Directoire: verschil tussen versies
Regel 39: | Regel 39: | ||
===Mislukte staatsgreep door royalisten=== |
===Mislukte staatsgreep door royalisten=== |
||
+ | De eerste verkiezingen van de Directoire werden gehouden in maart en april 1797. De meeste leden van de Nationale Conventie verloren hierdoor hun zetel. De meeste nieuwe leden waren monarchisten (voorstanders van de monarchie), maar zij waren het niet eens over welke vorm van monarchie. Hoewel monarchisme niet legaal was, waren er toch monarchistische kranten, demonstraties en pamfletten. Ook waren de monarchisten een stuk gematigder op het gebied van religie. Hierdoor wonnen zij aan populariteit. |
||
+ | |||
+ | Toch wilden niet alle monarchisten hun plannen via democratische weg bereiken. Sommigen wilden via een staatsgreep de monarchie herstellen. Op 4 september 1797 vond er een staatsgreep plaats, maar deze mislukte. De Directoire greep in door de betrokken leden en journalisten te verbannen naar [[Frans-Guyana]] en monarchistische kranten op te heffen. Hoewel de Directoire het had overleefd, bleek had het wel veel steun verloren. |
||
===Verkiezingen van 1798=== |
===Verkiezingen van 1798=== |
Versie van 21 okt 2023 22:36
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Het Directoire was de periode in de Franse geschiedenis tussen 1795 en 1799. Het Directoire is de naam van de regering van de Eerste Franse Republiek in deze periode. Vaak wordt de naam ook gebruikt om de gehele periode aan te duiden. Het Directoire was de opvolger van de Nationale Conventie en de voorganger van het Consulaat.
Het Directoire maakte een einde aan de Terreur. Om een nieuwe editie van de Terreur te voorkomen werd een ingewikkeld systeem ontwikkeld. Er kwam censuskiesrecht, waardoor alleen mannen met een hoog inkomen kiesrecht hadden. Ook kwam er een scheiding der machten. Toch was het Directoire erg zwak en er waren erg veel conflicten. In Frankrijk waren ook verschillende opstanden door aanhangers van de koning. Het Directoire was onpopulair en bleef enkel door verkiezingsfraude en onderdrukking aan de macht.
Uiteindelijk maakte Napoleon Bonaparte een einde aan het Directoire. Op 9 november 1799 pleegde hij een staatsgreep (de Staatsgreep van 18 brumaire) en zette de Directoire af. Hierdoor werd hij eerste consul van Frankrijk, waardoor het Consulaat begon. Deze staatsgreep betekende ook het einde van de Franse Revolutie.
Politiek
Tijdens de Directoire was er censuskiesrecht. Dit betekent dat alleen een kleine groep rijke mannen konden stemmen. Mannen moesten namelijk een bepaalde hoeveelheid geld of bezittingen hebben om te kunnen stemmen. Dit was anders dan onder de Nationale Conventie, toen alle mannen in Frankrijk mochten stemmen. Men wilde namelijk voorkomen dat het gewone volk te veel invloed had. In totaal konden slechts 30.000 mannen in het gehele land stemmen. Dit was nog minder dan de tijd waarin Frankrijk een constitutionele monarchie was.
Tijdens de Directoire was de macht verdeeld tussen het parlement en de regering. Voorheen waren de wetgevende macht en de uitvoerende macht hetzelfde. Op deze manier wilde men machtsmisbruik voorkomen. Het parlement bestond uit twee kamers:
- De Raad van Vijfhonderd (Conseil des Cinq-Cents), wat uit 500 leden bestond. De raad kwam eerst bijeen in het Tuilerieënpaleis, maar zat vanaf 1798 in het Palais Bourbon. Leden moesten minstens 25 jaar oud; later werd dit verhoogd naar 30 jaar.
- De Raad van Ouden (Conseil des Anciens), wat uit 250 bestond. De raad kwam samen in het Tuilerieënpaleis. Leden moesten minstens 40 jaar oud zijn. Zij moesten ook getrouwd of weduwnaar zijn.
Een wet ging eerst door de Raad van Vijfhonderd en vervolgens door de Raad van Ouden.
