Einsatzgruppen
Einsatzgruppen waren bewapende groepen uit nazi-Duitsland die tussen 1938 en 1945 actief waren voor de SS. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoordden deze groepen aan het oostfront honderdduizenden Joden, zigeuners, communisten, intellectuelen, partizanen en gehandicapten, zonder enige vorm van proces.
Algemene informatie en ontstaan
Tijdens de Anschluss van Oostenrijk in maart 1938 werden de eerste Einsatzgruppen gevormd door Reinhard Heydrich. Ze werden actief voor de SS en waren een onderdeel van de RSHA. Ze bestonden uit SS’ers, politiemannen en soldaten. Heydrich, Heinrich Himmler en Ernst Kaltenbrunner werden belangrijke leiders van deze moordgroepen. Ook tijdens de annexatie van Tsjechië en de Poolse veldtocht werden Einsatzgruppen gevormd. In 1941 hadden de Einsatzgruppen 3000 soldaten. De Einsatzgruppen opereerden aan het oostfront. Ze volgden de Wehrmacht op de voet en schakelden alle "ongewenste elementen" uit.
Acties
Anschluss (1938) en Tsjechië (1939)
Tijdens de Anschluss van Oostenrijk en de annexatie van Tsjechië werden door de Einsatzgruppen nog geen massamoorden uitgevoerd. Ze moesten bijvoorbeeld concentratiekampen oprichten en ervoor zorgen dat de lokale leiders werden vervangen door nazi's.
Polen (1939)
In 1939 werden de Einsatzgruppen ingezet tijdens de Poolse veldtocht. Ze moesten Poolse intellectuelen (bijvoorbeeld priesters en leraren) vermoorden. Naar schatting werden 60.000 tot 80.000 executies uitgevoerd tussen september 1939 en het voorjaar van 1940 door de Einsatzgruppen in Polen.
Operatie Barbarossa (1941)
Toen Duitsland in de zomer van 1941 de Sovjet-Unie aanviel (Operatie Barbarossa), werden ook Einsatzgruppen ingezet. Toen moesten ze Joden, zigeuners, communistische leiders en Russische officieren uitschakelen. Er werden honderdduizenden mensen vermoord, het wordt ook wel de Wilde Holocaust of de Holocaust door kogels genoemd. Naar schatting zijn er wel één vierde tot één derde van de Holocaust-slachtoffers gemaakt door de Einsatzgruppen. In de Baltische staten werden ongeveer 172.000 executies uitgevoerd door de Einsatzgruppen A en B, waarvan in Litouwen de meeste. In Wit-Rusland werden 42.000 executies uitgevoerd en nog eens 3600 in de Sovjet-Unie. Ook in de Oekraïne waren Einsatzgruppen actief.
De SS'ers voerden Joden het bos in. Ze gaven hen een spade om hun eigen graf te graven. Maar Himmler en Heydrich vonden het te langzaam gaan en lieten massagraven aanleggen. De slachtoffers moesten bovenop de vorige groepen doden liggen. Maar ze vonden zelfs dat deze methode te veel tijd kostte. De SS gebruikte toen ravijn Babi Jar. Maar liefst 34.000 Joden werden in 2 dagen tijd gedood: mannen, vrouwen en kinderen. Maar Himmler was niet tevreden. Hij had een actie van een Einsatzgruppe bijgewoond en hij merkte dat deze kille afslachting de soldaten psychologisch raakte. Daarom bedacht hij andere methodes. Een jaar later verschenen gaskamers in concentratiekampen.
Naar schatting waren er tot de jaarwisseling van 1941-1942 een half miljoen Sovjet-Joden vermoord. Na 1941 gingen de Einsatzgruppen door met moorden, omdat er nog meer dan een miljoen Joden in het land woonden.
Na de oorlog
Na de Tweede Wereldoorlog zijn meerdere officieren van de Einsatzgruppen veroordeeld als oorlogsmisdadiger. Paul Blobel, Werner Braune, Erich Naumann en Otto Ohlendorf werden opgehangen. Veel andere belangrijke aanvoerders van de Einsatzgruppen kregen slechts gevangenisstraf en waren al snel weer op vrije voeten. Bijvoorbeeld Martin Sandberger en Woldemar Klingelhöfer, beide werden na de oorlog ter dood veroordeeld, maar de straf werd later omgezet in levenslang. In 1958 kwam Sandberger al vrij en hij stierf in 2010. In 1956 werd Klingelhöfer vrijgelaten en hij overleed rond 1980.
De acties van de Einsatzgruppen zijn minder bekend dan de concentratiekampen. Toch worden in de getroffen landen monumenten geplaatst op de vroegere executieplaatsen en massagraven.