Dyscalculie: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
(40 tussenliggende versies door 8 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{arts vragen}}
 
{{arts vragen}}
[[Bestand:Rijtjes sommen beloning.jpg|miniatuur|Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie]]
+
{{Zijbalk leerstoornissen}}
'''Dyscalculie''' of '''cijferblindheid''' is een leerstoornis, wat te maken heeft met [[rekenen]]. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met [[dyslexie]], wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht rekenonderwijs, maar door een onderliggende stoornis.  
+
[[Bestand:Rijtjes sommen beloning.jpg|miniatuur|Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie]]
 +
'''Dyscalculie''' of '''cijferblindheid''' is een leerstoornis die te maken heeft met [[rekenen]]. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met [[dyslexie]], wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht onderwijs, maar door een onderliggende stoornis.  
  
 
Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.
 
Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.
  
== Naam ==
+
== Wat is dyscalculie? ==
 +
Dyscalculie is een moeilijk woord, maar het betekent eigenlijk dat je moeite hebt met rekenen. Je hersenen vinden het lastig om met getallen en cijfers om te gaan. Dat betekent niet dat je dom bent. Je hersenen werken gewoon anders dan bij andere kinderen. Sommige kinderen vinden lezen lastig, anderen hebben moeite met schrijven. En bij kinderen met dyscalculie is het rekenen een moeilijk vak. Als je dyscalculie hebt, kun je bijvoorbeeld snel in de war raken als je een som moet oplossen. Het kan zijn dat je de tafels steeds opnieuw moet leren, of dat je moeite hebt met het het snappen hoe laat het is op de klok. Misschien lijkt voor de gene als of iedereen het snapt. Uit onderzoek heeft 2,3 procent van Nederland dyscalculie in verschillende maten.
 +
 
 +
Het kan best frustrerend zijn als je iets probeert te leren en het lastig blijft. Je oefent hard, maar toch blijven bij kinderen met dyscalculie de sommen verwarrend. Door dat kunnen sommige mensen denken dat je niet goed genoeg je best doet. De hersenen van mensen met dyscalculie verwerken de cijfers op een andere manier. Dat maakt rekenen niet onmogelijk, maar het kost wel meer tijd, oefening en vaak ook andere uitleg dan bij anderen kinderen. Kinderen met dyscalculie kunnen soms verdrietig of boos zijn als ze steeds fouten maken bij rekenen. Dat is normaal. Veel kinderen met dyscalculie voelen zich zo. Het is belangrijk dat ze weten dat het niet hun schuld is en ze niet lui of dom zijn. De hersenen van kinderen met dyscalculie werken eenmaal anders, en dat is prima. Er zijn gelukkig mensen die kinderen met dyscalculie kunnen helpen. Op school kan de juf/meester of een docent extra uitleg geven of sommen op een andere manier uitleggen, kinderen met dyscalculie extra tijd geven voor toetsen of mag je een [[rekenmachine]] gebruiken. Er zijn ook speciale leraren die die precies weten hoe ze kinderen met dyscalculie kunnen helpen. En soms zijn er handige trucs of hulpmiddelen zoals een rekenschema of apps die het rekenen makkelijker maken.
 +
 
 +
== Naam cijferblindheid ==
 
Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.  
 
Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.  
  
Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.
+
Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.  
 +
 
 +
== Geschiedenis ==
 +
In de vroege 20e eeuw, begonnen artsen en leeraren zich af te vragen waarom sommige kinderen opvallend veel moeite hadden met rekenen. Deze kinderen kon vaak goed meekomen op andere vlakken ze komen bijvoorbeeld goed lezen, praten en dachten helder na en waren nieuwsgierig. Maar zodra er cijfers en sommen aan te pas kwamen raakten ze in de war. In die tijd hadden ze daar nog geen verklaring voor. Het probleem werd vaak verweten aan luiheid, slechte opvoeding of gebrekkige onderwijs. Er bestond simpele weg nog geen taal of begrip om deze rekenen probleem als iets op zichzelf staands te beschrijven. Pas halverwege de 20e eeuw begonnen wetenschappers meer aandacht te besteden aan het brein. In Rusland werkte de beroemde neuropsycholoog [[Alexander Luria]] met mensen hersenletsel hadden opgelopen. Hij ontdekte dat schade aan bepaalde hersenendelen vooral aan de linkerkant, kon leiden tot plotseling niet meer kunnen rekenen. Dit noemde hij [[acalculie]]. Maar wat Luria en zijn tijdgenoten nog niets wisten, was dat er ook kinderen waren die zonder hersenbeschadiging soortgelijke rekenproblemen hadden vanaf hun geboorte. In de jaren zeventig en tachtig begon het idee te groeien dat sommige kinderen van nature moeite hebben met getallen en rekenvaardigheden. Wetenschappers merkte dat deze kinderen vaak specifieke patroon lieten zien. Ze begrepen de getallenreeks niet en hadden geen gevoel voor eenheden en maakte steeds opnieuw fouten bij het uitvoeren van makkelijker berekeningen zelfs na veel oefenen. En hoewel ze op anderen gebieden normaal tot hoogbegaafd konden zijn, bleef het rekenen moeilijk. Hierdoor ontstond langzaam het idee van ontwikkeling dyscalculie een leerstoornis die alleen gericht is op getallen en met sommen om te gaan. Vanaf de jaren negentig begon de wetenschappers serieus onderzoek te doen naar dyscalculie. Dankzij technologisch ontwikkeling, zoals hersenscan konden onderzoekers in de hersenen kijken terwijl iemand aan het rekenen was. Zo ontdekte ze dat bij mensen met Dyscalculie bepaalde hersenendelen met name het gebied voor rekenen anders werken of minder goed bij rekenopdrachten. Dit gaf een sterk neurologisch basis voor het ontstaan van dyscalculie.
 +
 
