Zonnestelsel

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het zonnestelsel is het planetenstelsel waar wij in leven. Het is alles wat de zon bijeen houdt.

De belangrijkste hemellichamen in ons zonnestelsel. (niet op schaal): De zon en de planeten.

Ons zonnestelsel bestaat uit heel veel niks, met in het midden ons grootste hemellichaam: de zon. Dit is eigenlijk gewoon een ster, maar dan een die heel dichtbij staat.

Ons zonnestelsel maakt deel uit van een sterrenstelsel en dat sterrenstelsel heet de Melkweg.

Welke planeten zijn er in ons zonnestelsel?

Zie Planeet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De acht planeten

In totaal zijn er acht planeten. Pluto was eerst ook een van de planeten, maar na onderzoek is gebleken dat hij te klein is om planeet genoemd te worden. Daarnaast voldeed Pluto niet aan de derde voorwaarden van een planeet: hij heeft in zijn baan geen andere objecten van de kaart geveegd.

Daarom behoort hij sinds 2006 tot de dwergplaneten. De planeten zijn onder te verdelen in twee groepen, de gasreuzen/buitenplaneten en de aardse/binnenplaneten.

Tot de gasreuzen behoren Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Deze planeten hebben een kern van gesteente en ijs die omgeven wordt door een vloeibare of halfvaste mantel die waterstof en helium of methaan, ammoniak en waterijs bevat. Ze worden omgeven door veel manen. Hun ringenstelsel bestaat uit steen- of ijsdeeltjes.

De planeten die tot de aardse behoren zijn Mercurius, Venus, Aarde en Mars. Deze planeten zijn veel kleiner dan de buitenste. Ze hebben geen of weinig manen en hebben geen ringen.

De planeten zijn, in volgorde, steeds verder van de Zon af:

Venus

Mercurius

Mercurius kreeg van de Romeinen de naam van de boodschapper der goden met zijn gevleugelde sandalen. Deze planeet staat het dichtst bij de zon. Hij is te zien kort na zonsondergang of voor zonsopkomst. Er is dan een roze sterachtig object te zien. Hij heeft nauwelijks atmosfeer en veel inslagkraters. Mercurius is ongeveer even groot als onze maan en heeft een temperatuur van 430 graden Celsius.

Venus

Venus draagt de naam van de Romeinse godin van de liefde. Overdag is deze planeet met het blote oog te zien. Hij draait als enige van de acht planeten van oost naar west. De atmosfeer op Venus bestaat uit CO2. Er vindt hier zwavelzuurregen plaats en het is er 350 graden Celsius.

Aarde

Mars

De Aarde is de planeet waar wij op leven en ook de enige planeet in ons sterrenstelsel waar op dit moment leven is. Het is op Aarde gemiddeld 14 graden Celsius. De Aarde is de derde planeet vanaf de zon. 4,6 miljard jaar geleden is zij gevormd. De aarde is de enige van de aardse planeten die grote hoeveelheden vloeibaar water aan haar oppervlak en veel zuurstof in haar atmosfeer heeft. De aarde bestaat uit 3 lagen: de kern, de mantel en de aardkorst. De kern bestaat voornamelijk uit ijzer en een kleine hoeveelheid nikkel. De kern bestaat uit een vast deel met een temperatuur van 4700 graden Celsius en een vloeibaar deel. De mantel bestaat uit magnesium- en ijzerrijk gesteente. Hij is zo’n 2800 kilometer dik. De aardkorst bestaat uit verschillende soorten gesteenten en mineralen. Hij is te verdelen in een continentale korst en een dunnere oceanische korst.

Mars

Mars is een bloedrode planeet. Hij is genoemd naar de Romeinse oorlogsgod. De rode kleur komt door ‘roest’ in combinatie met een overvloed aan ijzer. Opvallende kenmerken zijn de witte poolkappen en de grote, donkere laaggelegen vlakten. Op Mars is het -63 graden Celsius.

Jupiter

Jupiter

Jupiter is de grootse en zwaarste planeet van het zonnestelsel. Hij is vernoemd naar de Romeinse oppergod. De planeet is met een verrekijker te zien als een ronde lichtgevende schijf. Hij heeft verschillende wolkenbanden, dit is te zien door de lichte en donkere gordels op de planeet. De temperatuur op Jupiter is ongeveer -121 graden Celsius.

Saturnus

Saturnus is vernoemd naar de god Saturnus, de vader van Jupiter. De wolkenbanden zijn minder opvallend dan bij die van Jupiter. Hij heeft een mooi ringenstelsel. De drie hoofdringen bestaan uit duizenden kleinere ringen. Een ring bestaat uit stukken steen en ijs die om de planeet heen zweven. Het is ongeveer -130 graden Celsius op Saturnus.

Uranus

Uranus

Uranus is ontdekt in 1781 door sir William Herschel. Hij heeft zijn naam te danken aan de vader van de Romeinse god Saturnus. De planeet bestaat voornamelijk uit waterstof en helium. Hij is net waarneembaar. Uranus is te herkennen aan de blauwe kleur. Daarnaast heeft Uranus een ander bijzonder kenmerk, zij ligt namelijk op haar zij. De Noordpool en de Zuidpool zijn dus naar de zon toe gericht. Het is ongeveer -196 graden op Uranus.

