Epigraaf (literatuur)
Een epigraaf is een spreuk, citaat of gedicht aan het begin van een hoofdstuk of boek. Bij hoofdstuk staat de epigraaf altijd onder de titel van het hoofstuk en voor het begin van het hoofdstuk. Vaak wordt de epigraaf dan in kleine letters getypt. Bij boeken staat de epigraaf vaak op de eerste bladzijde na het titelblad.
Epigrafen worden door de schrijver van het boek toegevoegd. Het zijn vaak citaten uit gedichten en boeken van andere schrijvers. Ook kunnen het uitspraken zijn van historische figuren, stukken uit songteksten of artikelen. Vaak zet de schrijver ook de bron bij de epigraaf. Hierdoor weet de lezer van wie en waar het citaat afkomstig is.
Waarom een epigraaf?
Waarom voegt de schrijver zo'n epigraaf toe? Epigrafen zijn bedoeld om de lezer een hint te geven waar het hoofdstuk of boek overgaat. De epigraaf komt overeen met een thema dat in het boek. Ook kan de schrijver met de epigraaf zeggen waar hij/zij zijn/haar inspiratie vandaan haalde.
Een goed voorbeeld is Het verhaal van de dienstmaagd van Margaret Atwood. Het boek is een dystopisch verhaal over de Republiek van Gilead. In dat land zijn religie en de overheid volledig samengesmolten. Atwood begint het boek met een citaat uit de Bijbel:
|
And when Rachel saw that she bare Jacob no children, Rachel envied her sister; and said unto Jacob, Give me children, or else I die. Omdat Rachel geen kinderen van Jakob kreeg, was ze jaloers op haar zuster. 'Geef mij kinderen,' zei ze tegen Jakob, 'anders ga ik dood! — Genesis 30:1
|
In het boek spelen zogeheten dienstmaagden een rol. Zij zijn de enige vrouwen in het land die nog kinderen kunnen krijgen. Het citaat uit de Bijbel geeft een hint.
Een ander voorbeeld is En de zon gaat op van Ernest Hemingway. Het boek speelt zich af na de Eerste Wereldoorlog. De personages in het boek hebben allemaal trauma opgelopen door de oorlog. Hemingway begint het boek met het citaat:
|
You are all a lost generation. You zijn allemaal een verloren generatie. |
De verloren generatie was de naam van de generatie in het boek.
Fictieve epigrafen
Schrijvers verwijzen met epigrafen vaak naar echte werken en personen. Toch kunnen sommige schrijvers ook verwijzen naar niet-bestaande werken. Dat gebeurt veel in fantasy en sciencefiction. De reden is simpel: vaak spelen die verhalen zich af in een wereld die niet de onze is. Fantasy-verhalen kunnen zich bijvoorbeeld in een alternatieve wereld afspelen. Sciencefictionverhalen kunnen zich duizenden of miljoenen jaren in de toekomst afspelen. In dat geval zou een epigraaf die verwijst naar echt bestaande werken/schrijvers de lezer uit die wereld halen.
Een voorbeeld is Duin van Frank Herbert. Die sciencefictionroman speelt zich duizenden jaren in de toekomst af. Enkel hoofdstuk begint met een fictieve epigraaf. Hierbij wordt verwezen naar een werk dat niet echt bestaat. De epigrafen geven de lezer wel inzicht in de geschiedenis en filosofie van de wereld die Herbert bedacht. Ook geven ze de lezer het idee dat het boek slechts een deel van die wereld is. Oftewel, de wereld is groter dan het boek zelf. De lezer kan zich alleen maar voorstellen wat er nog meer bestaat.
Andere voorbeelden
- Moby Dick van Herman Melville begint met een serie van epigrafen. Dat allemaal citaten uit beroemde literaire werken, de Bijbel en reisverslagen over walvissen. In het boek zelf speelt de walvis Moby Dick natuurlijk de hoofdrol.
- Frankenstein van Mary Shelley begint met een citaat uit Paradise Lost van John Milton. In het citaat vraagt Milton zich de relatie tussen God en de mens af. In Shelleys boek maakt dokter Victor Frankenstein een levend monster. Dokter Frankenstein neemt hierdoor de rol van God aan met alle gevolgen van dien.
- Beminde van Toni Morrison begint met de epigraaf zestig miljoen en meer. Het getal is een verwijzing naar het aantal slaven in de Verenigde Staten. Het boek gaat over het trauma van de slavernij.
- Er komt een vrouw bij de dokter van Kluun begint ieder hoofdstuk met een epigraaf. Die epigrafen verwijzen naar popliedjes, films en boeken. De liedjes weerspiegelen de emoties van het hoofdpersonage Stijn.