 +
Tegelijkertijd kwam er in het onderwijs steeds meer aandacht voor het feit dat niet alle kinderen op dezelfde manier leren. Net zoals bij dyslexie de bekende leerstoornis begonnen mensen in te zien dat ook rekenproblemen voort kunnen komen uit een aangeboren en hardnekkige leerstoornis en niet uit onwil of gebrek aan inzet. Tegenwoordig wordt dyscalculie erkend als een officiële leerstoornis die net zo veel aandacht verdient als dyslexie of ADHD. Het besef groeit dat mensen met dyscalculie anderen manieren nodig hebben om te leren rekenen meer zien, stap voor stap en met veel herhaling en dat steun nodig hebben om met praktische gevolgen ervan om te gaan zoals moeite met klokkijken en omgaan met geld of plannen. Wat ooit begon als een vage vraag bij verbaasde leraren en ouders, is inmiddels uitgegroeid tot een goed onderbouwd wetenschappelijk begrip
  
 
== Kenmerken ==
 
== Kenmerken ==
 
Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:
 
Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:
* Mensen met dyscalculie blijven lang op hun vingers tellen bij rekenen sommen. Bijvoorbeeld bij 5+8 weten ze niet gelijk dat het 13 is, omdat ze het niet hebben opgeslagen in hun geheugen.  
+
* '''Moeite met basisrekenfeiten en automatisering''':Bijvoorbeeld moeite met het vlot oproepen van antwoorden op eenvoudige optel, aftrek, keer of deelsommen. Of het uithoofd leren van de tafels. Vaak blijven kinderen lang op hun vingers tellen.  
* Ze vinden alle soorten optel- en aftreksommen heel moeilijk om uit te rekenen. 
+
* '''Problemen met het getalbegrip en inzicht''': Moeite met betekenis van getallen, getalstructuren bijvoorbeeld eenheden, tientallen en honderdtallen. En het plaatsen op een getallen lijn, omkeringen van getallen bijvoorbeeld 56 en 65 komen vaak voor.
* Ze maken veel fouten bij stapsgewijs rekenen opdrachten, want daar hebben ze moeite mee om dat te onthouden.
+
* '''Moeite met rekenprocedures en strategieën''': Problemen met volgorde van stappen bij complexe berekeningen bijvoorbeeld cijferen. En het toepassen van aangeleerde rekenkennis bij andere opgave.
* Daarnaast onthouden ze niet hoe ze stappen moeten zetten. 
+
* '''Ruimtelijk inzicht en oriëntatie''': Moeite met links en rechts oriëntatie, klokkijken, lezen van kaarten en het inschatten van lengtes, maten en hoeveelheden. Ook het nabouwen van constructies van blokken kan lastige zijn.
* Ze hebben vaak ook problemen met het plaatsen van getallen op juist plek te zetten. Een voorbeeld is dat ze niet weten dat 9 na het cijfer 8 komt.
+
* '''Problemen met de rekentaal''': Begrijpen en gebruiken van begrippen als meer of minder of evenveel.
* Mensen met dyscalculie draaien vaak ook getallen om. Zo wordt 65 opeens 56 en 56 en 65.
+
* '''Zwak werkgeheugen en kortetermijngeheugen''': Moeite met het onthouden en verwerken van mondelinge gegeven informatie of tussenuitkomsten bij rekenen.  
* Mensen met dyscalculie hebben moeite met digitaal klokkijken. Ook analoog klokkijken en opgaves met klokkijken zijn moeilijk voor hen.
+
* '''Langzame rekentempo''': zelfs bij eenvoudige bewerkingen.  
* Mensen met dyscalculie hebben moeite met de rekentafels uit het hoofd leren. Hun [[verwerkingssnelheid]] is vrij laag, waardoor ze veel tijd nodig hebben voor keersommen.
+
* '''Rekenangst en gebrek aan zelfvertrouwen''': Door de aanhoudende problemen kunnen faalangst en een negatieve houding ten opzichte van rekenen ontstaan.
* Ze hebben vaak moeite met automatiseren iets eigen maken. 
+
*  
* Ze hebben moeite met plannen, omdat ze vaak geen tijdsbesef hebben. Hierdoor ze niet weten hoe lang iets duurt. Dit levert problemen op bij vertrekken en zeggen hoe lang iets duurt.  
+
Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.
* Ze zien vaak niet het verschil tussen een plus- en minteken of tussen een keer- en deelteken, waardoor ze niet weten wanneer ze moeten optellen, aftrekken, delen of vermenigvuldigen.       
 
* Niet goed in schatten van hoeveelheid     
 
* Niet goed in breuken en procenten.   
 
* Moeite met geld rekenen.   
 