Neptunus

Neptunus is ontdekt in 1846 door de astronoom Johannes Gottfried Galle. Hij kreeg de naam van de Romeinse zeegod. Op deze planeet zijn de hevigste winden te vinden van ons sterrenstelsel. De windkracht kan oplopen tot 2000 km/uur. Het is op Neptunus ongeveer -205 graden Celsius.

Sinds kort hebben astronomen aanwijzingen dat er ook een negende planeet is. Niet Pluto of Eris (ook een dwergplaneet), maar een andere planeet. Wetenschappers dopen de planeet als "de negende planeet" of "Planeet X" Hij doet er 25.000 jaar erover om een rondje om de zon te maken. Planeet X is tien keer groter dan de aarde en 500 keer zwaarder dan Pluto. Wetenschappers denken hem over een paar jaar te vinden.

De draaiing van de andere planeten

Alle acht de planeten draaien in een eigen baan op verschillende afstanden rondom de zon. Daarnaast draait elke planeet om zijn/ haar eigen as. De planeten hebben, vanwege de verschillende afstanden tot de zon, een verschillende omlooptijd rond de zon:

  • Mercurius: 88 dagen en draait in 59 dagen om zijn eigen as.
  • Venus: 225 dagen en draait in 243 dagen om zijn eigen as, maar doet dit in tegengestelde richting ten opzichte van de andere planeten.
  • Aarde: 365 1/4 dag: dat is één jaar en draait in één dag om zijn eigen as heen.
  • Mars: 687 dagen en draait in een dag om zijn eigen as heen.
  • Jupiter: meer dan 4.332 dagen en draait in 0,4 dag om zijn eigen as heen.
  • Saturnus: meer dan 10.757 dagen en draait in 0,4 dag om zijn eigen as heen.
  • Uranus: meer dan 30.687 dagen en draait in 0,7 dag om zijn eigen as heen.
  • Neptunus: 60.190 en draait in 0,7 dag om zijn eigen as heen.

Dwergplaneten

Ons zonnestelsel heeft 5 kleine planeten die ze dwergplaneten noemen. Het zijn (in volgorde van dichtst bij de aarde tot het verste weg):

Het sterretje (*) betekent: Sommige mensen denken dat Pluto nog steeds een planeet is, andere weer niet. In de astronomie wordt Pluto als dwergplaneet gezien, waardoor het officieel een dwergplaneet is. Dit is op 24 augustus 2006 door de IAU in Praag besloten.

Planetoïde 

In het zonnestelsel zwerven miljarden stukjes steen en ijs rond. De grootste zijn bijna 1000 kilometer groot, maar de meeste zijn zo klein als stof. Als die deeltjes op aarde terechtkomen, zijn het net vallende sterren. Volgens wetenschappers zou de planetoïde Apophis 13 april 2036 de aarde moeten bereiken. De kans dat we door dat object worden geraakt is 1 op 45.000. Dat lijkt niet groot maar als je nagaat dat de kans om de Staatsloterij te winnen 1 op 2,6 miljoen is, is er toch best een kans!

Zo heb je ook de planetoïde QWERTY. Het gaat om planetoïde met nummer 6600, die in 1988 werd ontdekt door Antonin Mrkos van het Klet' Observatory in Tsjechië. De voordracht voor de vernoeming vond plaats door de Nederlandse sterrenkundejournalist Govert Schilling. Hij heeft er al jaren bij de naamgevingscommissie van de Internationale Astronomische Unie voor gepleit een planetoïde 'Qwerty' te noemen en dan het liefst met een met QW in de voorlopige aanduiding. In 2007 maakte de Internationale Astronomische Unie in haar publicatie 'Minor Planet Circular 61266' bekend dat de vernoeming heeft plaatsgevonden.

Manen

Maan

Een maan is een natuurlijk hemellichaam dat in een baan om een planeet draait. Manen worden ook wel natuurlijke satellieten genoemd. Ze worden door de aantrekkingskracht (zwaartekracht) van de planeet waar ze omheen draaien, als het ware vastgehouden. De aarde heeft één maan, die we gewoon "de Maan" noemen. Sommige andere planeten in ons zonnestelsel hebben ook manen, bijvoorbeeld Jupiter. Die heeft wel meer dan 70 bekende manen, terwijl Mars er slechts twee heeft.

Manen variëren sterk in grootte, vorm en samenstelling. Sommige zijn klein en rotsachtig, terwijl andere groter zijn en mogelijk zelfs een dunne atmosfeer kunnen hebben.

Planeten en hun manen:
Dwergplaneten en hun manen:
  • Pluto heeft vijf manen: Charon, Hydra, Nix, Kerberos en Styx.
  • Haumea heeft twee manen: Hi’iaka en Namaka.
  • Eris heeft als maan Dysnomia.

