Aftrekken
Aftrekken is een van de zogeheten hoofdbewerkingen van het rekenen. Aftrekken is het tegenovergestelde van optellen. De uitkomst, het resultaat van een aftrekking, heet het verschil. Aftrekkingen kun je vrijwel altijd uit het hoofd doen:
8 - 5 = 3; 37 - 12 = 25; 97 - 14 = 83.
Grotere bewerkingen zetten we onder elkaar:
6795 3124 ---- - 3671
De enige moeilijkheid is als het cijfer boven kleiner is dan het cijfer eronder, bijvoorbeeld:
6795 6795 6795 6795 3827 3827 3827 3827 ---- - ---- - ---- - ---- - 8 68 968 2968
We beginnen rechts. 5 - 7 gaat niet. Maar 6795 is 6 x 1000 + 7 x 100 + 9 x 10 + 5 x 1. Dus nu doen we of die 5, waar we 7 van moeten aftrekken, eigenlijk 15 is. We "lenen" dus 10 van 9 x 10. Dat wordt dan 8 x 10. Dus onder het streepje komt een 8 (= 15 - 7). 9 - 2 wordt dus 8 - 2 = 6. Dan 7 - 8. Gaat ook niet. We "lenen" weer 1 van het bovenste cijfer ernaast, de 6 (die wordt 5), en doen nu in plaats van 7 - 8 17 - 8 = 9. En dan tot slot 5 - 3 = 2. Zodat 6795 - 3827 = 2968.
Aftrekken met hogere cijfers kun je ook doen met een rekenmachine.