Rekenen

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Rekenen is een schoolvak dat ook in het dagelijks leven veel wordt gebruikt. Je hebt naast het standaard rekenen ook "wiskunde" en "algebra" (hoger rekenen voor op het middelbaar onderwijs). je hebt bij rekenen veel tekens zoals: - + = en nog veel meer

Op school

Rekenen doe je op school. Op de middelbare school leer je wiskunde en algebra en het basis-/"gewone" rekenen leer je al op de basisschool. Meestal leer je uit een boek. Deze kennis ga je later gebruiken op de middelbare school. Je leert er zonder rekenmachine rekenen. En soms ook hoe je het eigenlijk uit moet rekenen met een rekenmachine.

Schatten

Schatten op de basisschool leer je schatten. Dit gebruik je in je latere levenslijn, om bijvoorbeeld in de winkel te schatten hoeveel het ongeveer kost.

Procenten

Procenten leer je om uit te rekenen hoeveel korting je ergens op kan krijgen in het dagelijkse leven. Ook zal je als je later ouder wordt het misschien nodig hebben bij je eigen werk.

Verhoudingen

Verhoudingen leer je ook al op het einde van de basisschooltijd. Daar ga je nog vaak mee verder op de middelbare school.

Gewoon rekenen

Bij het gewone rekenen heb je:

Verschillende getallen

Er zijn verschillende soorten getallen. De meest gebruikte getallen zijn de natuurlijke getallen (1, 2, 3, 4 enzovoort). De natuurlijke getallen zijn hele getallen boven de nul. Dus nul zelf hoort er niet bij. Getallen kleiner dan nul heten negatieve getallen. Je schrijft dan -1, -2, -3 (spreek uit min een, min twee) enzovoort. Al deze getallen heten gehele getallen. Wanneer getallen als een breuk geschreven kunnen worden, heten ze gebroken getallen.

Wiskunde

Wiskunde is een wetenschap. Met wiskunde is het de bedoeling dat alles logisch is. Bij wiskunde maakt men stellingen, die ze proberen te bewijzen met bewijzen. Ook belangrijk is het bestuderen van patronen en structuren.Er zijn vele wiskundige formules.

Rekenen en algebra

Algebra is een deel van de wiskunde dat zich bezighoudt met de betrekkingen van door letters en tekens aangeduide grootheden. In de algebra worden getallen voorgesteld door letters en bestaan er allerlei regels die zeggen hoe je met die letters moet rekenen.

Hieronder een eenvoudig voorbeeld om het verschil tussen rekenen en algebra te laten zien. We moeten de volgende som oplossen:

Een vader is 5x zo oud als zijn zoon. Over 7 jaar is hij 3x zo oud. Hoe oud zijn beiden?

Oplossing met rekenen: de leeftijd van de vader is een vijfvoud. Dat is een getal dat door 5 deelbaar is. Over 7 jaar is het een drievoud (getal deelbaar door 3), en daarvan afgetrokken een vijfvoud is 7. In aanmerking komen 25 (20 is te jong) en 32. Dit laatste is geen drievoud. 30 en 37 dan. Klopt ook niet. 35 en 42. Klopt: 35 is 5 keer 7, en 42 is 3 keer 14. Dus de vader is nu 35 jaar oud en zijn zoon 7.

Anders. De vader is 5 x zo oud als de zoon. Dan kun je ook zeggen: als je de leeftijden optelt is de vader 5/6 daarvan en de zoon 1/6, een verschil van 4/6 = 2/3 van deze som. Na 7 jaar, als de vader 3 x zo oud is als de zoon, is de verhouding ¾ en ¼ met een verschil van 2/4 = ½ van de som. Het onderlinge verschil in leeftijd blijft zo, dus 2/3 van de leeftijdsom = ½ van de leeftijdsom + 14 oftewel 2/3: ½ = 4: 3 = leeftijdsom + 14: leeftijdsom. Dus 3 x de leeftijdsom + 42 = 4 x de leeftijdsom. Dan is 1 x leeftijden samen 42, de vader is 5/6 x 42 = 35 en de zoon 1/6 x 42 = 7.

Oplossing met algebra: noem de leeftijd van de zoon x, die van de vader dus 5 keer x, en dat schrijf je als 5x. Dan is
5x + 7 = 3(x + 7) (Nu alles wat tussen haakjes staat met 3 vermenigvuldigen)
5x + 7 = 3x + 21 (Nu links en rechts van de = 3x + 7 aftrekken)
2x = 14 (Nu links en rechts van de = delen door 2)
x = 7. Dus de zoon is 7 jaar oud.

Opmerking: 3(x + 7) wordt ook wel geschreven als 3*(x + 7) of 3×(x + 7).

Dyscalculie en rekenen

Er zijn kinderen die rekenen een heel moeilijk vak vinden. Het is voor de meeste kinderen in het begin ook moeilijk om rekenen te leren, maar op een gegeven moment ga je je sommen eigen maken. Bijvoorbeeld: je weet wat 3 + 4 is. Dat is 7, waardoor je ook makkelijker de som 30 + 40 weet: dat is 70. Maar bij kinderen en volwassenen met dyscalculie wordt dat niet eigen gemaakt. Ze blijven het moeilijk vinden om sommen onder 10 uit te rekenen, waardoor ze niet tot langzaam vooruit gaan in rekenen. Daarnaast hebben ze ook moeite om rekenfeiten te onthouden en snappen ze niet hoe de digitale klok werkt en de gewone klok. Daarnaast draaien ze getallen om. Ze schrijven 65 in plaats van 56, dat komt omdat ze het schrijven zoals ze denken dat ze het moeten schrijven. Dat deed iedereen in het begin, maar later weet je dat je bij zesenvijftig wel eerst een 6 hoort, maar dat je hem na de vijf schrijft. Bij mensen met dyscalculie blijft dat moeilijk.

Schattend rekenen

Bij deze manier van rekenen maakt een kind/leerling gebruik van schattingen. 38.997 is bijvoorbeeld bijna 40.000 en 12.452 ligt dichtbij 12.000. 40 duizend en 12 duizend is samen 52 duizend. Precies is 38.997 + 12.452 = 51449, dus dan klopt de schatting redelijk.

Zie ook:

Rekentoets

Reken toets 2ER/3ER

Dyscalculie

Rekentoets 2F/3F


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Rekenen&oldid=828342"