Uitleg

In de volgende kopjes volgt meer uitleg over bepaalde planeten, wat hun kernmerken zijn en wat hun functie is in ons zonnestelsel.

Rillingen en zwellingen

De witte wolkenringen rond Jupiter worden zones genoemd en de roodbruine ringen banden. Ondanks zijn enorme afmetingen draait Jupiter in 9 uur een 55 minuten om zijn as en is daarmee de snelst ronddraaiende planeet. De wolken bij de evenaar hebben daardoor een snelheid van 45.000 km/u, terwijl de equatoriale zone opgestuwd wordt.

Ringenspel

De ringen van Saturnus zijn zo opvallend, dat we vaak van de geringde planeet spreken (ook al hebben Jupiter, Uranes en Neptunus ringen). Er zijn 3 hoofdringen, die zo groot en helder zijn dat je ze vanaf de aarde met een kleine telescoop kunt zien. Van binnen naar buiten heten ze C, B en A Verder naar buiten liggen F, G en E.

Warm en koud

De naar de zon gekeerde zijde van Mercurius wordt erg warm, vooral bij de evenaar, waar de zon hoog staat en de straling het sterkst is. Het Carloris Bassin ligt in een warm land, Caloris. Dit is Latijn voor warmte.Het kan er 430 C worden, warm genoeg om lood te smelten. Ondanks die warmte zij er aanwijzingen dat er op de bodem van diepe kraters bij de poolgebieden bevroren water is.

De geboorte van het zonnestelsel

Na de oerknal ontstonden in een fractie van een seconde de quarks. Die gingen zeer snel samen en vormden elektronen, neutronen en protonen. Die vormden ook weer zeer snel atomen. De atomen gingen samen en vormden waterstof. Door de hoge druk en de hoge temperatuur werd Helium gevormd. Met deze twee stoffen ontstaat er een bolvormige wolk, de nevel. De nevel bestaat uit waterstof, helium en vormden weer stof en zwaardere elementen.

De zwaardere elementen worden gevormd door het exploderen van sterren. De hete sterren verbranden hun 'benzine' om te blijven leven. Ze verwoesten eigenlijk zichzelf en hierbij ontstaat er een grote explosie die een supernova genoemd wordt.  

Die explosie zorgt ervoor dat de wolk niet stevig blijft en zorgt er ook voor dat het zich samen trekt. In het midden van de wolk wordt de 'protoster' geboren en de rest vormt een draaiende schijf, de zonnenevel. De protoster begint vervolgens de rest van de wolk op te zuigen en wordt zo een steeds grotere ster: onze zon.

Dit is het begin van ons zonnestelsel wat ongeveer 5 miljard jaar geleden ontstond. 

e
Bolvormige wolk, de nevel.
Protoster met zonnenevel
Protoster met draaiende schijf (de zonnenevel).
Supernova
Supernova, de explosie van een ster.

Externe links

Andere projecten met dit onderwerp

Bronnenlijst

AD. (2016, maart 05). Economie. Opgehaald van AD: https://www.ad.nl/economie/jackpot-waar-heb-je-de-grootste-winkans~a8611e72/

Kruijer, T. (2011). De eerste 10 miljoen jaar van het zonnestelsel: Accretie en differentiatie van planetesimalen. Gea, 44(3), 77-80. Geraadpleegd op 5 november 2017, van http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document;docid=472909

National Geographic. (2007, 1 november). Birth of the Solar System: Naked Science: Birth of the Solar System [Videobestand]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://www.youtube.com/watch?v=B1AXbpYndGc 

Online star register (2016, 31 augustus). De geschiedenis van ons zonnestelsel. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://osr.org/nl/blog/osr-nl/de-geschiedenis-van-ons-zonnestelsel/

Reijnders, L., De Reuver, B., & Tellegen, E. (2007). Toekomst in het Groot (pp. 49–59). Amsterdam: Amsterdam University Press.

Schilling, G. (2014). Sterrenkunde. Amsterdam: Amsterdam University Press.

SchoolTV. (2014, 5 september). Clipphanger: Hoe is ons zonnestelsel ontstaan. Geraadpleegd op 5 november 2017, van http://url https://www.schooltv.nl/video/clipphanger-hoe-is-ons-zonnestelsel-ontstaan/

Somervill, B. A. (2005). Nicolaus Copernicus: Father of Modern Astronomy. Minneapolis: Compass Point Books.

TheDailyConverstation. (2014, 4 23 november). The Formation of the Solar System [Videobestand]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://www.youtube.com/watch?v=x1QTc5YeO6w

WeAreStarStuff51. (2011, 10 oktober). Stephen Hawking: Formation of the solar system [Videobestand]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://www.youtube.com/watch?v=Uhy1fucSRQI

Weinberg, S. (2015). De wereld verklaard: de ontdekking van de moderne wetenschap. Amsterdam: Singel Uitgeverijen.

Westland, X. (2015). Ons Zonnestelsel en nog wat meer. Amersfoort: Lulu.

Zonnenevel. (z.d.). In Wikipedia. Geraadpleegd op 6 november 2017, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnenevel

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Zonnestelsel&oldid=964800"