De regering in deze periode heette de Directoire. Deze bestond uit 5 leden die "directeuren" genoemd werden. De Directoire werd gekozen door de Raad van Ouden. Zij moesten stemmen op kandidaten van een lijst die door de Raad van Vijfhonderd was gemaakt. De Directoire werd geholpen door een heleboel ministers die geen onderdeel waren van de regering.
Geschiedenis
Ontstaan
Na het afschaffen van de monarchie in 1792 ontstond de Eerste Franse Republiek. De republiek stond onder leiding van de Nationale Conventie. Dit was een soort van parlement. De Nationale Conventie was echter enorm verdeeld over belangrijke onderwerpen. Dit leidde tot allerlei politieke problemen. Ondertussen voerde Frankrijk oorlog met het buitenland (Eerste Coalitieoorlog), waarin Frankrijk het vrij moeilijk had. Ook waren er opstanden van voorstanders van de monarchie en kreeg het land met een grote hongersnood te maken. Tegen 1793 werd de Nationale Conventie overgenomen door de radicale Jakobijnen. Zij voerden een schrikbewind genaamd La Terreur, waarbij veel politieke tegenstanders en onschuldige mensen om het leven kwamen. Deze periode van Terreur eindigde in 1794 met de onthoofding van Robespierre.
De Nationale Conventie wilde een nieuwe periode van terreur voorkomen. In 1795 werd er een nieuwe grondwet aangenomen, waardoor de Directoire ontstond. De invloed van het normale volk werd teruggeschroefd. Het algemeen kiesrecht verdween hierdoor. Ook kwam de macht niet meer bij één raad te liggen. In plaats daarvan kwam er een regering en een parlement bestaande uit twee kamers. Op deze manier wilde men meer stabiliteit creëren en machtsmisbruik voorkomen. Op 31 oktober 1795 werd de nieuwe regering gekozen door het parlement. Deze bestond toen uit Paul Barras, Louis Marie de La Révellière-Lépeaux, Jean-François Rewbell, Étienne-François Le Tourneur en Lazare Nicolas Marguerite Carnot. De volgende dag kwam de regering voor het eerst samen en koos om in het Palais du Luxembourg te vergaderen.
De Directoire moest gelijk twee problemen oplossen; de inflatie en het gebrek aan voedsel. De regering wist de inflatie op te lossen. In plaats van papieren bankbiljetten werd er alleen nog meer geld gedrukt met zilver en goud. Deze twee materialen hebben namelijk ook echte waarde. Ook schold de regering een groot deel van de staatsschuld kwijt, maar beloofde het overige deel te betalen. Hoewel dit ervoor zorgde dat de regering weinig geld te besteden had, was de munt weer stabiel. De regering wist niet het gebrek aan voedsel op te lossen. De Directoire liet meer graan uit Italië en Algerije aanleveren, maar dit was niet genoeg. Het meeste voedsel ging ook naar de stad Parijs. De rest van Frankrijk zag vrij weinig van het voedsel, wat tot woede onder de bevolking leidde.
Mislukte complot door Jakobijnen
In mei 1796 werd de Directoire opgeschrikt door het mislukte complot van François Noël Babeuf. Hij was een erg bekend politicus die ook bij de Franse Revolutie betrokken was. Babeuf was erg radicaal en wilde opkomen voor de lagere klasse. In het begin van de Franse Revolutie wilde hij de landbouwgrond in Frankrijk in eerlijk onder de bevolking verdelen, maar hij had weinig steun hiervoor. Uiteindelijk kreeg hij een nieuw plan; al het inkomen en bezit moest op één stapel gegooid worden en eerlijk verdeeld worden over de bevolking. Hij wilde ervoor zorgen dat iedereen werk had en iedereen even veel verdiende.
Babeuf stond eerst alleen in deze plannen, maar kreeg steun van steeds meer Jakobijnen en politici. De lagere klasse steunde hem ook, aangezien zij te kampen hadden met economische problemen. Voedsel werd steeds duurder, terwijl hun loon steeds minder werd. Op 27 februari 1796 kwamen zij samen een complot te smeden om de regering omver te werpen. Het complot werd echter betrapt op 10 mei 1796 toen een van de leden van het complot naar de politie stapte. Babeuf werd opgepakt. Hierna kwamen er opstanden van Jakobijnen tegen de regering, maar Babeuf werd alsnog ter dood veroordeeld in 1797.
