Germaanse mythologie
De Germaanse mythologie is sterk verwant aan de Noordse mythologie. Er zijn dan ook veel goden en godinnen die met elkaar overeenkomen, maar ze hebben een andere naam.
Noordse Naam | Germaanse Naam | Functie | Echtgenote(n) | Verblijf | Vervoer | Attributen | Opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Odin | Wodan | Oudste Æsir, oppergod; kennis, wijsheid, strijd | Frigga | Gladsheimr waar zijn zetel Hlidskjalf staat | Sleipnir | Ring Draupnir, medekelk, speer, raven: Huginn en Muninn | Zoon van Borr en Bestla |
Frigg | Frigga | Æsir | Odin | Fensalir | Wagen getrokken door katten met leidsels van bloeiend vlas | Sleutelbos, blauwe mantel, rode jurk, veer | Moedergodin, wordt ook Saga genoemd |
Thor | Donar | Æsir; sterkste ase, slaat rijpreuzen en bergreuzen schedel in met zijn hamer Mjölnir | Sif | Bilskirnir in Thrudvangar met 5x100+40 vertrekken | Tandgniostr en Tandgrisnir (bokken) | Mjölnir, Krachtgordel, IJzeren handschoenen | Zoon van Odin en Jörd; verdedigt Asgard en Midgard |
Baldr | Balder | De beste en mooiste en wijste welsprekendste en genadigste | Nanna | Breidablik in Asgard | Paard | Hringhorni en erft Draupnir | ‘Zijn raad wordt nooit gevolgd’; god van het wenen |
Njord | Njord | Vanir; regelt waaien van de wind, zee en vuur, rijk en vermogend | Skaði | Nóatún in Asgard | Uit Vanaheimr, geruild met Hœnir; god van voorspoed | ||
Skaði | Skadi | Vanir; boogschieten en skiën, schoonheid | Njǫrð | Thrymheimr | Boog | Andere namen: Öndurgud, Öndurdis | |
Freyr | Fro / Frea | Vanir; machtig mooi; regen en zon, vruchten en vrede | Gerd | Alfheim | Skíðblaðnir (opplooibaar schip) en everwagen | Zoon van Njord en Skadi, God van jaargroei en voorspoed | |
Freyja | Frîia of Frija | Vanir; mooi machtig (‘frova’), voortreffelijkste; liefdesgedichten | Ód | Folkvangr en Sessrumnir in Asgard | Wagen met twee katten | Halssnoer Brísingamen | Helft van de strijders is voor haar; weent rood goud om verdwaalde Ód, heeft veel namen door het reizen om hem te zoeken |
Hnoss | Al het mooie heet zo | Dochter van Freyja en Od | |||||
Týr | Ziu / Tîw | Æsir. Stoutmoedigste, wijst zege toe, wijs | Eenhandig | 'Geen vredestichter' | |||
Bragi | Æsir; wijsheid, poëzie, retoriek en woordspel | Iðun | Lange baard | Schepper van de dichtkunst | |||
Iðunn | Bewaart in kist appelen voor verjonging van de goden | Bragi | |||||
Heimdall | Heimdal | Witte Æsir, groot en heilig, had negen zustermoeders, brugbewaker tegen de reuzen | Himinbjörg in Asgard bij Bifröst | Paard Gulltoppr | Gouden tanden; minder slaap dan een vogel nodig, ziet overdag en 's nachts 100 mijl ver; hoort gras en wol groeien; Gjallarhoorn schalt in alle werelden | Vijand van Loki | |
Hodr | Hödur | Æsir. Blind en sterk | Doder van Baldr | ||||
Vidar | Æsir. Zwijgzame ase bijna zo sterk als Thor | Vidi | Schoen met dikke zool of IJzeren schoen | Doodt Fenrir | |||
Váli | Æsir; moedig en goed schutter | Valaskjálf | Zoon van Odin en Rind; vijand van Höd, die hij doodt | ||||
Ull | Uller | Æsir; boogschutter skiloper, mooi, strijder | Ydalir | Zoon van Odin en Sif, stiefzoon van Thor | |||
Vili | Hœnir | Broer van Odin en Vé. Vlugge Vanir of langpoot | Zoon van Borr en Bestla | ||||
Vé | Lodur | Broer van Odin en Vili. | Zoon van Borr en Bestla | ||||
Forseti | Æsir; verzoener, rechtspreker | Glitnir in Asgard | Zoon van Baldr en Nanna | ||||
Loki of Loptr | Loki | Mooi en knap, boosaardig en grillig; sluwheid | Sigyn | Overal | Zoon van reus Farbauti en reuzin Laufey | ||
Loki of Loptr | Loki | Boosaardig, sluw, grillig | reuzin Angrboða | Overal | Nageslacht: Fenrir; Jörmungandr (Midgaardslang) en Hel | ||
Sága | Æsir | Odin | Sökkvabekkr | Andere naam van Frig | |||
Eir | Æsir Heelmeesteres | ||||||
Hlín | Æsir. Waakt over mensen die men tegen gevaar in bescherming neemt | ‘hleina’ = zichzelf beschermen, Hoedster = andere naam van Frig | |||||
Snotra | Æsir. Verstandig bescheiden | ‘snotr’ = bescheiden man of vrouw | |||||
Gná | Æsir. Boodschapster van Frig | Paard Hófvarpnir, berijdt wolken en water | ‘gnaefar’ = hoog oprijzen | ||||
Sól | Sunna of Sinthgunt | Vanir; zonnegodin | Strijdwagen getrokken door de twee paarden, Arvakr en Alsvidr | ||||
Ran | Zeegodin | Aegir (zee) | |||||
Jörd | Ertha | Æsir van de aarde | Moeder van Thor, oorspronkelijk een Vanir | ||||
Rind | Æsir | Moeder Vali |
De Germanen waren niet één volk, maar meer een verzameling van stammen, iets wat je ook ziet bij de Kelten. Ze verbleven ongeveer vanaf 600 voor Chr. in het midden en het noorden van Europa. De stammen konden zich in de eerste eeuwen na onze jaartelling nog altijd onderling verstaanbaar maken, omdat zij verschillende dialecten spraken van dezelfde taal: het Oergermaans. Dat zie je terug in het Scandinavisch, Fries, Engels, Duits en Nederlands (inclusief het Vlaams) dat aan elkaar verwant is, maar meer uit elkaar is komen te liggen.
De Vikingen waren waarschijnlijk dus ook verwant, maar zij werden veel later gekerstend dan de Germanen. Werden de Germanen al vanaf de vroege Middeleeuwen (ca. 400 na Chr.) gekerstend, bij de Vikingen gebeurde dit ruim 500 jaar later. Hun Asengeloof (= Noordse mythologie) met meerdere goden (polytheïsme) kon veel langer stand houden. Van het Asengeloof is dan ook veel meer bewaard gebleven dan van het Germaanse geloof. Het Germaanse geloof heeft meer invloeden van de Romeinen gekend.