Operatie Fall Weiss
Operatie Fall Weiss | ||
Datum | 1 september 1939 - 6 oktober 1939 | |
Locatie | Polen | |
Overwinning voor | Nazi-Duitsland Sovjet-Unie | |
Strijdende partijen | ||
Polen | Nazi-Duitsland Sovjet-Unie |
|
Leiders | ||
Edward Rydz-Śmigły | Adolf Hitler Walther von Brauchitsch Gerd von Rundstedt Fedor von Bock Jozef Stalin |
|
Troepensterkte | ||
1 tankdivisie 30 infanteriedivisies 11 cavaleriedivisies 210 bommenwerpers, 150 piloten |
11 tankdivisies 40 infanteriedivisies 850 bommenwerpers 400 piloten |
|
Verliezen | ||
? | ? | |
Portaal Geschiedenis |
Operatie Fall Weiss, ook bekend als de Aanval op Polen, was de eerste veldslag of operatie aan het Oostfront in de Tweede Wereldoorlog. Fall Weiss begon op 1 september 1939, toen op 4h45 in de ochtend de Blitzkrieg de Poolse linies doorbrak. Aan het begin van de volgende maand had de laatste Poolse legereenheid zich al overgegeven en was het hele land bezet.
De slag
Een legergroep onder leiding van Von Rundstedt viel aan vanuit het zuiden, terwijl Von Bocks troepenmacht het noorden voor zijn rekening nam. Er had nog nooit zo'n grote gemechaniseerde aanval plaatsgevonden en generaal Walter Nehring, die onder Heinz Guderian werkte, beweerde dat veel hoge officieren van de Wehrmacht ongerust waren omdat ze niets meer konden doen moest de aanval mislukken of vastlopen. Een andere zorg, naast die of zo'n grote gemechaniseerde aanval zou werken, was dat het Duitse leger - te wijten aan het feit dat ze van twee kanten aanvielen - zonder een centrum dat een eventuele Poolse tegenaanval zou kunnen stuiten. er was een kloof van ongeveer 300 km tussen de Duitse legerbasis van het 8ste leger bij Silezië in het zuiden, en die van het 4de leger in het noorden bij Pommeren. Tussen de twee legers in was het Poolse leger onder bevel van Poznan, die een strategische bedreiging vormde omdat het een "gat" kon maken in de achterhoede van één van de twee Duitse legers en zo de opmars vertragen. Om dit probleem te vermijden hadden de Duitsers hun vertrouwen in een verrassingsaanval die ten eerste de Polen zou terug slaan en ten tweede zo'n chaos in Polen zou veroorzaken dat elke vorm van een gemeenschappelijke tegenaanval niet kon plaatsvinden. Ook wilden ze hier snelheid en succes. Door het terugdringen van de Polen gingen de Duitsers van uit dat elke Poolse eenheid op hun weg gewoon met of zonder in gevecht geweest te zijn in wanorde zou terugtrekken - dit was de chaos waarop ze hadden gehoopt. Wanneer de Polen een tegenaanval wilden uitvoeren, moest dit gebeuren voordat een van de twee Duitse legergroepen ver in Polen was gevorderd. Beide legergroepen hadden als doel van de veldtocht Warschau. In deze snelle opmars werd het 300 kilometer brede gat tussen de twee legergroepen steeds kleiner en kleiner. Hoe dichter de legers bij elkaar kwamen, hoe sterker ze werden. Deze snelle opmars was te wijten aan het feit dat ze het Poolse leger zo fel terugsloegen (dat in midden september in die wanorde geraakte). Een Poolse tegenaanval aan de Bzura was nu niet meer vol te houden. De Polen hadden hun legermacht achter de rivier Vistula geplaatst om als een soort "barrière" te dienen voor eender welke Duitse opmars. Op de vijfde dag van de campagne staken de Duitsers de rivier over nadat de Poolse luchtmacht was uitgeschakeld en Polen van alle luchtbescherming was ontdaan. Hierin werd ook bewezen dat Polen een makkelijk doelwit was voor de Duitse Luftwaffe die in Polen sinds 2 september vrij kon opereren. Toen de Sovjet-Unie op 17 september Polen binnenviel werd het lot van Polen bezegeld. Op 24 september bombardeerden 1.150 Duitse bommenwerpers Warschau, dat zich op 28 september overgaf. Hierna trokken de Poolse troepen zich terug naar de grens met Roemenië, waar in het geheim wapens en munitie waren verborgen. De Poolse soldaten wilden zich hier blijven verzetten tot er hulp zou komen van Engeland en Frankrijk. Maar er kwam geen hulp van deze landen, en de laatste Poolse troepen gaven zich op 6 oktober over.
Redenen voor de overwinning
Waarom Duitsland zo een grote overwinning kon behalen, lag aan het feit dat ze als veruit de enige in Europa nieuwe tactieken ontwikkelden en nieuwe wapens produceerden om deze tactieken uit te voeren. Het Poolse leger, net als de vele andere legers in Europa bleef te veel in een mentaliteit van de Eerste Wereldoorlog.
Verhoudingen
Om te beginnen had Duitsland 11 tankdivisies tegen 1 Poolse, qua infanterie stonden de divisies 40 tegen 30, Duitsland had 4 gemotoriseerde divisies en Polen geen enkele, en het enige vak waar polen een overwicht had met 1 tegen 11 was de cavalerie. Qua luchtmacht had Duitsland 850 bommenwerpers en duikbommenwerpers (JU-87's) en 400 piloten. De Poolse luchtmacht moest het met 210 bommenwerpers en 150 piloten doen. Deze waren duidelijk geen partij voor de Luftwaffe, dat wordt bewezen door het feit dat de Poolse luchtmacht meteen al na 2 dagen (bij de eerste aanval) door de Duitse Luftwaffe vernietigd werd. De Poolse marine beschikte over 4 torpedobootjagers, vijf onderzeeërs, 2 kanonneerboten, slechts 1 mijnlaag en 6 mijnvegers. Dit betekende ook dat geen enkele Duitse aanval van de zee kon worden afgeslagen. Ondanks het Verdrag van Versailles had Duitsland een marine die de Poolse in één-twee-drie overklaste. Zo een superioriteit van wapens en strategie konden maar tot één ding leiden: een snelle en beslissende Duitse overwinning. Generaal von Brauchitsch, opperbevelhebber van het Duitse leger maakte vooraf duidelijk wat hij voor zijn eerste veldslag in de veldtocht wou doen:
Het doel van de veldtocht is de Poolse strijdkrachten vernietigen. Het plan hierachter is een verassingsaanval op het Poolse grondgebied. — von Brauchitsch
|