Maan
Maan | |
---|---|
Je kunt met een verrekijker goed naar
de maan kijken, probeer dat maar eens. |
De maan is de enige natuurlijke maan van de aarde (er zweven ook enkele andere minimaantjes in hoefijzervormige banen rond de aarde waarvan Cruithne de meeste aanspraak maakt om als echte maan gezien te worden) en wordt soms aangeduid met haar Latijnse naam Luna.
De meeste manen in het zonnestelsel zijn erg klein, maar er zijn een aantal grote, planeetachtige manen. Onze maan hoort daar ook bij. Hoewel er manen zijn die nog groter zijn dan onze maan, worden de aarde en de maan wel als dubbelplaneet aangeduid. Dit omdat de maan in vergelijking met de aarde erg groot is. Alleen bij de planeet Pluto en zijn maan Charon is de maan naar verhouding nóg groter.
Feiten over de Maan
Diameter | 3475,5 km |
Gemiddelde afstand tot de Aarde | 384 440 km |
Atmosfeer | geen |
Kleur | rood |
Kern | kleine ijzerkern |
Omlooptijd rond de Aarde | 27,3217 dagen (siderische maand) |
Tijd tussen twee volle manen | 29,5306 dagen (synodische maand) |
Baan en rotatie
We spreken van de gemiddelde afstand van de aarde tot de maan, omdat de maan een elliptische baan om de aarde aflegt: hierdoor verschilt de afstand van de aarde tot de maan van punt tot punt.
Het punt waar de maan het verst van de aarde afstaat heet apogeum (afstand maan-aarde 405.500 km) en het punt waar de maan het dichtst bij de aarde staat heet perigeum (afstand 363.345 km).
Gesynchroniseerde rotatie
De rotatie van de maan is gesynchroniseerd met haar omlooptijd rond de aarde. Praktisch betekent dit dat de maan steeds dezelfde kant naar de aarde gericht houdt. Zo spreekt men van de voorkant en de achterkant van de maan. Voordat een ruimtesonde een kijkje aan de achterkant had genomen, wist men eigenlijk niet hoe deze eruit zag.
Getijdenwerking
De maan is, samen met de zon en de draaiing van de aarde, verantwoordelijk voor de getijdenwerking op de aarde. Deze getijdenwerking zorgt ervoor dat de draaisnelheid (rotatie) van de aarde langzaam afneemt.
Van haar kant oefent de aarde ook getijdenwerking op de maan uit, maar wel van een ordegrootte sterker. Hierdoor is de draaisnelheid van de maan al zo sterk afgenomen dat zij precies evenveel tijd nodig heeft om om haar eigen as te draaien, als éénmaal om de aarde (synchrone rotatie). Dat verklaart waarom we vanaf de aarde altijd dezelfde kant van de maan zien.
Schijngestalten
De maan vertoont schijngestalten doordat gewoonlijk slechts een gedeelte van het van de aarde af zichtbare maanoppervlak door de zon wordt verlicht; tijdens nieuwe maan als de maan en de zon, vanaf de aarde gezien, samenstaan (in conjunctie staan), is de donkere helft naar de aarde gekeerd. De volgende avonden staat bij zonsondergang een smalle maansikkel aan de westelijke hemel; na ongeveer een week is de boogafstand (elongatie, de hoek tussen de lijnen aarde-zon en aarde-maan) tot de zon toegenomen tot ca. 90 graden en is de sikkel tot een halve cirkel geworden (eerste kwartier). Nog een week later is zij zover naar het oosten gelopen dat de maan bij zonsondergang opkomt en vol is geworden. Weer een week later komt de maan pas omstreeks middernacht op en is nog maar voor de helft verlicht (laatste kwartier). Daarna komt zij steeds later op en neemt steeds meer af om ten slotte alleen nog aan de oostelijke morgenhemel, vlak voor zonsopkomst, als een smal sikkeltje zichtbaar te zijn. Deze totale cyclus duurt 29,530588 dagen.
Maansverduistering
Wanneer de volle maan 'perfect' is, en de zon, aarde en maan precies op één lijn staan, is er een maansverduistering: De maan komt dan precies in de schaduw van de aarde te staan. Hierdoor valt er geen zonlicht op de maan. De maan wordt nooit helemaal donker, omdat een kleine hoeveelheid zonlicht door de aardatmosfeer de maan bereikt. De maan krijgt een rode kleur. In het geval van nieuwe maan kan er op overeenkomstige wijze een zonsverduistering ontstaan. Dan werpt de maan haar schaduw op de aarde.
Oppervlak
Inslagkraters
Het grootste deel van het maanoppervlak is bedekt met inslagkraters. De meeste hiervan zijn gelegen in de zogenaamde hooglanden van de maan. Deze kraters stammen uit de tijd van het grote oerbombardement waarin restanten van het ontstaan van het zonnestelsel op de planeten en hun manen terecht kwamen. De grootste van deze kraters is heel duidelijk vanaf de aarde te zien, hij is genoemd naar één van de eerste sterrenkundigen Copernicus - de Copernicuskrater. Het ontbreken van een atmosfeer op de maan laat toe dat de kraters na 4 miljard jaar er meestal nog 'vers' uitzien.
Vulkanisme
Enkele grotere (en vooral diepere) inslagstructuren zijn later tijdens één van de vulkanische perioden van de maan opgevuld geraakt. Dit zijn dus in feite enorme vulkanische vlakten en geen zeeën zoals men vroeger dacht. Dit maan oppervlak wordt Maria genoemd. Dit komt van het Latijnse woord mare, wat zee betekent.
