Woestijn
Wat is een woestijn?
De meeste mensen zien woestijnen als grote zandvlaktes met extreme hitte. Een woestijn is alleen veel meer dan dat alleen. Er leven dieren en planten in een woestijn en soms ook mensen. Vaak zijn dit nomaden die op hun kamelen er door heen trekken.
In een woestijn valt erg weinig neerslag waardoor het extreem droog en warm kan zijn. Niet alleen extreme hitte heerst er in een woestijn, maar in de nacht kan je ook temperaturen van rond het vriespunt verwachten.
Ongeveer 30% van de wereld bestaat uit woestijngebieden. Deze gebieden liggen verspreid over de hele wereld en liggen meestal rond de Evenaar. De Evenaar is een denkbeeldige lijn (je kunt hem dus niet zien) die midden over de aarde loopt. De Evenaar verdeelt de wereld in een bovenhelft (Noordelijk halfrond) en een onderste helft (Zuidelijk halfrond).
Groepen woestijnen
Je kunt woestijnen in drie hoofdgroepen verdelen. Er wordt dan gekeken naar temperatuur, ligging en andere gegevens.
- De eerste groep woestijnen zijn de warmste woestijnen. Deze woestijnen liggen ook het dicht bij de Evenaar. Er zijn hier bijna geen wolken en het regent er weinig. De wind kan hier hard waaien, waardoor er zandstormen kunnen ontstaat. Als er weinig wolken aan de lucht staan kan de zon overal goed bij, waardoor water verdampt. Het is hierdoor moeilijk om te leven als mens, dier of plant. De grootste woestijn op de wereld is de Sahara, gelegen in Noord-Afrika. Het kan in deze woestijn wel 82 graden Celsius worden. Ondanks de hitte overdag, vriest het in de nacht. De temperatuur is dan onder 0 graden.
- De tweede groep ligt wat verder van de evenaar af. Hierdoor zijn deze woestijnen iets minder heet overdag. Dit betekend ook dat het in de winter en de nacht ook een stuk kouder is. De woestijnen liggen meestal midden op grote stukken land of werelddelen (Azië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica, Europa en Oceanië). Het is ook erg droog in deze woestijnen omdat er geen oceaan in de buurt is die oceaanwinden mee kan nemen. Een bekende woestijn die in deze groep valt is de Taklamakan-Woestijn in China. Deze woestijn is onderdeel van een groot droog gebied midden in Azië. De temperatuur ligt hier in de zomer rond de 25 tot 38 graden Celsius. Dit is een zogeheten zandwoestijn.
- De laatste groep woestijnen liggen vooral in kustgebieden. De hierbij omliggende gebergtes zijn van invloed is op deze woestijnen. De bergen liggen langs de kust en hier dankt deze groep zijn naam ook aan. De wind die van zee komt is erg vochtig en neemt waterdamp met zich mee. De waterdamp verandert door de bergen en zorgt voor afkoeling. Dit is in de vorm van kleine druppels die samen een wolk vormen. Dit is zichtbaar doordat de toppen van een berg in de wolken zitten. Zodra de wolk zijn waterdamp verliest op de toppen van de berg, stroomt er aan de andere kant droge lucht naar beneden. Zo zijn droge gebieden en woestijnen ontstaan. Dit noemen we ook wel regenschaduw.
Verschillende soorten woestijnen
Woestijnen kunnen er heel verschillend uit zien. Veel mensen denken dat alle woestijnen uit zand bestaan. Maar dat is dus niet waar. Slechts een kwart van alle woestijnen bestaat uit zand. De helft bestaat uit stenen of grind (kleine steentjes).
Er zijn vijf verschillende soorten woestijnen:
- Zandwoestijnen: deze woestijnen zijn er maar weinig te vinden op de wereld. Bij deze woestijnen is het belangrijk dat de wind de goede kant op waait. Waait de wind de verkeerde kant op, dan waait het zand weg en verdwijnt de woestijn. Deze woestijnen bestaan bijna helemaal uit zand.
- Rotswoestijn: in deze woestijnen vind je vooral rotsen. Dit komt omdat de wind en het water deze meeneemt naar de woestijn tijdens bijvoorbeeld een storm. Dit wil niet zeggen dat er altijd wind en water in de buurt is van deze woestijn.
- IJswoestijn: dit zijn woestijnen in gebieden waar de temperatuur altijd onder 0 °C ligt. Dit wordt ook wel vriezen genoemd. Deze woestijnen bestaan bijna helemaal uit ijs.
- Grindwoestijnen: deze woestijnen ontstaan door rotsen en grind die daar al aanwezig zijn. Het materiaal dat het grind bijeen heeft gehouden verwaait en het overgebleven grind vormt de nieuwe bodem van de woestijn.
