaan.
Deel 2
De Ondergrondse Man werd ooit door een politieagent in een café beledigd. De agent kwam hem later verschillende keren op straat tegen. De agent botste steeds tegen de man en haf niet eens door dat de Ondergrondse Man bestond. Hij wil wraak nemen op de agent en besluit geld te lenen. Hiermee koopt hij een dure jas om zijn status te verhogen. Hij besluit vervolgens tegen de agent aan te botsen. De agent merkt hier nog geen eens wat van.
Later spreekt de Ondergrondse Man af met enkele vrienden van vroeger in een café. De man had een bloedhekel aan hen toen ze jonger waren. De Ondergrondse Man krijgt ruzie met zijn vrienden. Hij verklaart dat hij de samenleving haat en ziet hen als een symbool daarvan. De vrienden vertrekken zonder hem, maar hij besluit hen te achtervolgen. Uiteindelijk ontmoet hij een jong meisje genaamd Liza. De Ondergrondse Man en Liza worden verliefd op elkaar. Liza is een sekswerker en de Ondergrondse Man laat haar inzien hoe slecht haar positie is. Desondanks durft de Ondergrondse Man geen relatie met Liza aan te gaan. De man heeft last van psychologische problemen. Toch omhelst Liza hem, omdat ze realiseert hoe hatelijk hij is.
Liza probeert hem vervolgens te verlaten, maar de Ondergrondse Man probeert haar over te halen seks met hem te hebben. Liza vlucht uiteindelijk de straat op en de Ondergrondse Man kan haar nooit meer vinden. De Ondergrondse Man voelt zich ongelukkig wanneer hij aan dat moment terugdenkt. Toch vindt hij dat de maatschappij hem niet anders behandelt. Uiteindelijk stopt het verhaal. Volgens Dostojevski schreef de Ondergrondse Man meer, maar leek het hem beter om het verhaal te stoppen.
Personages
In het boek komen de volgende personages voor:
- De Ondergrondse Man: de naamloze verteller van het verhaal. We weten alleen dat de Ondergrondse Man een ambtenaar met een lage status is en in Sint-Petersburg woont. De Ondergrondse Man vertelt het verhaal en deelt zijn gedachten met de lezer. Hij is eenzaam en totaal vervreemd van de samenleving. Ook haat hij alles aan de samenleving. Toch doet hij dezelfde dingen als waar hij een hekel aan heeft. Hij is dus hypocriet. Dostojevski maakte het hoofdpersonage bewust anoniem. Hij wilde namelijk dat de lezer zich kon inleven in het personage.
- Liza: een jonge sekswerker oorspronkelijk uit Riga. Zij werkt in een bordeel en is verlegen en onschuldig. De Ondergrondse Man probeert haar haar situatie in te zien. Ze reageert emotioneel op het beeld wat hij van haar toekomst schetst. Desondanks is zij ze ook liefhebbend en heeft sympathie voor de Ondergrondse Man.
- Simonov: een oude schoolvriend van de Ondergrondse Man. Simonov is zijn enige vriend. Hij is eerlijk en aardig, waardoor de Ondergrondse Man hem meer mag dan andere mensen in de samenleving.
- Zverkov: een andere oude schoolvriend van de Ondergrondse Man. Zverkov is een succesvolle generaal in het leger. Hij is rijk en populair. De Ondergrondse Man heeft een bloedhekel aan hem, zowel vroeger als nu.
- Ferkisjkin: een andere oude schoolvriend van de Ondergrondse Man. De Ondergrondse Man heeft ook een bloedhekel aan hem. Hij noemt hem zwak, dom en onbeschaamd.
- Troedoljoebov: een andere oude schoolvriend van de Ondergroundse Man. Hoewel hij de Ondergrondse Man met respect behandelt, vindt hij dat de Ondergrondse Man niets waard is.
Achtergrondinformatie
Titelverklaring
Aantekeningen uit het ondergrondse bestaat uit een verzameling van 19 aantekeningen. De Ondergrondse Man is steeds aan het woord in die aantekeningen.
Het "ondergrondse" is geen plaats, maar eerder een symbool. De Ondergrondse Man voelt zich volledig geïsoleerd van de rest van de samenleving. De man stelt zich voor dat hij de wereld ziet vanuit de klieren tussen de vloerplanken (oftewel vanuit het ondergrondse). Het ondergrondse staat dus symbool voor de wereld waarin de man leeft (oftewel de Russische samenleving van die tijd).
Historische context
Het boek is geschreven tijdens de jaren 1860. Dat decennium was een periode van grote verandering voor Rusland. In 1861, slechts drie jaar voor de publicatie, besloot tsaar Alexander II om een einde te maken aan de lijfeigenen (horigen). Rusland was in veel aspecten nog een middeleeuws land. Lijfeigenen waren landwerkers die verplicht op het land moesten werken. Ze zaten als het ware vast aan stuk grond en waren het bezit van grootgrondbezitters (vaak adellijke families). Er zijn verschillende redenen waarom de tsaar dat deed. Zo was hij bang dat de lijfeigenen in opstand zouden komen, had de overheid meer geld nodig en het leger meer soldaten.
Terwijl Rusland aan het moderniseren was, ontstonden er twee ideeën over de modernisatie. De ene groep intellectuelen wilden dat Rusland meer dingen uit West-Europa zou overnemen. De Russische cultuur moest volgens hen verwestersen. De andere groep intellectuelen wilden dat Rusland juist terugging naar zijn oude cultuur. Zij waren tegen de westerse invloeden en wilden de Russische cultuur juist beschermen. Daarnaast waren er verschillende ideeën over hoe de Russische samenleving verbeterd kon worden. Sommige Russische filosofen kwamen met voorstellen om van Rusland een utopie (een perfecte samenleving) te maken. Een van die filosofen was Nikolaj Tsjernysjevski.