Ontstaan
Er bestaan verschillende theorieën hoe onze maan kan zijn ontstaan. De theorie waar de meeste wetenschappers in geloven is de zogenoemde Giant impact theorie. Volgens deze theorie botste de aarde 4,51 miljard jaar geleden met Theia; een planeet die zo groot was als Mars. Theia zou hierbij vernietigd of weggeslingerd zijn (mogelijk is dit de oorsprong van de planetoïdengordel voorbij Mars). De botsing zorgde dat puin van beide planeten in het heelal terecht kwamen en in een baan om de aarde cirkelde. Dit puin klonterde in de jaren die volgden samen tot de maan. De theorie werd in 1975 bedacht door Amerikaanse wetenschappers en wordt nog altijd als de meest waarschijnlijke theorie gezien.
Nog steeds wordt er veel onderzoek gedaan naar het ontstaan van de maan. Astronauten namen tijdens de Apollo-vluchten gesteenten mee van de maan terug naar aarde. Deze worden nog steeds onderzocht en vergeleken met materiaal van de aarde. Zo hebben wetenschappers ontdekt dat het materiaal van de maan veel overeenkomsten heeft met dat van materiaal van de aarde. Hierdoor bevestigen ze de theorie dat de maan is ontstaan uit een botsing tussen de aarde en een ander hemellichaam. Toch zijn er ook nog veel vragen onbeantwoord. De enorme botsing met Theia zou een magma-oceaan op aarde veroorzaakt moeten hebben. Toch zijn er nooit bewijzen gevonden dat deze er is geweest.
Bemande ruimtevaart naar de maan
Mensen die op de maan hebben gelopen
Tussen juli 1969 en december 1972 heeft de NASA zeven bemande vluchten uitgevoerd met als doel mensen op de maan te brengen. Zes van deze vluchten waren succesvol en brachten ieder twee mensen op de maan. De zevende vlucht, van Apollo 13 werd door een ongeluk voortijdig afgebroken. Deze mensen hebben op de maan gelopen:
- Neil Armstrong - Apollo 11 - juli 1969
- Edwin Aldrin - Apollo 11 - juli 1969
- Charles Conrad - Apollo 12 - november 1969
- Alan Bean - Apollo 12 - november 1969
- Alan Shepard - Apollo 14 - februari 1971
- Edgar Mitchell - Apollo 14 - februari 1971
- David Scott - Apollo 15 - juli 1971
- James Irwin - Apollo 15 - juli 1971
- John Young - Apollo 16 - april 1972 (tevens aan boord van Apollo 10, maar zonder maanlanding)
- Charles Duke - Apollo 16 - april 1972
- Gene Cernan - Apollo 17 - december 1972 (tevens aan boord van Apollo 10, maar zonder maanlanding)
- Harrison Schmitt - Apollo 17 - december 1972
Mensen die dicht in de buurt kwamen maar niet landden
Op elk van de hierboven genoemde missies bleef een astronaut achter in het deel van het ruimteschip dat rond de maan bleef cirkelen terwijl de andere twee zich op de maan bevonden.
De missies van de Apollo 8, 10 en 13 hadden ook ieder drie man aan boord en cirkelden rond de maan - in het geval van de Apollo 13 slechts één keer rond - maar landden niet.
De twaalf mensen die dicht in de buurt van de maan kwamen zijn:
- Frank Borman - Apollo 8
- Jim Lovell - Apollo 8, Apollo 13
- Bill Anders - Apollo 8
- Tom Stafford - Apollo 10
- Michael Collins - Apollo 11
- Dick Gordon - Apollo 12
- Jack Swigert - Apollo 13
- Fred Haise - Apollo 13
- Stuart Roosa - Apollo 14
- Al Worden - Apollo 15
- Ken Mattingly - Apollo 16
- Ronald Evans - Apollo 17
De drie astronauten die aan twee maanmissies deelnamen zijn Lovell, Young en Cernan. Van deze drie heeft alleen Lovell niet de gelegenheid gehad op de maan te lopen.
Kolonisatie van de maan
President Bush maakte op 17 december 2005 in een persconferentie op het hoofdgebouw van de NASA grootse plannen bekend voor een permanent bewoonde maanbasis. De president van Amerika zei uiterlijk in 2013 een bemand ruimtestation te willen hebben. Als het ISS af is, zouden de eerste mensen naar de maan moeten gaan om er een station te bouwen. Maar de VS zijn niet het enige land dat last heeft van "maankoorts": Japan wil voor 2016 een sterrenkijker op de schaduwzijde van de maan hebben staan, en het Europese ruimtebedrijf Lunex wil er zonnepanelen op bouwen voor energie op aarde en op de maan. "Een zonnepaneelfabriek even groot als Nederland zou genoeg energie moeten kunnen produceren om de gehele wereld van milieuvriendelijke energie te voorzien" aldus Lunex.
Externe link
- http://www.begeleidzelfstandigleren.com/aardrijkskunde/vijfdes/kosmografie/de_schijngestalten_van_de_maan.html
- [1]
- Dunford, B. (2017) Our Solar Systems: Moons. Geraadpleegd via https://solarsystem.nasa.gov/planets/solarsystem/sats
- Webkwestie Missie Maan voor groep 7-8
- Webkwestie Missie Maan voor groep 5-6
- Waarom zijn we al zo lang niet meer op de maan geweest? NPO Kennis