Deense Volkskerk
De Deense Volkskerk is de kerk van Denemarken. De kerk heeft de status van staatsgodsdienst. Toch zijn naast de Deense Volkskerk ook andere religies toegestaan. De Deense Volkskerk is vooral actief in Denemarken en het Deense overzeese gebied Groenland. In het verleden hoorden ook de kerken van IJsland en Faeröer tot de Deense Volkskerk. Die zijn inmiddels zelfstandig. In 2024 had de kerk meer dan 4,2 miljoen leden. 71,4% van de Deense bevolking is lid van de Deense Volkskerk.
De kerk hangt het lutheranisme aan. Dat is een stroming binnen het protestantisme gebaseerd op de ideeën van Maarten Luther. Het hoofd van de Deense Volkskerk is de koning(in) van Denemarken. De kerk heeft zelfs een eigen minister in de Deense regering. De Deense Volkskerk ontstond in 1536 toen de Deense kerken zich afsplitsten van de Rooms-Katholieke Kerk. Hierna werd ook de Reformatie doorgevoerd.
De Deense Volkskerk kan vergeleken worden met de Anglicaanse Kerk in Engeland. In het verleden hadden ook Noorwegen en Zweden een staatskerk, maar die positie is inmiddels afgeschaft.
Geschiedenis

Denemarken was oorspronkelijk een Rooms-katholiek land. Het land was ook een kiesmonarchie. Dat betekende dat de koning werd benoemd voor het leven. Enkele keer als een koning stierf, aftrad of afgezet werd, kwamen de Deense edelen samen. Zij kozen vervolgens een nieuwe koning die zij voor het leven benoemde. Tegenwoordig is Denemarken een erfelijke monarchie. Dat betekent dat de troon wordt overgedragen van ouder op kind.
In 1533 overleed de katholieke koning Frederik I. De Deense edelen kwamen toen samen om een nieuwe koning te kiezen. Voorwaarde was dat die koning ook katholiek was. De meeste edelen waren namelijk ook katholiek. De oudste zoon van Frederik I kwamen daarom niet in aanmerking. Hij was namelijk protestants. Die zoon liet het daarbij niet zitten. Hij verzamelde een leger en na drie jaar kreeg hij de troon in handen. Hij kroonde zich vervolgens tot koning Christiaan III.
Koning Christiaan III besloot de Deense Volkskerk op te richten in 1536. De Deense kerk werd losgekoppeld van de katholieke kerk. De bezittingen van de katholieke kerk in Denemarken werden ook afgenomen. In plaats van de paus werd de Deense koning het hoofd van de Deense Volkskerk. De staat nam toen de kerken over en de priesters kwamen in dienst van de staat. Ook voerde Christiaan III de Reformatie door in Denemarken. Hierdoor werd de Deense Volkskerk luthers.
Sinds 1948 kunnen vrouwen in Deense Volkskerk priester worden. Die beslissing ontstond na jaren van discussie en was erg omstreden. Tegenwoordig is er daar weinig weerstand tegen. In 1995 werd ook het ambt van bisschop voor het eerst door een vrouw bekleed. Ook is het toegestaan voor mensen met een homoseksuele geaardheid om priester te worden. Dat wordt gezien als een persoonlijke zaak, maar er is binnen de kerk wel enige weerstand hiertegen. In de laatste jaren is er binnen de kerk discussie over het inzegenen van homoseksuele relaties en het homohuwelijk. Sinds 2012 is het homohuwelijk legaal in Denemarken (en ook binnen de Deense Volkskerk). Priesters mogen wel weigeren om homoseksuele relaties en huwelijken in te zegenen. Over beide zaken zijn voor- en tegenstanders.
Theologie
De Deense Volkskerk heeft een verzameling aan verschillende theologische standpunten. De kerk staat open voor die standpunten zolang zij maar overeenkomen met vijf officiële boeken:
- De Apostolische geloofsbelijdenis
- De Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel
- De Geloofsbelijdenis van Athanasius
- De Confessio Augustana
- De Kleine Catechismus van Luther
In 1992 publiceerde de kerk een nieuwe vertaling van de Bijbel. Die kreeg de autorisatie van koningin Margrethe II en wordt sindsdien door de kerk gebruikt. In 2003 kwam er ook een nieuwe versie van het boek met hymnes.
Een dienst bij de Deense Volkskerk bestaat uit drie lezingen van Bijbelteksten. Eén tekst komt uit de evangeliën, één tekst komt uit de epistelen en één tekst komt uit het Nieuwe Testament. Sinds 1992 worden er ook teksten uit het Oude Testament gekozen. Ieder publiceert de Deense Volkskerk een officiële lijst met Bijbelteksten. Een deel hiervan is verplicht, een ander deel is vrij te kiezen. Een belangrijk onderdeel is de preek. De priester opent de dienst met de preek en mag deze zelf schrijven. Soms mag ook iemand preken die geen priester is. Ook worden er tijdens de dienst hymnes gezongen. Wat bijzonder is aan de Deense Volkskerk is dat leden tijdens het lezen van Bijbelteksten staan, maar tijdens het zingen zitten. In veel kerken is dat juist omgedraaid!