* Moeite met meten, wegen, het metriekstelsel, inhoud, oppervlakte en omtrek.
 
* Moeite met het aanleren van nieuwe rekenvaardigheden en het onthouden ervan.    
 
* Moeite met de aangeleerde basiskennis van rekenen.    
 
* Moeite met de vergelijkingstekens. 
 
* Moeite met verhoudingen van rekenen.      
 
* Moeite met de volgorde van bewerkingen.    
 
* Moeite met kwadraat en worteltrekken.     
 
* Moeite met deelsommen uitrekenen.      
 
* Moeite met verhaaltjes sommen uitrekenen.       
 
* Moeite met het aanleren van formules bij wiskunde op middelbare school en het toepassen ervan.       
 
Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.  
 
  
 +
== Vormen van dyscalculie ==
 +
Geen kind met dyscalculie is hetzelfde. Dat maakt het een lastige leerstoornis. Maar een [[psycholoog]] of/en een [[orthopedagoog]] maken een verdeling tussen kinderen met lichte, milde of zware vormen van dyscalculie.
  
 +
=== Lichte vorm ===
 +
Dit kun je voorstellen als iemand die over het algemeen best mee kan komen in de klas, maar met rekenen steeds net iets achterloopt. Het kind snapt de basisvaardigheden meestal wel, maar doet er wat langer over. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat het even moet nadenken over wat 6×7 is, of dat het bij het klok kijken een moment twijfelt of het nou kwart voor 4 is nou 3.45 uur is of anders. Als de juf iets uitlegt in de rekenles, begrijpt het kind het vaak pas nadat het nog eens even rustig is uitgelegd. Het heeft dus wat meer tijd nodig, maar met meer steun komt het er wel. Buiten de klas merk je misschien weinig van. Het kind red zich prima met geld in de winkel of bij het afspreken van een tijd. Soms is er eat frustratie, maar het vertrouwen blijft intact.
 +
 +
=== Milde vorm ===
 +
Bij een milde of matige vorm van dyscalculie wordt het anders. Hier zie je dat het rekenen een duidelijke worsteling is. Het kind moet bij elke som opnieuw nadenken hoe het ook al weer moet, rekent zelden iets uit zonder fouten. De tafels blijven niet hangen, zelfs na weken oefenen. Het verward makkelijk optellen en aftrekken en raakt in de war bij opdrachten als je 5 euro hebt en je koopt iets van 3,20 hoeveel krijg je dan terug ? In de klas is het rekenniveau duidelijk lager dan leeftijdsgenoten. Het kind wordt vaak onzeker, gaat rekenen vermijden en voelt zich vaak dom als er weer een fout wordt gemaakt. Thuis zie dat moeite heeft met alledaagse dingen waar cijfers in zitten. De juiste tijden weg gaan, snappen hoeveel minuten iets duurt of met geld omgaan. Met wat extra hulp lukt er wel wat. Maar het blijft steeds moeite houden.
 +
 +
=== Zware of diepe vorm ===
 +
Een zware of diepe vorm dyscalculie heeft zware impact op het kind. Kinderen of jongeren met deze vorm worstelen niet alleen met rekenregels, maar begrijpen vaak het hele idee van getallen en hoeveelheden niet goed. Ze kunnen bijvoorbeeld niet inschatten of 36 groter is dan 63, en weten ook na jaren oefenen niet zeker hoeveel 3+4 is. Klokkijken lukt niet, zelfs niet met een digitale klok. Geldsommen zijn verwarrend en tijdsbesef zoals wat een halfuur betekent ontbreekt vaak. In de klas kunnen ze in de stress raken zodra ze een rekenboek wordt uitgedeeld. Zelfs simpele sommen leveren stress of paniek op. Deze kinderen hebben moeite om grip te krijgen op iets wat voor anderen van zelfsprekend lijkt. Hun vertrouwen in hun zelf is meestal beschadigd en voelen zich dom, ook al zijn ze op anderen gebieden heel slim. De rekenproblemen beperken hun ook buiten school zoals zelfstandig reizen, boodschappen doen of een agenda bijhouden zijn allemaal lastig, omdat getallen daarin een rol spelen.
  
 
== Hulpmiddelen ==
 
== Hulpmiddelen ==
Regel 49: Regel 55:
 
* Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.
 
* Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.
 
Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de [[rekentoets]] moeten maken, krijgen zij de [[rekentoets 2ER/3ER]]. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.
 
Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de [[rekentoets]] moeten maken, krijgen zij de [[rekentoets 2ER/3ER]]. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.
 +
 +
== Diagnose dyscalculie ==
 +
De diagnose dyscalculie wordt gesteld door een gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog. Er is geen simpele test of hersenonderzoek. De diagnose wordt gesteld op basis van:
 +
* '''Ernst van het probleem''': De rekenproblemen zijn zeer ernstige en wijken af van wat er verwacht wordt op een bepaalde leeftijd en ontwikkeling.
 +
* '''Hardnekkigheid''': De rekenproblemen blijven bestaan ondanks langdurig en intensieve begeleiding en extra oefening.
 +
* '''Uitsluiten van anderen oorzaken''': Er wordt gekeken of de problemen niet verklaren zijn door bijvoorbeeld een lage intelligentie, gehoor of gezichtsproblemen of gebrek aan onderwijs.
 +
 +
Een diagnose kan pas gesteld worden vaak na de tweede helft van groep 4 of begin groep 5. Omdat dan pas duidelijk wordt dat de problemen hardnekkigheid zijn ondanks voldoende instructie en oefening. Een diagnose moet wel gesteld zijn voor dat het kind naar het mbo, hbo of universiteit gaat, want na die tijd is moeilijk terug te halen of het niet door gebrek aan rekenonderwijs komt de rekenproblemen. Een dyscalculieverklaring is onbeperkt geldig. En kan recht geven op aanpassingen in het onderwijs, zoals extra tijd bij toetsen en examens of het gebruik van hulpmiddelen.
  
