Gebruiker:Mike1023/Kladblok

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Liberale Partij
Parti libéral
Oprichting 1846
Opheffing 1961
Actief in Vlag van België België
Richting Links tot centrumlinks
Stroming Liberalisme
Klassiek liberalisme
Secularisme
Presidentskandidaat
President
Vicepresidentskandidaat
Vicepresident
Oprichter(s)
Partijleider
Partijvoorzitter
Secretaris-generaal
-
-
-
-
-
-
-
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
-
van de
<div style="background-color: #3C40D2; width: Fout in uitdrukking: niet verwachte operator /.%; height: 100%;">
Overig
Wetenschappelijk bureau
Jongerenorganisatie
Studentenorganisatie
Vrouwenbeweging
Lhbt-vleugel
Zusterpartij(en)
Fractie in het Benelux-parlement
Europese fractie
Internationale organisatie Radicale Internationale (tot 1936)
Liberale Internationale (1947-1961)
Voorgaande partij(en)
Opvolgende partij(en)
Fusie van
Opgegaan in Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV)
Afsplitsing van
Afsplitsing(en)
Voortzetting van
Portaal Portal.svg Politiek

De Liberale Partij was een Belgische politieke partij die tussen 1846 en 1961 bestond. Het was de eerste politieke partij die in het gehele land actief was. Tijdens de 19e eeuw was de Liberale Partij samen met de Katholieke Partij een van de twee belangrijke partijen. De partij verloor echter veel zetels tijdens de jaren 1880, waardoor het naar de derde plaats zakte.

De partij leverde een belangrijke bijdrage aan de Belgische politiek. Ook verschillende Belgische premiers waren lid van de Liberale Partij, zoals Walthère Frère-Orban en Charles Rogier. De liberalen maakten zich sterk voor vrijhandel en een strikte scheiding tussen kerk en staat. Zo vonden zij dat er geen religieus onderwijs bekostigt mocht worden met gemeenschapsgeld. In 1961 ging de partij op in de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV). Tien jaar later splitste deze partij weer in Vlaamse en Franstalige partij. De Open Vld en de Mouvement Réformateur (MR) zijn de politieke nakomelingen van de Liberale Partij.

Geschiedenis

Oprichting

De Liberale Partij wordt opgericht in de Gothische Zaal van het stadhuis van Brussel.

Tijdens de Belgische Revolutie waren zowel de liberalen als de katholieken tegen de Nederlandse koning. Zij hadden hier elk hun eigen redenen voor, maar besloten samen te werken. Met succes wisten zij België onafhankelijk te maken. In de jaren na de Belgische Revolutie bleven zij samenwerken. Dit wordt het unionisme genoemd. Hoewel de katholieken een meerderheid hadden, bleven zij samenwerken met de liberalen. Dit leidde tot verschillende compromissen. Zo kregen de liberalen een redelijk liberale grondwet voor die tijd. De katholieken mochten weer het onderwijs regelen.

In de jaren 1840 ontstond er meer weerstand tegen het unionisme. De liberalen wilden namelijk meer vrijheid, terwijl de katholieken dit niet wilden. De liberalen besloten daarom een eigen partij op te richten. In 1846 werd de Liberale Partij opgericht in het stadhuis van Brussel. De liberalen schreven ook een verkiezingsprogramma. Hierin stond onder meer dat:

  • De liberalen streefden naar meer vrijheid, zoals een grotere vrijheid van meningsuiting en persvrijheid.
  • De liberalen wilden publieke scholen. In die tijd werd het onderwijs door de kerk geregeld.
  • De liberalen wilden de leefomstandigheden van arbeiders verbeteren.
  • De liberalen wilden een kieshervorming, waardoor meer mensen zouden kunnen stemmen.

Hoogtepunt van het liberalisme

De Liberale Partij behaalde bij de verkiezingen van 1847 meteen al een grote overwinning. Hierdoor kon er een liberale regering onder Charles Rogier gevormd worden. Deze regering kon echter weinig uitvoeren, aangezien één jaar later grote onrust in Europa uitbrak. In Parijs was de Februarirevolutie uitgebroken. De Franse koning moest aftreden en de republiek werd uitgeroepen. Ook in Duitsland, Nederland, Hongarije en Oostenrijk was het onrustig. In België waren er slechts kleine opstanden, maar deze zorgden wel voor angst bij zowel de liberalen als katholieken. Zij besloten samen te werken om enkele veranderingen door te voeren. Zo werd het censuskiesrecht verlaagd, waardoor meer mensen konden stemmen. Voor de Liberale Partij betekende dit meer steun en vertrouwen. De partij werd als gematigd gezien, aangezien het zich afkeerde van het geweld en de revolutie.

