Vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt
Graafschap/Vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt Grafschaft/Fürstentum Schwarzburg-Rudolstadt Schwarzburg-Rudolstadt in het Duitse Keizerrijk | |
---|---|
Hoofdstad | Rudolstadt |
Oppervlakte | 941 km² |
Aantal inwoners | 100.702 (in 1910) |
Talen | Duits |
Religie | lutheranisme |
Adellijk huis | Huis Schwarzburg-Rudolstadt |
Bestuursvorm | Monarchie |
Munteenheid | Duitse mark |
Portaal Duitsland en Geschiedenis |
Het vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt was een vorstendom, wat bestond tussen 1599 en 1918. Het vorstendom was voor 1679 een graafschap. De hoofdstad van het vorstendom was Rudolstadt. Het vorstendom is onderdeel geweest van het Heilige Roomse Rijk, de Rijnbond, de Duitse Bond, de Noord-Duitse Bond en het Duitse Keizerrijk.
Geschiedenis
Schwarzburg-Rudolstadt was vroeger onderdeel van het graafschap Schwarzburg. Tussen 1572 en 1599 werd dit graafschap verdeeld onder de kinderen van de laatste graaf, Günter XL. Uiteindelijk ontstonden er twee graafchappen, Schwarzburg-Rudolstadt en Schwarzburg-Sondershausen. Op 21 november 1599 werd dit vastgelegd in het verdrag van Stadtilm. Vanaf 1697 werd graafschap Schwarzburg-Rudolstadt een vorstendom. In 1807 trad het landje toe tot de Rijnbond en in 1815 werd het lid van de Duitse Bond. Ook tijdens de Maartrevolutie was het wat onrustig in Schwarzburg-Rudolstadt, maar het leger wist dit in de hand te houden. In 1854 werd, na aanleiding van de Maartrevolutie, de grondwet gewijzigd en kwam er meer kiesrecht. Tijdens de Duitse Oorlog bleef Schwarzburg-Rudolstadt neutraal. In 1866 werd het land lid van de Noord-Duitse Bond en in 1867 werd besloten dat Pruisen het land militair zou beschermen. In 1870 werd de belasting een aantal keer verhoogd, omdat er te weinig geld was. In 1870 deed Schwarzburg-Rudolstadt mee aan de Frans-Duitse Oorlog en stond aan de kant van Pruisen. In 1871 trad het land toe tot het Duitse Keizerrijk. In 1909 stierf de laatste vorst van Schwarzburg-Sondershausen. Hierdoor kregen de twee Schwarzburgen dezelfde vorst. Op 25 november 1918 werd de monarchie afgeschaft, waarna Schwarzburg-Rudolstadt een vrijstaat werd. In 1920 werd het tenslotte deel van Thüringen.
Graven en vorsten
Soms had Schwarzburg-Rudolstadt meerdere graven of vorsten op hetzelfde moment!
- Graven van Schwarzburg-Rudolstadt:
- Albrecht VII (1574-1605)
- Karel Günther (1605-1630)
- Lodewijk Günther (1630-1646)
- Albert Anton II (1646-1710)
- Vorsten van Schwarzburg-Rudolstadt:
- Lodewijk Frederik I (1710-1718)
- Frederik Anton (1718-1744)
- Johan Frederik (1744-1767)
- Lodewijk Günther II (1767-1790)
- Frederik Karel (1790-1793)
- Lodewijk Frederik II (1793-1807)
- Frederik Günther (1807-1867)
- Albert (1867-1869)
- George Albert (1869-1890)
- Günther Victor (1890-1918)
Deelstaten van de Weimarrepubliek (1919 - 1933) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Staten van de Noord-Duitse Bond (1866-1871) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Bremen · Brunswijk · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach · Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont |
Staten van het Duitse Keizerrijk (1871 - 1918) | |||
---|---|---|---|
Anhalt · Baden · Beieren · Bremen · Brunswijk · Elzas-Lotharingen · Hamburg · Hessen · Lippe · Lübeck · Mecklenburg-Schwerin · Mecklenburg-Strelitz · Oldenburg · Pruisen · Reuss jongere linie · Reuss oudere linie · Saksen · Saksen-Altenburg · Saksen-Coburg en Gotha · Saksen-Lauenburg (tot 1876) · Saksen-Meiningen · Saksen-Weimar-Eisenach - Schaumburg-Lippe · Schwarzburg-Rudolstadt · Schwarzburg-Sondershausen · Waldeck-Pyrmont · Württemberg |