 
== Begeleiding ==
 
== Begeleiding ==
Regel 54: Regel 68:
  
 
Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.
 
Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.
 +
 +
== Goed om te weten ==
 +
Wat goed om te weten is: je bent niet de enige. Heel veel kinderen in Nederland en de rest van de wereld hebben dyscalculie. Net als jij kunnen zij ook heel goed zijn in anderen dingen. Misschien ben jij heel creatief, kun je goed tekenen, ben je grappig of een fijne vriend of vriendin voor anderen. Iedereen heeft zijn eigen talenten, ook al zijn die niet altijd zichtbaar in een rekenboek. Als je dyscalculie hebt, leer je misschien anders, maar je kunt nog steeds heel veel bereiken. Met geduld, hulp en vertrouwen kom je een heel eind. En het allerbelangrijkste van alles: geef niet op, je bent goed zoals je bent.
 +
 +
== Oefening om te ervaren ==
 +
Om te snappen hoe het kan voelen om dyscalculie te hebben, kun je deze korte oefening zelf proberen. Pak een pen een papier of potlood en schrijf de cijfers 1 tot 10 door elkaar op. Denk bijvoorbeeld aan deze volgorde 7, 3, 9, 1, 5, 2, 8, 4, 10 en 6 op. Nu komt de uitdaging probeer zo snel mogelijk alle even getallen zoals 2,4 en 6 te om cirkelen en allen oneven getallen te onderstrepen. Als je klaar bent probeer dan de getallen hardop op te zeggen in de volgorde 1 tot en met 10.
 +
 +
=== Wat merkte je? ===
 +
Hoe voelde dit voor jou? Was het lastig om snel alle oneven getallen te vinden? Duurde het langer dan je dacht om alles zo snel mogelijk op te noemen? Voor iemand met dyscalculie kan het vinden en sorteren van getallen veel moeite kosten, zelfs bij makkelijker sommen. Het is alsof de getallen niet meer pakken of door elkaar heen staan. Ze moeten dus steeds extra stappen zetten in hun hoofd. Het is alsof je veters moet strikken met je ogen dicht, het kan wel maar het gaat moeizamer. Dit laat zien dat iedereen op zijn eigen manier leert. En dat extra hulp voor mensen dyscalculie heel normaal is.
 +
 +
== Dyscalculie en autorijden ==
 +
Mensen met dyscalculie hebben moeite met leren en begrijpen van cijfers en getallen.  Dit kan soms invloed hebben op het leren auto rijden. Zo kan het inschatten van afstanden snelheden lastig zijn, bijvoorbeeld bij het invoegen in het verkeer of bepalen van een veilige volgafstand . Ook routeplanning en get onthouden van routes kan moeilijker zijn, vooral als het lezen van kaarten erbij komt kijken.  Snel verkeersborden met getallen, zoals snelheid of  afstanden herkennen kan extra aandacht vragen. Daarnaast vraagt autorijden dat snel berekeningen maakt tijdens het rijden ,bijvoorbeeld om te bepalen hoe ver je van te voren moet remmen, en dat kan onder stress lastig zijn. Schakelen met een handgeschakeld auto kan extra uitdagend zijn. Je moet weten welke versnelling bij welke snelheid past en tegelijkertijd je voet en voet goed coördineren terwijl je op het verkeer let. Voor veel mensen wordt schakelen een  automatische handeling, maar iemand met dyscalculie moet soms eerst  bewust nadenken over de juiste versnelling.  Door veel te oefenen, bijvoorbeeld eerst op een rustige terrein en met een vaste versnellingkaart in gedachten,  kan schakelen uiteindelijk goed automatiseren . Een andere optie is auto rijden met automatische versnellingsbak. Hierbij hoef je niet zelf te schakelen, wat het rijden vaak makkelijker en minder stressvol maakt. Veel mensen met dyscalculie vinden dit prettig, omdat ze zich dan volledig op het verkeer kunnen concentreren zonder dat ze steeds moeten nadenken over de versnelling.  Over het algemeen kunnen mensen met dyscalculie prima leren autorijden, maar ze hebben soms extra oefening nodig bij bepaalde vaardigheden,  en een automatische auto kan een handige oplossing zijn.
  
 
== Bekende mensen met dyscalculie ==
 
== Bekende mensen met dyscalculie ==
Regel 63: Regel 89:
 
== Weetje ==
 
== Weetje ==
 
Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.
 
Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.
 