Problemen met het buitenland
Het grootste gedeelte van de Directoire vond de Eerste Coalitieoorlog plaats. Frankrijk in de tijd van Directoire nog oorlog aan het voeren met Oostenrijk en Groot-Brittannië. Ook was Frankrijk in oorlog met enkele kleinere Italiaanse staatjes. Pruisen had inmiddels vrede gesloten met Frankrijk, Nederland was een Franse vazalstaat geworden en Spanje werd bondgenoten met Frankrijk. De Oostenrijkers wilden onderhandelen met Frankrijk op een congres, maar de Directoire wilde alleen direct met Frankrijk om de tafel zitten. Hierdoor werd de oorlog alleen nog doorgezet met Oostenrijk en de Britten.
Het grootste gedeelte van het einde van de oorlog vond plaats in Italië. Hier wist generaal Napoleon Bonaparte de Oostenrijkers te verslaan. Ook wist hij grote delen van Noord-Italië onder Frans gezag te brengen. Oostenrijk moest zich overgeven en hun claim op de Oostenrijkse Nederlanden opgeven. Hierdoor werd het oorlog tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. De Britten blokkeerden Franse en Spaanse schepen. In 1796 probeerde Frankrijk Groot-Brittannië aan te vallen door een expeditie naar Ierland te organiseren. Ierland was toentertijd een koninkrijk onder Brits bestuur, maar veel Ieren waren hier blij mee. De Fransen wilden hier gebruik van maken, maar de expeditie mislukte.
Mislukte staatsgreep door royalisten
De eerste verkiezingen van de Directoire werden gehouden in maart en april 1797. De meeste leden van de Nationale Conventie verloren hierdoor hun zetel. De meeste nieuwe leden waren monarchisten (voorstanders van de monarchie), maar zij waren het niet eens over welke vorm van monarchie. Hoewel monarchisme niet legaal was, waren er toch monarchistische kranten, demonstraties en pamfletten. Ook waren de monarchisten een stuk gematigder op het gebied van religie. Hierdoor wonnen zij aan populariteit.
Toch wilden niet alle monarchisten hun plannen via democratische weg bereiken. Sommigen wilden via een staatsgreep de monarchie herstellen. Op 4 september 1797 vond er een staatsgreep plaats, maar deze mislukte. De Directoire greep in door de betrokken leden en journalisten te verbannen naar Frans-Guyana en monarchistische kranten op te heffen. Hoewel de Directoire het had overleefd, bleek had het wel veel steun verloren.
Verkiezingen van 1798
Politieke crisis van 1799
Coup van 18 brumaire
De "Directoire-stijl"
De Directoire had niet alleen invloed op de Franse geschiedenis, maar ook de kunst in de periode. In deze periode hadden veel kunstenaars het moeilijk. Door de Franse Revolutie hadden veel adel hun bezittingen en geld verloren. Het koningshuis was voorheen ook een belangrijke geldschieter voor kunstenaars. Toch kwam onder de Directoire de burgerij op. De burgerij werd steeds rijker en wilde hierdoor ook kunst in hun huizen hebben. Tijdens deze periode waren de kunstschilders Jacques-Louis David, François Gérard en Anne-Louis Girodet actief.
De stijl van de Directoire wilde de klassieke oudheid na-apen. Het was een combinatie van classicisme en de stijl van koning Lodewijk XVI. Dit betekende dat meubels en kamers rijk versierd waren. Deze versieringen hadden vaak het Oude Griekenland als thema. Toch werd het ook beïnvloed door het Oude Egypte, aangezien Napoleon tijdens de Directoire een veldtocht naar Egypte leidde. De Fransen wisten Egypte te veroveren, waardoor wetenschappers veel kunstvoorwerpen uit Egypte naar Frankrijk meenamen. Voorbeelden van motieven waren meerminnen, Griekse vazen en urnen, sfinxen en schone vrouwen. Voor het eerst werd tropisch hout op grote schaal gebruikt voor de meubels.