Tijdens de verkiezingen van 1852 konden nieuwe groepen mensen gaan stemmen. Zij stemden meestal op de Liberale Partij, waardoor de steun voor deze partij groeide. De partij was vooral populair onder ondernemers, werkgevers, handelaars en in industriële gebieden en steden. De partij steunde de Industriële Revolutie, vrijhandel en meer vrijheden. Tussen 1852 en 1884 wordt daarom ook gesproken van het triomf van het liberalisme of de Liberale hegemonie. België werd tijdens deze periode geleid door vrijwel alleen liberale regeringen. Naast Charles Rogier waren ook Henri de Brouckère en Walthère Frère-Orban premier. Frère-Orban zou tijdens deze periode een grote invloed hebben op de Liberale Partij.

De liberalen wilden de rol van religie binnen de overheid beperken. Zo wilden de liberalen dat er geen overheidsgeld naar religieus onderwijs ging. In 1850 hadden de liberalen al een wet ingevoerd waardoor het publiek onderwijs werd uitgebreid. Onder Frère-Orban werden de regels voor religieuze aangescherpt. Zo moesten onderwijzers op alle scholen een diploma van een publieke school bezitten. Ook mochten godsdienstlessen alleen buiten schooltijd plaatsvinden. De katholieken en liberalen hadden daarom ruzie. Deze ruzie staat bekend als de schoolstrijd en zou pas in de jaren 1960 worden opgelost.

Hoewel de liberalen eerst opkwamen voor de rechten van arbeiders, verdween dit meer naar de achtergrond. Arbeiders konden toentertijd niet stemmen. Zij verenigden zich in 1885 als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), de eerste socialistische partij van België. De BWP organiseerde samen met vakbonden stakingen. Na een grote staking in 1893 werd uiteindelijk het algemeen meervoudig stemrecht doorgevoerd. Alle mannelijke burgers van 25 jaar en ouder konden stemmen. Wel kregen mannelijke kiezers met extra bezittingen twee of drie stemmen. Voor de Liberale Partij betekende deze wijziging het definitieve einde van hun hegemonie. Radicale kiezers gingen naar de BWP, terwijl conservatieve kiezers naar de Katholieke Partij gingen.

Derde partij van België

Een verkiezingsposter van de Liberale Partij uit 1938

De Liberale Partij was aan het einde van jaren 1890 verdeeld tussen progressieve en conservatieve liberalen. Veel christenen en arbeiders waren overgestapt naar de Katholieke Partij en de Belgische Werkliedenpartij. De Katholieke Partij was verreweg de grootste geworden met de liberalen op de tweede of derde plaats. De progressieve liberalen waren het einde van de 19e eeuw zelfs afgesplitst als de "Progressieve Partij". In 1899 wist Paul Heymans de partij weer te verenigen.

De liberalen merkten dat zij veel overeenkomsten met de socialisten hadden. Zo waren beide partijen tegen het algemeen meervoudig kiesrecht. Zij wilden dat alle stemmen evenveel meetelden ongeacht de lonen of het vermogen. In 1912 sloten de Liberale Partij en de Belgische Werkliedenpartij een kartel. Naast het algemeen enkelvoudig stemrecht wilden zij ook de leerplicht invoeren, het onderwijs verbeteren en pensioenen voor alle werknemers. De plannen van de partijen werden in 1919 doorgevoerd. Toch kon het kartel niet de absolute meerderheid van de Katholieke Partij doorbreken.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog besloten de katholieken, liberalen en socialisten om samen te werken tegen de Duitse invasie. In de jaren na de oorlog eindigden de liberalen opnieuw in de oppositie. Dit veranderde in de jaren 1930. De katholieken verloren steeds meer zetel, terwijl de Kommunistische Partij van België (KBP), de fascistische partij Rex en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) steeds meer zetels wonnen. De liberalen waren tegen alle drie de groepen. Hierdoor hielpen zij de Katholieke Partij aan een meerderheid (later nog gesteund door de socialisten).

Tweede Wereldoorlog en wederopbouw

In 1940 vallen de nazi's België binnen. De Belgische regering vlucht naar Frankrijk en later naar Londen. De Liberale Partij is onderdeel van het oorlogskabinet van Hubert Pierlot. Ook worden veel liberalen onderdeel van het verzet. Dit was vaak met gevaar voor eigen leven, aangezien zij vervolgd of vermoord konden worden. De liberale minister Victor De Laveleye maakte in 1941 het V-teken met zijn vingers. Deze "V" stond zowel voor het Franse woord "Victoire" (overwinning) als het Nederlandse woord "vrijheid". Het V-teken werd later een teken van het verzet tegen de nazi's.