== Links van video's voor extra informatie ==
 
* https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3493/Dyscalculie geeft duidelijk uitleg er over
 
 
* https://www.hgonderwijs.nl/documentaire-over-dyscalculie/  geeft duidelijk uitleg er over
 
 
* https://youtu.be/4V3Yunq4xiY  geeft duidelijk uitleg er over
 
 
* https://www.youtube.com/watch?v=PRp0M6UnEOE geeft duidelijk uitleg er over
 
 
* https://www.youtube.com/watch?v=uNEAiICHK_o geeft duidelijk uitleg er over
 
* https://www.youtube.com/watch?v=VV5iveSAuT0
 
* https://youtu.be/NDivIzXZKY0 Dyscalculie deskundig aan het woord 
 
* https://youtu.be/2mv3--iPI5A 
 
* https://youtu.be/bUn_bw1sJjY 
 
* https://youtu.be/IMPFpVtkW6U 
 
* https://youtu.be/PRp0M6UnEOE 
 
  
 
== Links voor extra informatie ==
 
== Links voor extra informatie ==
 +
* https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3493/Dyscalculie
 
* https://wij-leren.nl/dyscalculie-artikel.php
 
* https://wij-leren.nl/dyscalculie-artikel.php
 
* https://balansdigitaal.nl/kennis/wat-is-dyscalculie/
 
* https://balansdigitaal.nl/kennis/wat-is-dyscalculie/
 
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Dyscalculie
 
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Dyscalculie
 
* https://www.devuurtoorn.nl/beelddenken/dyscalculie/
 
* https://www.devuurtoorn.nl/beelddenken/dyscalculie/
* https://www.zobegaafd.nl/dyscalculie-test/#Dyscalculie-test
+
* https://www.zobegaafd.nl/dyscalculie-test/
 
* https://youtu.be/fI-Py8l4WoY
 
* https://youtu.be/fI-Py8l4WoY
 
* https://youtu.be/uWs-C483Z7c
 
* https://youtu.be/uWs-C483Z7c
 +
* https://impulsenwoortblind.nl/dyscalculie/kenmerken-dyscalculie-volwassenen/
  
== Zie ook ==
 
* [[Dyslexie]] (leesstoornis)     
 
* [[Dyspraxie]] (stoornis bij het verwerken van informatie)
 
* [[Acalculie]] (het niet meer herkennen van cijfers)
 
* [[Dysorthografie]] (dyslexie met spelling)     
 
* [[Taalontwikkelingstoornis]] (moeite met taal)                                                               
 
* [[Dysgrafie]] (schrijfstoornis)                                           
 
 
[[Categorie:Ontwikkelingsstoornis]]
 
[[Categorie:Ontwikkelingsstoornis]]
 
[[Categorie:Leerstoornis]]
 
[[Categorie:Leerstoornis]]
Regel 102: Regel 106:
 
[[Categorie:Woordenschat]]
 
[[Categorie:Woordenschat]]
 
[[Categorie:Aangeboren aandoening]]
 
[[Categorie:Aangeboren aandoening]]
 +
[[Nl:dyscalculie]]

Huidige versie van 7 sep 2025 om 21:12

Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.


Leerstoornissen
Acalculie
(moeite met het herkennen van cijfers)

Dyscalculie
(moeite met rekenen)


Dysgrafie
(moeite met schrijven)


Dyslexie
(moeite met lezen en schrijven)


Dysorthografie
(moeite met spelling)


Dyspraxie
(moeite met het verwerken van informatie)


Taalontwikkelingsstoornis
(moeite met taal)
Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie

Dyscalculie of cijferblindheid is een leerstoornis die te maken heeft met rekenen. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met dyslexie, wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht onderwijs, maar door een onderliggende stoornis.

Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.

Wat is dyscalculie?

Dyscalculie is een moeilijk woord, maar het betekent eigenlijk dat je moeite hebt met rekenen. Je hersenen vinden het lastig om met getallen en cijfers om te gaan. Dat betekent niet dat je dom bent. Je hersenen werken gewoon anders dan bij andere kinderen. Sommige kinderen vinden lezen lastig, anderen hebben moeite met schrijven. En bij kinderen met dyscalculie is het rekenen een moeilijk vak. Als je dyscalculie hebt, kun je bijvoorbeeld snel in de war raken als je een som moet oplossen. Het kan zijn dat je de tafels steeds opnieuw moet leren, of dat je moeite hebt met het het snappen hoe laat het is op de klok. Misschien lijkt voor de gene als of iedereen het snapt. Uit onderzoek heeft 2,3 procent van Nederland dyscalculie in verschillende maten.

Het kan best frustrerend zijn als je iets probeert te leren en het lastig blijft. Je oefent hard, maar toch blijven bij kinderen met dyscalculie de sommen verwarrend. Door dat kunnen sommige mensen denken dat je niet goed genoeg je best doet. De hersenen van mensen met dyscalculie verwerken de cijfers op een andere manier. Dat maakt rekenen niet onmogelijk, maar het kost wel meer tijd, oefening en vaak ook andere uitleg dan bij anderen kinderen. Kinderen met dyscalculie kunnen soms verdrietig of boos zijn als ze steeds fouten maken bij rekenen. Dat is normaal. Veel kinderen met dyscalculie voelen zich zo. Het is belangrijk dat ze weten dat het niet hun schuld is en ze niet lui of dom zijn. De hersenen van kinderen met dyscalculie werken eenmaal anders, en dat is prima. Er zijn gelukkig mensen die kinderen met dyscalculie kunnen helpen. Op school kan de juf/meester of een docent extra uitleg geven of sommen op een andere manier uitleggen, kinderen met dyscalculie extra tijd geven voor toetsen of mag je een rekenmachine gebruiken. Er zijn ook speciale leraren die die precies weten hoe ze kinderen met dyscalculie kunnen helpen. En soms zijn er handige trucs of hulpmiddelen zoals een rekenschema of apps die het rekenen makkelijker maken.

