Tweede Franse Republiek
(Tweede) Franse Republiek (Deuxième) République Française | |
---|---|
Hoofdstad | Parijs |
Talen | Frans |
Bestuursvorm | Unitaire presidentiële republiek |
Volkslied | Le Chant des Girondins |
Portaal Frankrijk en Geschiedenis |
De Tweede Franse Republiek (Frans: Deuxième République Française) bestond van 1848 tot 1852. In deze periode was Frankrijk een republiek met een president. De Tweede Franse Republiek ontstond na de Februarirevolutie van 1848. De monarchie werd toen afgeschaft, waardoor Frankrijk voor de tweede keer in haar geschiedenis een republiek werd. Eerder bestond al de Eerste Franse Republiek tussen 1792 en 1804.
De republiek werd uitgeroepen door Alphonse de Lamartine. Al snel ontstonden conflicten tussen de gematigde republikeinen en de conservatieven. Tijdens de eerste presidentsverkiezingen werd Lodewijk Napoleon Bonaparte, de neef van Napoleon Bonaparte, tot president gekozen. Lodewijk Napoleon trok steeds meer macht naar zich toe en schakelde zijn tegenstanders uit. De Tweede Franse Republiek was dan ook van korte duur. In 1852 kroonde Lodewijk Napoleon Bonaparte zich tot keizer Napoleon III. Hierdoor ontstond het Tweede Franse Keizerrijk dat een einde aan de republiek maakte.
Achtergrondinformatie
Om de Tweede Franse Republiek te begrijpen, dien je een aantal dingen te weten over de Franse geschiedenis. Tussen 1792 en 1804 was Frankrijk een republiek geweest. Tijdens de Eerste Franse Republiek was er nog al wat onrust geweest, maar er werd ook voor het eerst geëxperimenteerd met het idee van een republiek en democratie. Tegen 1848 waren er nog steeds voorstanders van de republiek. Dit waren niet alleen socialisten, maar ook gematigde, liberale en conservatieve republieken. Zij vonden allemaal de monarchie overbodig.
Tussen 1804 en 1814 bestond het Eerste Franse Keizerrijk onder Napoleon Bonaparte. Hoewel Napoleon in 1821 overleden was, had hij nog veel aanhangers in Frankrijk. Zij werden "bonapartisten" genoemd en wilden iemand uit het huis Bonaparte keizer van Frankrijk maken. Het is belangrijk om te weten dat tijdens de jaren 1830 en 1840 veel monumenten uit Napoleons tijd werden afgemaakt. Ook werden veel musea geopend waar Napoleons kunst te zien was. Hierdoor groeide het aantal bonapartisten.
In 1814 werd Frankrijk opnieuw een koninkrijk. Tijdens de Restauratie kwam het huis Bourbon terug op de troon. Hoewel Frankrijk nu een constitutionele monarchie was, had de koning nog altijd veel macht en invloed op de politiek. In 1830 leidde dit tot een grote volksopstand, waardoor de Julimonarchie ontstond. De Julimonarchie probeerde door middel van compromissen de Fransen als één volk te verenigen. De monarchie slaagde hier niet in en werd alsmaar onpopulairder.
Verloop
Ontstaan
In 1848 brak uiteindelijk de Februarirevolutie uit. Frankrijk had te maken met grote armoede, sociale ongelijkheid een economische crisis. In plaats dat de overheid hier iets aandeed werden politieke tegenstanders opgepakt en protesten neergeslagen. In 1848 had het volk genoeg. In Parijs namen de opstandelingen een deel van de stad in handen. Zij werden gesteund door de republikeinen en socialisten. Uiteindelijk trokken zij naar het Tuilerieënpaleis, waar zij het aftreden van koning Lodewijk Filips I eisten. De koning trad af op 24 februari 1848. Enkele dagen later werd de monarchie afgeschaft en de republiek uitgeroepen.
De stichter van de Tweede Republiek was Alphonse de Lamartine. Er kwam een tijdelijke overgangsregering onder Louis Blanc. Ondertussen werden er verkiezingen uitgeroepen met algemeen kiesrecht. Hierdoor konden alle Franse mannen stemmen voor een parlement. Dit parlement zou vervolgens een nieuwe grondwet maken. Ondertussen werden er Nationale werkplaatsen opgericht. Frankrijk had namelijk te maken met grote werkloosheid. Door middel van deze werkplaatsen wilde men werk en inkomen voor werklozen regelen. Deze maatregel werd als iets socialistisch gezien en werd in juni 1848 al weer afgeschaft. Veel mensen raakten hierdoor opnieuw werkloos, waardoor in Parijs een grote opstand uitbrak. Hierdoor verloren de socialisten aan steun.
