Paus: verschil tussen versies
k (Categorie:Christendom toegevoegd met HotCat) |
k (Categorie:Katholicisme toegevoegd met HotCat) |
||
Regel 52: | Regel 52: | ||
[[Categorie:Heerser]] |
[[Categorie:Heerser]] |
||
[[Categorie:Christendom]] |
[[Categorie:Christendom]] |
||
+ | [[Categorie:Katholicisme]] |
||
[[es:Papa]] |
[[es:Papa]] |
||
[[fr:Pape]] |
[[fr:Pape]] |
Versie van 30 jun 2018 06:32
De paus is de hoogste gezagsdrager (baas of leider) van de Rooms-Katholieke Kerk. Zijn huidige woonplaats is het Vaticaan, waar hij ook gezag over heeft: het is zijn staat. De Paus wordt verkozen door kardinalen, en dat in het Conclaaf.
Franciscus
Nu is paus Franciscus de paus. Zijn burgerlijke naam luidt Jorge Mario Bergoglio. Hij is in 1936 geboren in Argentinië. Hij werd in 2013 door de krant 'Times' als persoon van het jaar verkozen. Dat is bijzonder omdat hij nog maar kort regeert. Hij staat bekend om zijn nederige opstelling en zijn mening over armen en onderdrukten. Dit kunnen we al zien in zijn naam: Franciscus. Die naam is een verwijzing naar Franciscus van Assisi. Dat was iemand die zijn luxeleven opgaf en in de natuur met de armen ging leven.
Einde van een pontificaat
Het pontificaat is de tijd waarin een paus regeert. Bijna altijd blijft een paus tot zijn dood in functie. Maar daar zijn verschillende uitzonderingen op. De vorige paus, Benedictus XVI, had aangekondigd dat hij er per 1 maart 2013 mee stopte. Hij voelde zich te zwak om het zware werk van paus nog goed te vervullen. In de 2000 jaar pausgeschiedenis was het één keer eerder voorgekomen, dat de paus voortijdig aftrad.
Titels van de paus
- Plaatsbekleder van Jezus Christus.
- Opvolger van Petrus
- Opperherder van de Universele Kerk
- Bisschop van Rome
- Patriarch van het Westen
- Primaat van Italië
- Pontifex Maximus
- Soeverein van de staat Vaticaanstad
- Dienaar der dienaren Gods (Latijn: Servus Servorum Dei)
- Vader der vaderen (Latijn:Pater Patrum)
De paus is Opperherder omdat hij volgens de Kerk de gelovigen als een herder leidt. Het Bisdom Rome is een bisdom in Italië waarvan de paus altijd bisschop van is. De titel patriarch van het Westen is een hele oude titel die sinds Paus Benedictus XVI niet meer gebruikt wordt. Primaat betekent dat hij de belangrijkste bisschop van Italië is. Pontifex Maximus was in het Romeinse Rijk de opperpriester. De titel is toen het Romeinse Rijk christelijk werd overgegaan op de paus. Soeverein betekent dat hij het staatshoofd is van Vaticaanstad. Dienaar der dienaren Gods staat voor dat hij ook luistert naar mensen die lager staan dan hij en dat hij er is om de gelovigen te dienen. Vader der vaderen is omdat hij als een vader is voor de gelovigen. De paus wordt aangesproken met Heilige Vader of Uwe Heiligheid.
Conclaaf: de 'pausverkiezing'
In het conclaaf wordt door de kardinalen de Paus verkozen. Dat zou iedereen kunnen zijn, maar in de praktijk is een Paus altijd een kardinaal. Deze stemming vindt plaats in de Sixtijnse Kapel en is achter het slot: er heerst een volledige zwijgplicht. Een kardinaal is Paus wanneer hij met een twee derde meerderheid verkozen wordt. Als de kardinalen het niet in één keer met elkaar eens zijn over wie paus moet worden, zullen ze nog een keer moeten stemmen. Net zolang tot ze het wel eens zijn met elkaar. Na de verkiezing trekt de Paus zich terug en doet hij zijn nieuwe kledij aan en gaat hij in gebed. Intussen komt er rook uit de meest gefilmde schoorsteen van de wereld, die van de Sixtijnse Kapel. Die is er altijd, maar bij een positief resultaat kleurt deze wit. Intussen zijn ook de klokken gaan luiden, en stroomt de massa op het plein van Vaticaanstad vol. Na enkele kwartieren komt een kardinaal het balkon van de Sint Pietersbassiliek en zegt deze volgende mythische woorden:
- Annuncio vobis gaudium magnum; Habemus Papam! Eminentissimum ac reverendissimum Dominum,
- Dominum [voornaam], Sanctæ Romanæ Ecclesiæ Cardinalem [familienaam], Qui sibi nomen imposuit [pauselijke naam].
Vooral het uittreksel 'Habemus Papam' is wereldberoemd. Daarna verschijnt de Paus op het balkon en zegent die de mensen op het plein.