- Zoutwoestijnen: deze woestijnen bestaan uit een zoutvlakte. Wanneer het geregend heeft verdampt het water door de hitte en blijft het zout uit het zoute water achter.
Welke grote woestijnen zijn er in de wereld?
- De Sahara is de grootste zandwoestijn in Noord-Afrika. Deze woestijn bestaat slechts 20% uit zand, de rest is rotsachtig. Op verschillende plaatsen in de woestijn komen oases voor, plaatsen waar drinkwater aan of nabij de oppervlakte komt.
- Gobiwoestijn is de grootste woestijn van Azië. Deze bestaat niet zoals de meeste woestijnen uit zand, maar grotendeels uit rotsen. Uit onderzoeken is gebleken dat hier ooit dinosaurussen hebben geleefd. Er zijn hier namelijk dinosauruseieren gevonden. Tegenwoordig leven hier gazellen, kamelen en de Gobi beer. Dit is de enige woestijnbeer ter wereld en van deze beer zouden er nog maar vijftig zijn.
- De woestijn van Libië bestaat voornamelijk uit zand en stenen. Deze woestijn staat op nummer drie van de grootste woestijnen in de wereld.
Dit zijn slechts de drie grootste woestijnen op de wereld. In totaal zijn er ongeveer 21 woestijnen op de wereld, waarvan de meeste rond de evenaar liggen. Zie Lijst van woestijnen.
Dieren in de Woestijn
Dromedarissen en kamelen
Het meest bekende woestijndier is de kameel, die dagenlang zonder water door de kale woestijn kan reizen. De belangrijkste aanpassing van de kameel aan de woestijn is wel dat hij veel water kan opslaan in zijn maag. Een kameel kan tot wel 10 dagen zonder water. Als er genoeg voedsel is kunnen kamelen grote vetreserves opbouwen in hun enkele bulten. Als een kameel de reserves opmaakt wordt de bult slap. De kameel heeft nog meer aanpassingen aan de woestijn: zijn voeten hebben maar twee tenen met daartussen huidplooien. Deze huidplooien helpen het gewicht van de kameel te verspreiden en ze voorkomen dat hij in het zachte zand wegzakt. Bij zandstormen kan een kameel of dromedaris ook zijn neusgaten afsluiten. De dromedaris lijkt op de kameel, maar heeft twee bulten.
Gazellen en antilopen
Andere grotere dieren die we vaak zien in de woestijn zijn verschillende soorten gazellen en antilopen. Antilopen wonen meestal in rots- en bergachtige gebieden. Gazellen leven meer in vlak land. Ze leven zelfs in zandduinen. Tijdens de heetste uren van de dag zijn de dieren te vinden in alle schaduw die er maar te vinden is. Zelfs in gaten in de grond! Wanneer het koeler wordt, gaan ze op zoek naar eten. Dat duurt vaak de hele nacht. Uit onderzoeken blijkt dat deze dieren al hun water uit planten halen, en hun hele leven doorbrengen zonder echt te drinken.
Andere woestijdieren
Verder zien we in de woestijn heel veel insecten, slangen en andere reptielen, spinnen, schorpioenen, sprinkhanen, knaagdieren zoals eekhoorns, kangoeroeratten en springmuizen. Ook zijn er veel nachtdieren zoals veel soorten uilen, gekko’s, wangzakmuizen en woestijnvossen.
Planten in de woestijn
Planten brengen leven in de woestijn. Zonder planten zouden er geen dieren kunnen leven. Maar planten kunnen niet zoals dieren de zon vermeiden. Een woestijn is namelijk meer dan alleen een grote zandvlakte. Een woestijn kan zelfs zeer vruchtbaar zijn.
Wanneer het erg hard heeft geregend in een woestijn wordt de grond erg vruchtbaar. Dit houdt in dat er planten kunnen groeien. Je ziet dan ook dat er na een regenbui veel meer planten te zien zijn in een woestijn. Na de regen wordt het weer extreem warm in de woestijn waardoor het water weer uit de grond trekt. Hierdoor sterven alle planten weer af. Op hun vaste plek in de grond hebben planten zich op een aantal manieren aangepast aan de hitte en droogte, maar ondanks de kale aanblik van de woestijn, zijn er toch meer planten dan je denkt.
Woestijnplanten hebben ook maar een beperkte watervoorraad. Sommige kunnen met lange vertakte wortels water opzuigen uit een groot gebied. Andere kunnen dankzij speciale stammen of bladeren water opslaan.
Cactussen zijn de bekendste woestijnplanten. Ze groeien alleen in Noord-Amerika. Een cactus is een plant met heel veel stekels. Ze kunnen ook bloeien. Dan komen er hele mooie bloemen uit. Cactussen kunnen water in hun stam opslaan. De was die ze aan de buitenkant hebben zorgt ervoor dat het water niet verdampt. Cactussen kunnen heel groot worden sommigen wel 18 meter hoog.