Grondwet en verkiezingen
Op 4 november 1848 werd een nieuwe grondwet aangenomen. Frankrijk werd een republiek en een democratie. Het algemeen kiesrecht werd ook in de grondwet geschreven. Er kwam een parlement en een president. Beide zouden door middel van rechtstreekse verkiezingen door de bevolking gekozen worden. Het belangrijk om te weten dat een groot deel van de bevolking toen al aanhanger was Napoleon. Hoewel Napoleon al tientallen jaren overleden was, zagen veel mensen zijn neefje (Lodewijk Napoleon Bonaparte) als zijn opvolger. Tegen 1848 had Lodewijk Napoleon Bonaparte al een aardige aanhang en besloot dat jaar mee te doen aan de presidentsverkiezingen.
Tijdens de presidentsverkiezingen waren er naast Napoleon nog twee andere belangrijke kandidaten. Dit waren de gematigde republikein Louis-Eugène Cavaignac en de socialist Alexandre Ledru-Rollin. Napoleon was toch verreweg de meest populaire kandidaat. Tijdens de verkiezingen won hij maar liefst 74% van de stemmen en werd tot president gekozen. Napoleon had vooral veel aanhang in de landelijke regio's, maar ook in de steden was hij vrij populair.
Lodewijk Napoleon als president
In december 1848 werd Lodewijk Napoleon president. Al vanaf dat moment begon Frankrijk meer een monarchie te worden dan een republiek. Lodewijk Napoleon eerde Napoleon Bonaparte door een groot portret van hem te hangen in het presidentieel paleis. Ook werd hij aangesproken met de titel "Prins-President". Napoleon koos royalisten (aanhangers van de monarchie) als zijn ministers. Hij probeerde ook de harten van de conservatieven te winnen. Zo hielp hij de paus om zijn macht over de Kerkelijke Staat te behouden. Dit zorgde voor een conflict met het parlement. Lodewijk Napoleon deed net alsof het parlement de oorlog aan conservatieven en republikeinen had verklaard.
Uiteindelijk vonden er nieuwe verkiezingen plaats in het parlement in 1850. De republikeinen wonnen toen onverwachts een meerderheid. De royalisten en conservatieven zagen hen als bedreiging. In Frankrijk had de president vrij veel macht. Hierdoor kon hij met een ander instituut de kieswet aanpassen. Het algemeen kiesrecht werd vervangen door een vorm van censuskiesrecht, waardoor veel arbeiders niet konden stemmen. Enkele weken later werd ook de persvrijheid ingeperkt.
Einde
Lodewijk Napoleon probeerde eerst de grondwet aan te passen, maar kreeg hiervoor niet genoeg steun. Uiteindelijk besloot hij daarom om een staatsgreep te plegen. Hiervoor had hij de steun van de royalisten, de conservatieven en het leger. Ook de aanhangers van het huis Bourbon steunden hem, aangezien koning Lodewijk Filips I een jaar eerder was overleden. Zij zagen Lodewijk Napoleon als zijn opvolger. Tussen augustus en november 1850 probeerde hij steun onder het volk te winnen. Hij gaf speeches door heel Frankrijk waarin hij Napoleon prees. Ondertussen raakten zijn tegenstanders steeds verder verdeeld.
In de nacht van 1 op 2 december 1851 zag Lodewijk Napoleon zijn kans. Die dag werd Napoleons kroning in 1804 en Napoleons overwinning in de Slag bij Austerlitz gevierd. Lodewijk Napoleon koos deze dag dus ook als een symbool. Lodewijk Napoleon ontbond het parlement, herstelde het algemeen kiesrecht en liet alle partijleiders arresteren. Ondertussen liet hij zijn eigen presidentschap met 10 jaar verlengen. Hoewel Napoleon veel tegenstanders had (zoals de Franse schrijver Victor Hugo), werd dit allemaal door het leger neergeslagen. Op 14 januari 1852 werd Lodewijk Napoleon Bonaparte gekroond tot keizer Napoleon III. Hierdoor ontstond het Tweede Franse Keizerrijk.