Naam cijferblindheid

Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.

Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.

Geschiedenis

In de vroege 20e eeuw, begonnen artsen en leeraren zich af te vragen waarom sommige kinderen opvallend veel moeite hadden met rekenen. Deze kinderen kon vaak goed meekomen op andere vlakken ze komen bijvoorbeeld goed lezen, praten en dachten helder na en waren nieuwsgierig. Maar zodra er cijfers en sommen aan te pas kwamen raakten ze in de war. In die tijd hadden ze daar nog geen verklaring voor. Het probleem werd vaak verweten aan luiheid, slechte opvoeding of gebrekkige onderwijs. Er bestond simpele weg nog geen taal of begrip om deze rekenen probleem als iets op zichzelf staands te beschrijven. Pas halverwege de 20e eeuw begonnen wetenschappers meer aandacht te besteden aan het brein. In Rusland werkte de beroemde neuropsycholoog Alexander Luria met mensen hersenletsel hadden opgelopen. Hij ontdekte dat schade aan bepaalde hersenendelen vooral aan de linkerkant, kon leiden tot plotseling niet meer kunnen rekenen. Dit noemde hij acalculie. Maar wat Luria en zijn tijdgenoten nog niets wisten, was dat er ook kinderen waren die zonder hersenbeschadiging soortgelijke rekenproblemen hadden vanaf hun geboorte. In de jaren zeventig en tachtig begon het idee te groeien dat sommige kinderen van nature moeite hebben met getallen en rekenvaardigheden. Wetenschappers merkte dat deze kinderen vaak specifieke patroon lieten zien. Ze begrepen de getallenreeks niet en hadden geen gevoel voor eenheden en maakte steeds opnieuw fouten bij het uitvoeren van makkelijker berekeningen zelfs na veel oefenen. En hoewel ze op anderen gebieden normaal tot hoogbegaafd konden zijn, bleef het rekenen moeilijk. Hierdoor ontstond langzaam het idee van ontwikkeling dyscalculie een leerstoornis die alleen gericht is op getallen en met sommen om te gaan. Vanaf de jaren negentig begon de wetenschappers serieus onderzoek te doen naar dyscalculie. Dankzij technologisch ontwikkeling, zoals hersenscan konden onderzoekers in de hersenen kijken terwijl iemand aan het rekenen was. Zo ontdekte ze dat bij mensen met Dyscalculie bepaalde hersenendelen met name het gebied voor rekenen anders werken of minder goed bij rekenopdrachten. Dit gaf een sterk neurologisch basis voor het ontstaan van dyscalculie.

Tegelijkertijd kwam er in het onderwijs steeds meer aandacht voor het feit dat niet alle kinderen op dezelfde manier leren. Net zoals bij dyslexie de bekende leerstoornis begonnen mensen in te zien dat ook rekenproblemen voort kunnen komen uit een aangeboren en hardnekkige leerstoornis en niet uit onwil of gebrek aan inzet. Tegenwoordig wordt dyscalculie erkend als een officiële leerstoornis die net zo veel aandacht verdient als dyslexie of ADHD. Het besef groeit dat mensen met dyscalculie anderen manieren nodig hebben om te leren rekenen meer zien, stap voor stap en met veel herhaling en dat steun nodig hebben om met praktische gevolgen ervan om te gaan zoals moeite met klokkijken en omgaan met geld of plannen. Wat ooit begon als een vage vraag bij verbaasde leraren en ouders, is inmiddels uitgegroeid tot een goed onderbouwd wetenschappelijk begrip

Kenmerken

Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:

  • Moeite met basisrekenfeiten en automatisering:Bijvoorbeeld moeite met het vlot oproepen van antwoorden op eenvoudige optel, aftrek, keer of deelsommen. Of het uithoofd leren van de tafels. Vaak blijven kinderen lang op hun vingers tellen.
  • Problemen met het getalbegrip en inzicht: Moeite met betekenis van getallen, getalstructuren bijvoorbeeld eenheden, tientallen en honderdtallen. En het plaatsen op een getallen lijn, omkeringen van getallen bijvoorbeeld 56 en 65 komen vaak voor.
  • Moeite met rekenprocedures en strategieën: Problemen met volgorde van stappen bij complexe berekeningen bijvoorbeeld cijferen. En het toepassen van aangeleerde rekenkennis bij andere opgave.
  • Ruimtelijk inzicht en oriëntatie: Moeite met links en rechts oriëntatie, klokkijken, lezen van kaarten en het inschatten van lengtes, maten en hoeveelheden. Ook het nabouwen van constructies van blokken kan lastige zijn.
  • Problemen met de rekentaal: Begrijpen en gebruiken van begrippen als meer of minder of evenveel.
  • Zwak werkgeheugen en kortetermijngeheugen: Moeite met het onthouden en verwerken van mondelinge gegeven informatie of tussenuitkomsten bij rekenen.
  • Langzame rekentempo: zelfs bij eenvoudige bewerkingen.
  • Rekenangst en gebrek aan zelfvertrouwen: Door de aanhoudende problemen kunnen faalangst en een negatieve houding ten opzichte van rekenen ontstaan.

Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.

Vormen van dyscalculie

Geen kind met dyscalculie is hetzelfde. Dat maakt het een lastige leerstoornis. Maar een psycholoog of/en een orthopedagoog maken een verdeling tussen kinderen met lichte, milde of zware vormen van dyscalculie.

Lichte vorm

Dit kun je voorstellen als iemand die over het algemeen best mee kan komen in de klas, maar met rekenen steeds net iets achterloopt. Het kind snapt de basisvaardigheden meestal wel, maar doet er wat langer over. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat het even moet nadenken over wat 6×7 is, of dat het bij het klok kijken een moment twijfelt of het nou kwart voor 4 is nou 3.45 uur is of anders. Als de juf iets uitlegt in de rekenles, begrijpt het kind het vaak pas nadat het nog eens even rustig is uitgelegd. Het heeft dus wat meer tijd nodig, maar met meer steun komt het er wel. Buiten de klas merk je misschien weinig van. Het kind red zich prima met geld in de winkel of bij het afspreken van een tijd. Soms is er eat frustratie, maar het vertrouwen blijft intact.

Milde vorm

Bij een milde of matige vorm van dyscalculie wordt het anders. Hier zie je dat het rekenen een duidelijke worsteling is. Het kind moet bij elke som opnieuw nadenken hoe het ook al weer moet, rekent zelden iets uit zonder fouten. De tafels blijven niet hangen, zelfs na weken oefenen. Het verward makkelijk optellen en aftrekken en raakt in de war bij opdrachten als je 5 euro hebt en je koopt iets van 3,20 hoeveel krijg je dan terug ? In de klas is het rekenniveau duidelijk lager dan leeftijdsgenoten. Het kind wordt vaak onzeker, gaat rekenen vermijden en voelt zich vaak dom als er weer een fout wordt gemaakt. Thuis zie dat moeite heeft met alledaagse dingen waar cijfers in zitten. De juiste tijden weg gaan, snappen hoeveel minuten iets duurt of met geld omgaan. Met wat extra hulp lukt er wel wat. Maar het blijft steeds moeite houden.

Zware of diepe vorm

Een zware of diepe vorm dyscalculie heeft zware impact op het kind. Kinderen of jongeren met deze vorm worstelen niet alleen met rekenregels, maar begrijpen vaak het hele idee van getallen en hoeveelheden niet goed. Ze kunnen bijvoorbeeld niet inschatten of 36 groter is dan 63, en weten ook na jaren oefenen niet zeker hoeveel 3+4 is. Klokkijken lukt niet, zelfs niet met een digitale klok. Geldsommen zijn verwarrend en tijdsbesef zoals wat een halfuur betekent ontbreekt vaak. In de klas kunnen ze in de stress raken zodra ze een rekenboek wordt uitgedeeld. Zelfs simpele sommen leveren stress of paniek op. Deze kinderen hebben moeite om grip te krijgen op iets wat voor anderen van zelfsprekend lijkt. Hun vertrouwen in hun zelf is meestal beschadigd en voelen zich dom, ook al zijn ze op anderen gebieden heel slim. De rekenproblemen beperken hun ook buiten school zoals zelfstandig reizen, boodschappen doen of een agenda bijhouden zijn allemaal lastig, omdat getallen daarin een rol spelen.

Hulpmiddelen

Mensen met dyscalculie hebben vaak recht op speciale hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt bij toetsen en examens voor vakken waarbij veel rekenen nodig is. Voorbeelden zijn wiskunde, economie, scheikunde, maar ook aardrijkskunde of biologie. Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat mensen met dyscalculie een eerlijke kans krijgen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn:

  • Het gebruik van een rekenmachine
  • Het gebruik van een deel- of tafelkaart.
  • Het gebruik van een opzoekboekje.
  • Het gebruik van een cijferblad, waarop alle cijfers en getallen staan op volgorde.
  • Extra tijd bij het maken van rekenopdrachten.
  • Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.

Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de rekentoets moeten maken, krijgen zij de rekentoets 2ER/3ER. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.

Diagnose dyscalculie

De diagnose dyscalculie wordt gesteld door een gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog. Er is geen simpele test of hersenonderzoek. De diagnose wordt gesteld op basis van:

  • Ernst van het probleem: De rekenproblemen zijn zeer ernstige en wijken af van wat er verwacht wordt op een bepaalde leeftijd en ontwikkeling.
  • Hardnekkigheid: De rekenproblemen blijven bestaan ondanks langdurig en intensieve begeleiding en extra oefening.
  • Uitsluiten van anderen oorzaken: Er wordt gekeken of de problemen niet verklaren zijn door bijvoorbeeld een lage intelligentie, gehoor of gezichtsproblemen of gebrek aan onderwijs.