Waardering en kritiek
De eerste paus was Petrus, een apostel van Jezus Christus. De paus (wat 'vader' betekent) wordt door de katholieken beschouwd als de plaatsbekléder van Jezus op aarde, en wordt door hen dan ook erg gerespecteerd. Hij is níet de plaatsvervanger want volgens de Kerk is Jezus altijd bij de mensen. Maar er is - vooral in progressieve (modern denkende) kringen - ook erg veel kritiek op de paus, vanwege zijn conservatieve (ouderwetse) standpunten. Zo sprak de vorige paus zich dikwijls uit tegen het gebruik van voorbehoedsmiddelen en heeft hij het homohuwelijk sterk afgekeurd.
Wist je dat?
Er van alle pausen
- 208 Italiaans
- 15 Frans
- 15 Grieks
- 6 Syriër
- 3 Afrikaans
en
- 1 Argentijns waren?
waren?
- De paus vroeger ook gekroond werd?
- Dat de pauselijke kroon de tiara heette?
Overzicht van heersers | |||
---|---|---|---|
baljuw · baron · doge · emir · farao · graaf · groothertog · grootmogol · heer · hertog · kalief · aartshertog · kan · keizer · koning · landgraaf · landsheer · landvoogd · markgraaf · monarch · paltsgraaf · paus · president · prins-bisschop · regent · sjah · sjeik · staatshoofd · sultan · tenno · tsaar · prins-aartsbisschop |
Petrus (30-c. 67) · Linus (c. 67-76) · Anacletus (76-92) · Clemens I (92-99) · Evaristus (99-107) · Alexander I (107-115) · Sixtus I (115-c. 126) · Telephorus (c. 126-137) · Hyginus (137-142) · Pius I (142-154) · Anicetus (154-168) · Soter (168-174) · Eleuterus (174-189) · Victor I (189-199) · Zefyrinus (199-217) · Calixtus I (217-223) · Urbanus I (223-230) · Pontianus (230-235) · Anterus (235-236) · Fabianus (236-250) · Cornelius (250-253) · Lucius I (253-254) · Stephanus I (254-257) · Sixtus II (257-258) · Dionysius (258-268) · Felix I (269-274) · Eutychianus (275-283) · Cajus (283-296) · Marcellinus (296-304) · Marcellus I (308-309) · Eusebius (309-c. 310) · Miltiades (311-314) · Silvester I (314-335) · Marcus (335-336) · Julius I (336-352) · Liberius (352-366) · Damasus I (366-384) · Siricius (384-399) · Anastasius I (399-401) · Innocentius I (401-417) · Zosimus (417-418) · Bonifatius I (418-422) · Celestinus I (422-432) · Sixtus III (432-440) · Leo I (440-461) · Hilarius (461-468) · Simplicius (468-483) · Felix II (III) (483-492) · Gelasius I (492-496) · Anastasius II (496-498)
Symmachus (498-514) · Hormisdas (514-523) · Johannes I (523-526) · Felix III (IV) (526-530) · Bonifatius II (530-532) · Johannes II (533-535) · Agapetus I (535-536) · Silverius (536-537) · Vigilius (537-555) · Pelagius I (555-561) · Johannes III (561-574) · Benedictus I (575-579) · Pelagius II (579-590) · Gregorius I (590-604) · Sabinianus (604-606) · Bonifatius III (607-607) · Bonifatius IV (608-615) · Adeodatus I (615-618) · Bonifatius V (619-625) · Honorius I (625-638) · Severinus (640-640) · Johannes IV (640-642) · Theodorus I (642-649) · Martinus I (649-655) · Eugenius I (654-657) · Vitalianus (657-662) · Adeodatus II (672-676) · Donus (676-678) · Agatho (678-681) · Leo II (682-683) · Benedictus II (684-685) · Johannes V (685-686) · Conon (686-687) · Sergius I (687-701) · Johannes VI (701-705) · Johannes VII (705-707) · Sisinnius (708-708) · Constantijn I (708-715) · Gregorius II (715-731) · Gregorius III (731-741) · Zacharias (741-752) · Stephanus II (752-757) · Paulus I (757-767) · Stephanus III (768-772) · Adrianus I (772-795) · Leo III (795-816) · Stephanus IV (816-817) · Paschalis I (817-824) · Eugenius II (824-827) · Valentinus (827-827) · Gregorius IV (827-844) · Sergius II (844-847) · Leo IV (847-855) · Benedictus III (855-858) · Nicolaas I (858-867) · Adrianus II (867-872) · Johannes VIII (872-882) · Marinus I (882-884) · Adrianus III (884-885) · Stephanus V (885-891) · Formosus (891-896) · Bonifatius VI (896-896) · Stephanus VI (896-897) · Romanus (897-897) · Johannes IX (898-900) · Benedictus IV (900-903) · Leo V (903-903/904) · Sergius III (904-911) · Anastasius III (911-913) · Lando (913-914) · Johannes X (914-928) · Leo VI (928-929) · Stephanus VII (929-931) · Johannes XI (931-935) · Leo VII (936-939) · Stephanus VIII (939-942) · Marinus II (942-946) · Agapitus II (946-955) · Johannes XII (955-964) · Benedictus V (964-964) · Leo VIII (964-965) · Johannes XIII (965-972) · Benedictus VI (973-974) · Benedictus VII (974-983) · Johannes XIV (983-984) · Johannes XV (985-996) · Gregorius V (996-999)
