Carthago

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Reconstructie van de stad in het Carthage National Museum

Carthago was de hoofdstad van de oude Carthaagse beschaving, aan de oostelijke kant van het meer van Tunis in wat nu Tunesië is. Carthago was een van de belangrijkste handelscentra van de oude Middellandse Zee en een van de meest welvarende steden van de klassieke oudheid. Het was een rijke, Noord-Afrikaanse stadstaat in de oudheid en de Romeinse tijd. De Carthagers werden door de Romeinen 'Puniërs' genoemd; deze naam is afgeleid van 'Feniciërs'.

Amphitheater

De stad ontwikkelde zich van een Kanaänitische Fenicische kolonie tot de hoofdstad van een Punisch rijk dat zo'n 800 jaar voor Christus grote delen van het zuidwesten van de Middellandse Zee overheerste. De legendarische koningin Alyssa of Dido die uit Tyrus kwam wordt beschouwd als de grondlegger van de stad, hoewel haar bestaan in twijfel wordt getrokken. Volgens de verslagen van Timaeus van Tauromenium kocht ze van een lokale (Numidische) stam de hoeveelheid land die 'bedekt' kon worden door een ossenhuid. Hierbij sneed Dido spiraalsgewijs de huid in een reep die zo lang was dat het de daar liggende heuvel Byrsa omtrok. Daar werd later de cytadel (burcht) gebouwd.

Punische en andere oorlogen

De Eerste Punische Oorlog werd vooral ter zee uitgevochten, tussen 264 en 241 v.Chr. Er volgde een Tweede Punische Oorlog. De Carthaagse legerleider Hannibal Barkas besloot grondig met de Romeinen af te rekenen door hen rechtstreeks in Italië aan te vallen. Hij stak vanuit Iberië de Pyreneeën en de Alpen over met een groot leger, grotendeels bestaande uit Iberische Kelten en Noord-Afrikaanse Libiërs (vooral Numidiërs en Moren). Hij had 37 krijgsolifanten bij zich. Toch zou hij later verslagen worden en moeten vluchten naar Carthago. De Romeinen lieten het er niet bij zitten wilde de macht van Carthago inperken.

De oude stad werd uiteindelijk volledig verwoest door de Romeinse Republiek in de Derde Punische Oorlog in 146 voor Christus en vervolgens herontwikkeld als Romeins Carthago, dat de belangrijkste stad van het Romeinse Rijk in de provincie Afrika werd. Dit werd gedaan in opdracht van Keizer Augustus.

In de 5e eeuw werd Noord-Afrika bezet door de Vandalen: koning Geiserik nam in 439 Carthago in en maakte het de hoofdstad van zijn rijk. Van hieruit veroverde het Vandaalse rijk binnen enkele jaren Sicilië, Sardinië, Corsica en de Balearen. Uiteindelijk wist de Byzantijnse generaal Belisarius in 533 Carthago in te nemen, waarmee het Vandaalse rijk ophield te bestaan.

De stad werd geplunderd en verwoest door de Omajjaden na de slag om Carthago in 698 om te voorkomen dat het door het Byzantijnse rijk zou worden heroverd. Het bleef bezet tijdens de moslimperiode en werd door de moslims als fort gebruikt tot de Hafsid- periode toen het door de kruisvaarders werd ingenomen en werd het met zijn inwoners afgeslacht tijdens de Achtste Kruistocht. De Hafsids besloten de verdedigingswerken te vernietigen, zodat het niet opnieuw als basis door een vijandige macht kon worden gebruikt. Het bleef ook functioneren als een bisschoppelijke zetel. Later werd vlak bij Carthago de stad Tunis gesticht.

De regionale macht was in de middeleeuwen verschoven naar Kairouan en de medina van Tunis, tot het begin van de 20e eeuw, toen het zich begon te ontwikkelen tot een kustvoorstad van Tunis, opgenomen als zelfstandige gemeente Carthago in 1919. De archeologische vindplaats werd voor het eerst onderzocht in 1830, door de Deense consul Christian Tuxen Falbe. Opgravingen werden in de tweede helft van de 19e eeuw uitgevoerd door Charles Ernest Beulé en door Alfred Louis Delattre. Het Carthage National Museum werd in 1875 opgericht door kardinaal Charles Lavigerie. Opgravingen uitgevoerd door Franse archeologen in de jaren 1920 trokken voor het eerst buitengewoon veel aandacht vanwege het bewijs dat ze produceerden voor het offeren van kinderen. Er is aanzienlijke onenigheid onder geleerden over de vraag of het offeren van kinderen door het oude Carthago werd beoefend. Het openluchtmuseum van het Carthage Paleo-christelijk museum heeft tentoonstellingen die zijn opgegraven met toezicht van UNESCO van 1975 tot 1984. De plaats van de ruïnes staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO.

Het huidige Carthago telt ongeveer zestienduizend inwoners en wordt geleid door burgemeester Hayet Bayoudh van de liberale partij Tahya Tounes.

Bouw

opgravingen van een huis in de citadel Byrsa

Carthago werd gebouwd op een voorgebergte met zee-inhammen in het noorden en het zuiden. Door de ligging van de stad beheerste het de zeehandel van de Middellandse Zee. Alle schepen die de zee overstaken, moesten tussen Sicilië en de kust van Tunesië passeren. Daar werd Carthago gebouwd. Hierdoor kreeg het grote macht en invloed. Binnen de stad werden twee grote, kunstmatige havens gebouwd. Een voor de huisvesting van de wonderbaarlijke marine van 220 oorlogsschepen en de andere voor de handelsvloot. Een ommuurde toren keek uit over beide havens. De stad had massieve muren van 37 km lang, die langer waren dan de muren van vergelijkbare steden. De meeste muren lagen aan de kust en konden dus minder indrukwekkend zijn, aangezien de Carthaagse controle over de zee een aanval vanuit die richting bemoeilijkte. De 4,0 tot 4,8 km muur op de landengte naar het westen waren echt enorm en werden nooit doorgedrongen.

Carthago was een van de grootste steden van de Hellenistische periode en was een van de grootste steden in de pre-industriële geschiedenis. Terwijl Rome tegen 14 na Chr. minstens 750.000 inwoners had en in de volgende eeuw misschien de 1 miljoen had bereikt, telden de steden Alexandrië en Antiochië slechts een paar honderdduizend inwoners of minder. Volgens de geschiedenis van de Romeinse schrijver Herodianus wedijverde Carthago met Alexandrië voor de tweede plaats in het Romeinse rijk.

Het Punische Carthago was verdeeld in vier even grote woonwijken met dezelfde indeling, met religieuze gebieden, marktplaatsen, een gemeentehuis, torens, een theater en een enorme necropolis (begraafplaats); ongeveer in het midden van de stad stond een hoge citadel (soort burcht) genaamd de Byrsa. In de stad bevonden zich verschillende industriële gebieden, bijvoorbeeld metaalbewerking en aardewerk (bijvoorbeeld voor amfora ). Huizen waren meestal witgekalkt aan de straatkant, maar binnen waren binnenplaatsen in de openlucht. Er waren zelfs al gebouwen met meerdere verdiepingen.

In en rond de stad waren olijfbomen (bijvoorbeeld enten), fruitbomen (granaatappel, amandel, vijg, dadelpalm), was er wijnbouw, en werden er bijen, runderen, schapen en kippen en ganzen gehouden. Ook werd er graan verbouwd dat met een van de eerste rosmolens werd gemalen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Carthago&oldid=818533"