Een diagnose kan pas gesteld worden vaak na de tweede helft van groep 4 of begin groep 5. Omdat dan pas duidelijk wordt dat de problemen hardnekkigheid zijn ondanks voldoende instructie en oefening. Een diagnose moet wel gesteld zijn voor dat het kind naar het mbo, hbo of universiteit gaat, want na die tijd is moeilijk terug te halen of het niet door gebrek aan rekenonderwijs komt de rekenproblemen. Een dyscalculieverklaring is onbeperkt geldig. En kan recht geven op aanpassingen in het onderwijs, zoals extra tijd bij toetsen en examens of het gebruik van hulpmiddelen.

Begeleiding

Begeleiders van mensen met dyscalculie of leerkrachten moeten vaak rekening houden met dyscalculie. Daarom is het belangrijk dat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Begeleiders en leerkrachten kunnen verschillende zaken doen, zoals extra en persoonlijke uitleg geven. Ook kunnen ze bepaalde oefeningen eerst samen maken en daarna zelfstandig doen. Meestal wordt gefocust op één manier van uitleggen, zodat er geen verwarring ontstaat en wordt direct feedback gegeven.

Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.

Goed om te weten

Wat goed om te weten is: je bent niet de enige. Heel veel kinderen in Nederland en de rest van de wereld hebben dyscalculie. Net als jij kunnen zij ook heel goed zijn in anderen dingen. Misschien ben jij heel creatief, kun je goed tekenen, ben je grappig of een fijne vriend of vriendin voor anderen. Iedereen heeft zijn eigen talenten, ook al zijn die niet altijd zichtbaar in een rekenboek. Als je dyscalculie hebt, leer je misschien anders, maar je kunt nog steeds heel veel bereiken. Met geduld, hulp en vertrouwen kom je een heel eind. En het allerbelangrijkste van alles: geef niet op, je bent goed zoals je bent.

Oefening om te ervaren

Om te snappen hoe het kan voelen om dyscalculie te hebben, kun je deze korte oefening zelf proberen. Pak een pen een papier of potlood en schrijf de cijfers 1 tot 10 door elkaar op. Denk bijvoorbeeld aan deze volgorde 7, 3, 9, 1, 5, 2, 8, 4, 10 en 6 op. Nu komt de uitdaging probeer zo snel mogelijk alle even getallen zoals 2,4 en 6 te om cirkelen en allen oneven getallen te onderstrepen. Als je klaar bent probeer dan de getallen hardop op te zeggen in de volgorde 1 tot en met 10.

Wat merkte je?

Hoe voelde dit voor jou? Was het lastig om snel alle oneven getallen te vinden? Duurde het langer dan je dacht om alles zo snel mogelijk op te noemen? Voor iemand met dyscalculie kan het vinden en sorteren van getallen veel moeite kosten, zelfs bij makkelijker sommen. Het is alsof de getallen niet meer pakken of door elkaar heen staan. Ze moeten dus steeds extra stappen zetten in hun hoofd. Het is alsof je veters moet strikken met je ogen dicht, het kan wel maar het gaat moeizamer. Dit laat zien dat iedereen op zijn eigen manier leert. En dat extra hulp voor mensen dyscalculie heel normaal is.

Dyscalculie en autorijden

Mensen met dyscalculie hebben moeite met leren en begrijpen van cijfers en getallen. Dit kan soms invloed hebben op het leren auto rijden. Zo kan het inschatten van afstanden snelheden lastig zijn, bijvoorbeeld bij het invoegen in het verkeer of bepalen van een veilige volgafstand . Ook routeplanning en get onthouden van routes kan moeilijker zijn, vooral als het lezen van kaarten erbij komt kijken. Snel verkeersborden met getallen, zoals snelheid of afstanden herkennen kan extra aandacht vragen. Daarnaast vraagt autorijden dat snel berekeningen maakt tijdens het rijden ,bijvoorbeeld om te bepalen hoe ver je van te voren moet remmen, en dat kan onder stress lastig zijn. Schakelen met een handgeschakeld auto kan extra uitdagend zijn. Je moet weten welke versnelling bij welke snelheid past en tegelijkertijd je voet en voet goed coördineren terwijl je op het verkeer let. Voor veel mensen wordt schakelen een automatische handeling, maar iemand met dyscalculie moet soms eerst bewust nadenken over de juiste versnelling. Door veel te oefenen, bijvoorbeeld eerst op een rustige terrein en met een vaste versnellingkaart in gedachten, kan schakelen uiteindelijk goed automatiseren . Een andere optie is auto rijden met automatische versnellingsbak. Hierbij hoef je niet zelf te schakelen, wat het rijden vaak makkelijker en minder stressvol maakt. Veel mensen met dyscalculie vinden dit prettig, omdat ze zich dan volledig op het verkeer kunnen concentreren zonder dat ze steeds moeten nadenken over de versnelling. Over het algemeen kunnen mensen met dyscalculie prima leren autorijden, maar ze hebben soms extra oefening nodig bij bepaalde vaardigheden, en een automatische auto kan een handige oplossing zijn.

Bekende mensen met dyscalculie

Er zijn een aantal bekende mensen met dyscalculie. Voorbeelden zijn:

Weetje

Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.

Links voor extra informatie

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Dyscalculie&oldid=970061"