Verkiezingsposter uit 1958

In 1946 worden voor het eerst weer verkiezingen gehouden. De Liberale Partij behaalde toen slechts 16 zetels. Dit zijn er 17 minder dan de laatste vooroorlogse verkiezingen van 1939. Hierdoor werden de liberalen de vierde partij achter de katholieken, socialisten en communisten. Ondanks het verlies van zetels doen de liberalen aan verschillende regeringen mee. Ze zijn betrokken bij het ontstaan van de welvaartsstaat en het vrouwenkiesrecht. De liberaal en feministe Jane Brigode zou in 1945 tot eerste vrouwelijke partijvoorzitter van de Liberale Partij en België verkozen worden.

De partij raakte echter verdeeld over de koningskwestie. Een deel van de liberalen wilden niet dat Leopold III zou terugkeren naar België, terwijl een ander gedeelte dat wel wilde. De kwestie zorgde er uiteindelijk voor dat de Katholieke Partij een absolute meerderheid kreeg. Dit zorgde weer tot woede bij de liberalen, aangezien de partij ook het religieus onderwijs ging subsidiëren. Dit leidde tot een nieuwe schoolstrijd.

Einde

De Liberale Partij bleef na de oorlog steken op minder dan 30 zetels. In 1961 besloot de partij zich daarom te moderniseren. Onder voorzitter Omer Vanaudenhove wordt de partij omgetoverd in de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) of Parti de la Liberté et du Progrés in het Frans. De PVV was niet meer uitgesproken voor een strikte scheiding tussen kerk en staat. Hiermee wisten zij christendemocratische kiezers te stelen. Tijdens de verkiezingen van 1965 groeide de partij zelfs van 20 naar 48 zetels.

De Partij voor Vrijheid en Vooruitgang was eerst een nationale partij. In 1972 wordt de partij in een Franstalige en Vlaamse vleugel gesplitst. De Vlaamse vleugel bestaat tegenwoordig onder de naam Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Open Vld). De Franstalige vleugel heet tegenwoordig Mouvement Réformateur (MR). Nog altijd worden deze twee partijen als de "liberalen" aangeduid.

Partijleiders

Resultaten

Kamer van Volksvertegenwoordigers

Jaar Partijvoorzitter Zetels +/-
1848 Charles Rogier
83/108
+83
1850 Charles Rogier
69/108
-14
1852 Charles Rogier
57/108
-12
1854 Henri de Brouckère
54/108
-3
1856 Charles Rogier
45/108
-9
1857 Charles Rogier
70/108
+25
1859 Charles Rogier
69/116
-1
1861 Charles Rogier
66/116
-3
1863 Charles Rogier
59/116
-7
1864 Charles Rogier
64/116
+5
1866 Charles Rogier
70/122
+6
1868 Walthère Frère-Orban
72/122
+2
Juni 1870 Walthère Frère-Orban
61/122
-11
Augustus 1870 Walthère Frère-Orban
52/124
-9
1872 Walthère Frère-Orban
53/124
+1
1874 Walthère Frère-Orban
56/124
+3
1876 Wlathère Frère-Orban
57/124
+1
1878 Walthère Frère-Orban
72/132
+15
1880 Walthère Frère-Orban
74/132
+2
1882 Walthère Frère-Orban
79/138
+5
1884 Walthère Frère-Orban
52/138
-27
1886 Onbekend
40/138
-12
1888 Onbekend
40/138
=
1890 Onbekend
44/138
+4
1892 Onbekend
60/152
+16
1894 Onbekend
17/152
-43
1896 Onbekend
13/152
-4
1898 Onbekend
13/152
=
1900 Onbekend
31/152
+18
1902 Onbekend
20/162
-11
1904 Onbekend
22/166
+2
1906 Paul Hymans
15/166
-7
1908 Onbekend
15/166
=
1910 Onbekend
15/166
=
1912 Onbekend
21/166
+6
1914 Onbekend
20/166
-1
1919 François Prosper Hanrez
34/186
+14
1921 Albert Mechelynck
33/186
-1
1925 Édouard Pecher
23/187
-10
1929 Albert Devéze
28/187
+5
1932 Albert Devéze
24/187
-4
1936 Léon Dens
23/202
-1
1939 Émile Coulonvaux
33/202
+10
1946 Roger Motz
17/202
-16
1949 Roger Motz
29/212
+12
1950 Roger Motz
20/212
-9
1954 Henri Liebeart
24/212
+4
1958 Maurice Destenay
20/212
-4
1961 Roger Motz
20/212
=

Senaat

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Gebruiker:Mike1023/Kladblok&oldid=853304"