Silvester II (999-1003) · Johannes XVII (1003-1003) · Johannes XVIII (1004-1009) · Sergius IV (1009-1012) · Benedictus VIII (1012-1024) · Johannes XIX (1024-1032) · Benedictus IX (1032-1045) · Silvester III (1045-1045) · Benedictus IX (1045-1045; 2e keer) · Gregorius VI (1045-1046) · Clemens II (1046-1047) · Benedictus IX (1047-1048; 3e keer) · Damasus II (1048-1048) · Leo IX (1049-1054) · Victor II (1055-1057) · Stephanus IX (1057-1058) · Nicolaas II (1059-1061) · Alexander II (1061-1073) · Gregorius VII (1073-1085) · Victor III (1086-1087) · Urbanus II (1088-1099) · Paschalis II (1099-1118) · Gelasius II (1118-1119) · Calixtus II (1119-1124) · Honorius II (1124-1130) · Innocentius II (1130-1143) · Celestinus II (1143-1144) · Lucius II (1144-1145) · Eugenius III (1145-1153) · Anastasius IV (1153-1154) · Adrianus IV (1154-1159) · Alexander III (1159-1181) · Lucius III (1181-1185) · Urbanus III (1185-1187) · Gregorius VIII (1187-1187) · Clemens III (1187-1191) · Celestinus III (1191-1198) · Innocentius III (1198-1216) · Honorius III (1216-1227) · Gregorius IX (1227-1241) · Celestinus IV (1241-1241) · Innocentius IV (1243-1254) · Alexander IV (1154-1161) · Urbanus IV (1161-1164) · Clemens IV (1165-1168) · Gregorius X (1271-1276) · Innocentius V (1276-1276) · Adrianus V (1276-1276) · Johannes XXI (1276-1277) · Nicolaas III (1277-1280) · Martinus IV (1281-1285) · Honorius IV (1285-1287) · Nicolaas IV (1288-1292) · Celestinus V (1294-1294) · Bonifatius VIII (1294-1303) · Benedictus XI (1303-1304) · Clemens V (1305-1314) · Johannes XXII (1316-1334) · Benedictus XII (1334-1342) · Clemens VI (1342-1352) · Innocentius VI (1352-1362) · Urbanus V (1362-1370) · Gregorius XI (1370-1378) · Urbanus VI (1378-1389) · Bonifatius IX (1389-1404) · Innocentius VII (1404-1406) · Gregorius XII (1406-1415) · Martinus V (1417-1431) · Eugenius IV (1431-1447) · Nicolaas V (1447-1455) · Callixtus III (1455-1458) · Pius II (1458-1464) · Paulus II (1464-1471) · Sixtus IV (1471-1484) · Innocentius VIII (1484-1492) · Alexander VI (1492-1503)
Pius III (1503-1503) · Julius II (1503-1513) · Leo X (1513-1521) · Adrianus VI (1522-1523) · Clemens VII (1523-1534) · Paulus III (1534-1549) · Julius III (1550-1555) · Marcellus II (1555-1555) · Paulus IV (1555-1559) · Pius IV (1559-1565) · Pius V (1566-1572) · Gregorius XIII (1572-1585) · Sixtus V (1585-1590) · Urbanus VII (1590-1590) · Gregorius XIV (1590-1591) · Innocentius IX (1591-1591) · Clemens VIII (1592-1605) · Leo XI (1605-1605) · Paulus V (1605-1621) · Gregorius XV (1621-1623) · Urbanus VIII (1623-1644) · Innocentius X (1644-1655) · Alexander VII (1655-1667) · Clemens IX (1667-1669) · Clemens X (1670-1676) · Innocentius XI (1676-1689) · Alexander VIII (1689-1691) · Innocentius XII (1691-1700) · Clemens XI (1700-1721) · Innocentius XIII (1721-1724) · Benedictus XIII (1724-1730) · Clemens XII (1730-1740) · Benedictus XIV (1740-1758) · Clemens XIII (1758-1769) · Clemens XIV (1769-1774) · Pius VI (1775-1799) · Pius VII (1800-1823) · Leo XII (1823-1829) · Pius VIII (1829-1830) · Gregorius XVI (1831-1846) · Pius IX (1846-1878) · Leo XIII (1878-1903) · Pius X (1903-1914) · Benedictus XV (1914-1922) · Pius XI (1922-1939) · Pius XII (1939-1958) · Johannes XXIII (1958-1963) · Paulus VI (1963-1978) · Johannes Paulus I (1978-1978) · Johannes Paulus II (1978-2005)
Benedictus XVI (2005-2013) · Franciscus (2013-)