Lodewijk Napoleon Bonaparte
Louis Bonaparte (of Lodewijk in het Nederlands) (Ajaccio, 2 september 1778 - Livorno, 25 juli 1846), was een jongere broer van Napoleon Bonaparte, keizer van de Fransen. Lodewijk Bonaparte was koning van Nederland van 1806 tot 1810, regerend over het Koninkrijk Holland (een Franse vazalstaat wat ongeveer overeenkomt met het huidige Nederland).
Hij was de zoon van Carlo Bonaparte en Maria-Letizia Ramolino.
Hij en zijn broers en zussen werden allemaal geboren op Corsica, dat minder dan tien jaar voor zijn geboorte door Frankrijk was veroverd. Louis volgde zijn oudere broers in het Franse leger, waar hij profiteerde van de bescherming van Napoleon.
In 1806 liet Napoleon het Koninkrijk Holland ontstaan in plaats van de Bataafse Republiek. Napoleon benoemde Lodewijk als de nieuwe koning. Napoleon had van plan geweest dat Holland niet meer dan een 'marionettenstaat' zou zijn, maar Lodewijk was vastbesloten om zo onafhankelijk mogelijk te zijn en werd in feite behoorlijk populair onder zijn nieuwe volk. Napoleon werd moe van de eigenzinnigheid van zijn broer en voegde Nederland in 1810 bij het Franse rijk en Lodewijk ging in ballingschap. Zijn jongste zoon, Louis-Napoléon, stichtte in 1852 het Tweede Franse Keizerrijk en riep zichzelf uit tot Napoleon III.
Familie
Louis had vier broers; Joseph Bonaparte, Napoleon Bonaparte, Lucien Bonaparte en Jérôme Bonaparte, en drie zussen; Élisa Bonaparte, Pauline Bonaparte en Caroline Bonaparte.
Op 4 januari 1802 trouwde hij met zijn stiefnicht Hortense de Beauharnais, de dochter van keizerin Joséphine (de vrouw van Napoleon). Louis en Hortense kregen drie zoons:
- Napoléon Louis Charles (10 oktober 1802 - 4 mei 1807)
- Napoléon Louis (11 oktober 1804 - 17 maart 1831), koning (Louis) Lodewijk II van Nederland.
- Charles Louis Napoléon (20 april 1808 - 9 januari 1873), de latere Napoléon III.
Jonge leven
De vroege carrière van Louis Bonaparte werd doorgebracht in het leger en hij diende bij Napoleon in Egypte. Dankzij zijn oudere broer Napoleon, kreeg Lodewijk een functie in het Franse leger en werd hij bevorderd tot luitenant in het 4e artillerieregiment, en van daaruit werd hij assistent van de staf van Napoleon. Napoleon beval tijdens zijn Italiaanse veldtocht Lodewijk aan Lazare Carnot (minister van oorlog) aan, en Lodewijk werd vervolgens tot kapitein benoemd. Later werd hij op 25-jarige leeftijd generaal, hoewel hij zelf vond dat hij in te korte tijd te hoog was gestegen.
Bij de terugkeer van Louis naar Frankrijk, was hij betrokken bij het complot van Napoleon om het Directoire (ze maar de regering) omver te werpen. Nadat hij de eerste consul was geworden, regelde Napoleon een huwelijk tussen Louis en Hortense de Beauharnais, de dochter van keizerin Josephine, en dus de stiefdochter van Napoleon. Hortense, die aanvankelijk tegen het huwelijk was, werd door haar moeder overgehaald om met Louis te trouwen omwille van het gezin, en dat deed ze.
Louis leed vermoedelijk aan perioden van psychische aandoeningen. Deze perioden van depressie of mentale onevenwichtigheid zouden Louis tot aan zijn dood kwellen.
Koning van Holland (1806-1810)
Napoleon vond de Bataafse Republiek te onafhankelijk naar zijn zin en verving deze op 5 juni 1806 door het Koninkrijk Holland en plaatste Lodewijk op de troon. Napoleon was van plan geweest dat zijn jongere broer niet veel meer zou zijn dan een Franse prefect van Holland. Louis had echter zijn eigen mening en probeerde een verantwoordelijke en onafhankelijke vorst te zijn. In een poging om zich geliefd te voelen bij zijn geadopteerde land, probeerde hij de Nederlandse taal te leren; hij noemde zichzelf Lodewijk I (de Nederlandse vorm van zijn naam) en verklaarde zichzelf Nederlands in plaats van Frans. Naar verluidt was zijn Nederlands aanvankelijk zo slecht dat hij de mensen vertelde dat hij het "Konijn van 'Olland" was, in plaats van Koning van Holland. Zijn oprechte poging om Nederlands te leren leverde hem echter enig respect op van zijn onderdanen.