In de Deense Volkskerk zijn er twee sacramenten: de doop en de eucharistie.
Verspreiding
De Deense Volkskerk is voornamelijk actief in Denemarken. Denemarken is verdeeld in 11 bisdommen die elk door een bisschop geleid worden. Die bisdommen worden geleid vanuit de stad waarna het bisdom vernoemd is. Een van die bisdommen is het bisdom Groenland dat geleid wordt vanuit de Groenlandse hoofdstad Nuuk. Groenland is namelijk een zelfstandig gebied binnen Denemarken. Het belangrijkste bisdom is het bisdom Kopenhagen, waar de hoogste bisschop zit.
Tot 2007 was er ook een apart bisdom voor de Faeröereilanden. Die eilandengroep behoort ook tot Denemarken. Sinds 2007 heeft de Kerk van de Faeröereilanden zich afgescheiden van de Deense Volkskerk. Desondanks zijn de Faeröereilanden zelf nog altijd onderdeel van Denemarken. Tot 1944 was IJsland ook onderdeel van Denemarken, maar dat jaar werd het land onafhankelijk. De Deense Volkskerk was vóór die tijd actief op IJsland. Sindsdien heeft de Evangelisch-Lutherse Kerk van IJsland zich afgescheiden van de Deense Volkskerk. Die kerk heeft een vergelijkbare positie in IJsland als de Deense Volkskerk in Denemarken.
In Denemarken had de Deense Volkskerk in 2025 zo'n 4,2 miljoen leden. Denemarken had toen een bevolking van 5,9 miljoen mensen. Daardoor is 70,7% van de bevolking lid van de Deense Volkskerk. Jaar na jaar neemt het aantal leden af. In 2010 was nog 80% van de bevolking lid. In 1984 was het 91% van de bevolking. Slechts 2,4% van de leden gaat wekelijks naar de kerk. Een hoger percentage gaat tijdens feesten (zoals kerst) of voor speciale evenementen (zoals bruiloften) naar de kerk.
In Deense Volkskerk heeft enkele kerken voor gelovigen in het buitenland.
Status

De Deense Volkskerk was oorspronkelijk de enige toegestane religie in Denemarken. Er waren toen wel uitzonderingen voor buitenlandse diplomaten. In 1683 werd besloten om ook de Rooms-Katholieke Kerk, het jodendom en andere protestantse stromingen toe te staan in Denemarken. In 1849 werd de godsdienstvrijheid ingevoerd in Denemarken. Sindsdien is lidmaatschap ook vrijwillig. Desondanks bleef de Deense Volkskerk zijn status als staatskerk behouden. Volgens de Deense grondwet is de Deense koning(in) het hoofd van de kerk. Hij of zij moet volgens de wet ook lid zijn van de kerk. Datzelfde geldt voor hun kinderen. Andere leden van het Deense koningshuis hoeven geen lid te zijn, maar in veel gevallen zijn zij dat wel. Wanneer een lid van het Deense koningshuis trouwt met een buitenlands persoon, bekeert die persoon zich ook vaak tot de Deense Volkskerk.
In Denemarken is 71% van de bevolking lid van de Deense Volkskerk. Toch is Denemarken ook een zeer atheïstisch land. Veel Denen zijn bijvoorbeeld op papier wel lid van de Deense Volkskerk, maar zien zich niet als christelijk of zijn ongelovig. Waarom? Wanneer kinderen in Denemarken geboren worden, worden zij automatisch lid van de Deense Volkskerk. Dat gebeurt wanneer hun ouders hun naam opgeven in het bevolkingsregister. Als ouders expliciet zeggen dat zij dat niet willen, worden hun kinderen geen lid. Ongelovige leden kunnen de Deense Volkskerk ook verlaten door middel van een aanvraag of andere religie aan te hangen. Veel ongelovige leden kiezen juist om dat niet te doen. Daarvoor zijn verschillende redenen. Zo kunnen de leden opkijken tegen het papierwerk, het als niet-belangrijk zien of de Deense Volkskerk als een traditie zien. Andere ongelovige leden kiezen er juist wel voor uit de kerk te stappen. In de laatste jaren gebeurd dat steeds meer.
Ook is er in Denemarken al tientallen jaren discussie over de status van de Deense Volkskerk. Een meerderheid van de Denen steunt een scheiding tussen kerk en staat. De Deense Volkskerk verliest daardoor haar status als staatskerk. In Zweedse Kerk gebeurde dat al in 2000; in de Kerk van Noorwegen in 2012. Een van de discussiepunten is de financiering van de kerk. Volgens de grondwet moet de Deense overheid geld geven aan de Deense Volkskerk voor haar functies. Een deel van het belastinggeld gaat dus naar de Deense Volkskerk. Er is een speciale minister in de Deense regering die dat regelt. Toch zegt de grondwet ook dat niet-leden geen geld hoeven te geven aan de Deense Volkskerk. Via het belastinggeld gebeurt dat juist wel.