Ontstaan
Dostojevski spreekt zich in het boek uit tegen de utopisten, voornamelijk Nikolaj Tsjernysjevski. Tsjernysjevski was een socialistisch schrijver die in Rusland bekend staat om zijn roman Wat te doen? (1863). Hij schreef dat boek als een reactie op Vaders en zonen (1862) van Ivan Toergenjev. In zijn roman bespreekt Tsjernysjevski zijn eigen ideeën over het socialisme. Het boek zou later een inspiratie vormen op communisten en anarchisten, zoals Vladimir Lenin, Rosa Luxemburg, Peter Kropotkin en Emma Goldstein. Tsjernysjevski's werk had dan ook in een invloed op de Oktoberrevolutie van 1917. Lenin publiceerde in 1904 een pamflet onder dezelfde naam. Ook Lev Tolstoj zou een werk onder deze naam publiceren over zijn eigen ideeën over de moraal.
Dostojevski was het niet eens met Tsjernysjevski. In Aantekening uit het ondergrondse bekritiseerd hij Tsjernysjevski. Volgens Dostojevski zou een utopische samenleving nooit lukken, omdat mensen vroeger of later irrationele dingen zullen doen. In het boek verwijst de Ondergrondse Man bijvoorbeeld naar de Crystal Palace in Londen. Dat gebouw komt ook voor in Tsjernysjevski's boek. Later zou Dostejevski opnieuw naar Wat te doen? verwijzen in zijn langere boek Boze geesten (1872).
Thema's
In het boek komen verschillende thema's voor, zoals:
- Gedachten en actie: In het boek komt vrij weinig actie voor. Het verhaal gaat vooral om de gedachten van de Ondergrondse Man. In tegenstelling tot normale mensen heeft de Ondergrondse Man een diepe betekenis voor bepaalde begrippen. Hij gelooft dat mensen vaak handelen omdat ze een simpel beeld van een begrip hebben. De Ondergrondse Man heeft een dieper beeld, waardoor hij niet handelt. In het tweede probeert hij bijvoorbeeld in te beelden hoe hij Zherkov in zijn gezicht zal slaan. Toch doet hij dat niet.
- Eenzaamheid: De Ondergrondse Man is eenzaam en geïsoleerd van de rest van de samenleving. Hierdoor behoort hij niet tot de mainstream van de samenleving. Het boek laat in het midden of hij dat uit vrije keuze doet. Het is namelijk ook mogelijk dat de samenleving hem afwijst. De man heeft desondanks een vreemde band met de samenleving. Aan de ene kant heeft hij een hekel aan de samenleving. Aan de andere kant is hij jaloers op diegene die wel in de samenleving kunnen functioneren. Door zijn moeilijke band met de samenleving leeft de Ondergrondse Man een eenzaam en saai bestaan.
- De mens: De Ondergrondse Man ziet zichzelf als een zieke man. Ook vindt hij dat de samenleving ziek is. Hij vergelijkt mensen vaak met dieren. Die vergelijking is vermoedelijk een verwijzing naar de evolutietheorie van Charles Darwin. Die theorie was volgens de man een klap in het gezicht van het menselijk ego. Voorheen werden mensen namelijk als hoger en anders dan dieren gezien. De Ondergrondse Man ziet de menselijke natuur dan ook erg pessimistisch.
- Rationaliteit: Het thema rationaliteit speelt een grote rol in het eerste deel van het boek. Volgens de Ondergrondse Man kunnen mensen niet volgens bepaalde regels leven. Ze zoeken namelijk naar identiteit en vrijheid, zelfs als dat tegen hun eigen belang ingaat. Volgens hem kan een utopische samenleving hierdoor niet bestaan. De relatie tussen de Ondergrondse Man en Liza is hier een voorbeeld van. Hij zou vermoedelijk gelukkig met haar kunnen worden, maar verpest zijn kans op geluk met haar.
- Pijn en lijden: De Ondergrondse Man haalt vreugde uit pijn en lijden. Zo wordt hij gelukkig van het inbeelden van de pijn anderen (sadisme), maar ook zijn eigen pijn (masochisme). Het plezier uit pijn kan gezien worden als een rebellie tegen de rationaliteit. De man kan hierdoor vrij leven, zelfs als dat voor meer lijden zorgt.
Invloed en adaptaties
Aantekeningen uit het ondergrondse had een invloed op de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Voor Nietzsche was het boek het eerste werk van Dostojevski dat hij las. Toch las hij een foute vertaling in het Frans van het werk. De Franse vertaling die hij had was namelijk een mengelmoes van twee novelles van Dostojevski; Aantekeningen uit het ondergrondse en Khozayka (niet naar het Nederlands vertaald). Het eerste deel volgt het plot van Khozayka; het tweede deel is het tweede deel van Aantekening uit het ondergrondse. Nietzsche had het eerste stuk (het filosofische deel) niet gelezen en wist ook niet dat het eigenlijk twee boeken waren. Desondanks komen veel thema's uit Dostojevski's werken ook voor in Nietzsches werken. De twee schrijvers worden zelfs vaak met elkaar vergeleken.
Ook Franz Kafka haalde inspiratie uit Aantekening uit het ondergrondse voor zijn boek De Gedaanteverwisseling (1912). In het boek verandert Gregor Samsa plotseling in een insect. Ook hij krijgt te maken met isolatie en uitsluiting. Die thema's komen ook terug in De onzichtbare man (1952) van Ralph Ellison. De film Taxi Driver uit 1976 is ook beïnvloed door Dostojevski's werk.
Het boek is drie keer verfilmd; in 1995, 2012 en 2014.