Nadat hij zichzelf Nederlander had verklaard, probeerde Lodewijk zijn hof ook Nederlands te maken. Hij dwong zijn hofhouding en ministers (meestal geleverd door Napoleon) om alleen Nederlands te spreken, en ook om afstand te doen van hun Franse staatsburgerschap. Dit laatste was te veel voor zijn vrouw Hortense die, zijn verzoek afwees. Louis en Hortense hebben nooit met elkaar kunnen opschieten, en deze eis zette hun relatie nog meer onder druk. Ze kwam slechts met tegenzin naar Holland en probeerde opzettelijk Louis zoveel mogelijk te ontwijken.
Louis kon zich nooit voor vast vestigen op de locatie van wat zijn hoofdstad moest zijn terwijl hij in Nederland was. Hij veranderde meer dan twaalf keer van hoofdstad en probeerde Amsterdam, Den Haag, Utrecht en andere plaatsen. Op een keer, na een bezoek aan het huis van een rijke Nederlandse koopman, vond hij de plaats zo leuk dat hij de eigenaar er uit liet zetten zodat hij er kon gaan wonen. Daarna verhuisde Louis na zeven weken weer. Zijn constante beweging hield het hof in beroering omdat ze hem overal moesten volgen. Het Europese corps diplomatique ging zelfs zo ver om Bonaparte te verzoeken op één plaats te blijven, zodat ze hem bij konden houden. Deze rusteloosheid werd later gekoppeld aan zijn vermoedelijke "waanzin".
Hortense baarde Louis' zonen in Parijs, terwijl Louis in Nederland was. In 1806 verzocht Louis dat zijn zoon naar hem in Nederland zou worden gestuurd, maar dat werd geweigerd door Hortense, die geloofde dat haar zoon nooit naar Frankrijk zou worden teruggestuurd. Toen Lodewijk zijn broer Napoleon om hulp vroeg, koos Napoleon de kant van Hortense. Napoleon hield de jongen in zijn eigen hof en hij liet hem zelfs de erfgenaam van de Franse troon noemen voordat zijn eigen zoon werd geboren.
Tijdens het bewind van Louis Bonaparte deden zich twee grote ongelukken voor: de explosie van een vrachtschip geladen met buskruit in het hart van de stad Leiden in 1807, en een grote overstroming in Nederland in 1809. In beide gevallen hield Louis persoonlijk toezicht op de plaatselijke hulpacties, die hem de titel van Lodewijk de Goede hielpen verdienen. Napoleon leek teleurgesteld en merkte op: "Broeder, als ze van de één of andere koning zeggen dat hij goed is, betekent dit dat hij gefaald heeft in zijn heerschappij."
Het bewind van Louis Bonaparte was van korte duur om twee redenen: de eerste was dat Napoleon de waarde van Franse leningen van Nederlandse investeerders met tweederde wilde verminderen, wat een serieuze economische klap voor Nederland betekende. De tweede reden was dat Napoleon eiste dat Lodewijk troonsafstand moest doen. Ondertussen was Napoleon een leger aan het voorbereiden voor zijn invasie van Rusland. Hij wilde troepen uit het hele gebied dat onder zijn controle was. Dit waren dus ook troepen uit Nederland. Louis, geconfronteerd hem met de vraag of dat wel nodig was, maar zijn broer weigerde pertinent. Napoleon beschuldigde Lodewijk er vervolgens van de Nederlandse belangen boven die van Frankrijk te stellen, en verwijderde de meeste Franse troepen in Nederland voor de komende oorlog in het oosten, waardoor er slechts ongeveer 9.000 garnizoenssoldaten in de Nederlanden achterbleven. Helaas voor Louis landden de Engelsen in 1809 met een leger van 40.000 man in een poging om Antwerpen en Vlissingen in te nemen. Omdat Louis niet in staat was zijn rijk te verdedigen, stuurde Frankrijk 80.000 milities, onder bevel van de toekomstige koning van Zweden Jean-Baptiste Bernadotte en werd met succes de invasie afgeslagen. Napoleon stelde toen voor dat Lodewijk zou aftreden, daarbij wijzend naar Lodewijk dat die niet in staat was om Holland te beschermen. Lodewijk weigerde en verklaarde de bezetting van het Koninkrijk door een Frans leger als onwettig. Op 1 juli 1810 deed Lodewijk afstand van de troon ten gunste van zijn tweede zoon, Napoleon Louis Bonaparte, de latere koning Lodewijk II van Nederland. Hij vluchtte op 2/3 juli uit Haarlem en vestigde zich in Oostenrijk. Maarschalk Nicolas Charles Oudinot viel op 4 juli Nederland binnen. Op 9 juli voegde Napoleon bij wet Nederland bij Frankrijk.
Wapen
Koninkrijk Holland: Lodewijk I · Lodewijk II · Hortense (regentes) |