Beenvissen
Beenvissen Teleostei | |
[[Bestand: ![]() | |
Leefgebied | Vrijwel wereldwijd |
Leefomgeving | in zeeën en komen voor in alle diepten van de oceaan, in estuaria, rivieren, meren en moerassen |
Behoort tot de | Vissen, Gewervelden |
Portaal ![]() |
De Beenvissen (Teleostei) bevatten verreweg de grootste infraklasse: de klasse Straalvinvissen (Actinopterygii). Dit zijn de vissen met straalvinnen, en zij bevatten 96% van alle bestaande vissoorten. Daarnaast heb je de veel kleinere klasse Kwabbenvinvissen (Sarcopterygii).
Beenvissen (Teleosten) zijn gerangschikt in ongeveer 45 orden en 448 families. Er zijn meer dan 26.000 soorten beschreven. De langste is de gigantische riemvis van 7,6 m. De zwaarste zijn de maanvissen met een gewicht van meer dan 2 ton (200.000 Kg). Onder deze infraklasse heb je niet alleen torpedovormige vissen die zijn gebouwd voor snelheid, beenvissen kunnen verticaal of horizontaal worden afgeplat, langwerpige cilinders zijn of gespecialiseerde vormen aannemen zoals de zeeduivel en zeepaardjes. Ze wijken af van andere beenvis-achtigen door de vorm van de bek. Ze kunnen prooien grijpen en in de bek kunnen trekken. Hogere soorten hebben in de evolutie tanden ontwikkeld. De wervelkolom van beenvissen eindigt bij de basis van de staartvin. De meesten maken gebruik van bevruchting buiten het lichaam: het vrouwtje legt een partij eieren, het mannetje bevrucht ze en de larven ontwikkelen zich zonder verdere tussenkomst van de ouders. Beenvissen zijn economisch belangrijk voor de mens, zoals blijkt uit hun afbeeldingen in de kunst door de eeuwen heen. De visindustrie oogst ze voor voedsel en vissers proberen ze te vangen voor de sport. Sommige soorten worden commercieel gekweekt en deze productiemethode zal in de toekomst waarschijnlijk steeds belangrijker worden. Anderen worden in aquaria gehouden of gebruikt in onderzoek, vooral op het gebied van genetica en ontwikkelingsbiologie.
Galerij
Soorten
1. Straalvinvissen (Actinopterygii)
Vissen uit deze infraklasse van straallvinvissen (Actinopterygii) kunnen worden onderverdeeld in 12 superordes en 43 ordes († = uitgestorven):
- Orde Pholidophoriformes †
- Orde Leptolepidiformes †
- Orde Tselfatiiformes †
- Orde Slijmkopvissen (Beryciformes)
- vangtandvis (Anoplogaster cornuta)
- Superorde Beentongvisachtigen (Osteoglossomorpha)
- Ichthyodectiformes †
- Lycopteriformes †
- Beentongvissen (Osteoglossiformes), waaronder de Arapaima gigas
- Tandharingen (Hiodontiformes)
- Superorde Tarpon- en aalachtigen (Elopomorpha)
- Tarponachtigen (Elopiformes)
- Gratenvisachtigen (Albuliformes)
- Stekelaalachtigen (Notacanthiformes)
- Palingachtigen (Anguilliformes), waaronder de paling
- Alen (Saccopharyngiformes)
- Superorde Haringachtigen (Clupeomorpha)
- Haringachtigen (Clupeiformes), waaronder de haring, sardienen, ansjovis
- Superorde Meervallen en karperachtigen (Ostariophysi)
- Zandvisachtigen (Gonorynchiformes)
- Karperachtigen (Cypriniformes), waaronder de Alver, karper, Goudvis, Koi, Koikarper, Sluierstaart, voorn
- Karperzalmachtigen (Characiformes), waaronder piranha's en de Roodbuikpiranha
- Mesaalachtigen (Gymnotiformes), waaronder de Sidderaal
- Meervalachtigen (Siluriformes), waaronder de Bronzen pantsermeerval
- Superorde Zalmachtigen (Protacanthopterygii)
- Zalmen (Salmoniformes), waaronder de zalm en de zeeforel
- Snoekachtigen (Esociformes), waaronder de snoek
- Spieringachtigen (Osmeriformes), waaronder de spiering
- Superorde Diepzeevissen (Stenopterygii)
- Diepzeekwabben (Ateleopodiformes)
- Draakvisachtigen (Stomiiformes)
- Superorde Draadzeilvissen (Cyclosquamata)
- Draadzeilvissen (Aulopiformes)
- Superorde Scopelomorpha
- Lantaarnvisachtigen (Myctophiformes)
- Superorde Lampridiomorpha
- Koningsvissen (Lampriformes)
- Superorde Polymyxiomorpha
- Barbudo's (Polymixiiformes)
- Superorde Kabeljauwachtige beenvissen (Paracanthopterygii)
- Baarszalmen (Percopsiformes)
- Kikvorsvissen (Batrachoidiformes)
- Vinarmigen (Lophiiformes), waaronder Diepzeehengelvissen
- Kabeljauwachtigen Gadiformes, waaronder de kabeljauw, Koolvis
- Naaldvisachtigen (Ophidiiformes)
- Superorde Stekelvinnigen (Acanthopterygii)
- Harders (Mugiliformes), waaronder de harder
- Koornaarvisachtigen (Atheriniformes)
- Geepachtigen (Beloniformes)
- Walviskopvissen (Cetomimiformes)
- Tandkarpers (Cyprinodontiformes), waaronder Devil's hole-tandkarper, guppy
- Doornvissen (Stephanoberyciformes)
- Zonnevisachtigen (Zeiformes)
- Gobiesociformes
- Stekelbaarsachtigen (Gasterosteiformes), waaronder de stekelbaars
- Zeenaaldachtigen (Syngnathiformes)
- Kieuwspleetalen (Synbranchiformes)
- Kogelvisachtigen (Tetraodontiformes)
- Schollen en platvissen (Pleuronectiformes), waaronder de Bot (vis), Tarbot
- Scorpaeniformes
- Baarsachtigen (Perciformes), waaronder de Malawicichliden, baars en de tonijn
2. Kwabbenvinvissen (Sarcopterygii)
Ook wel kwastvinnigen of spiervinnige vissen genoemd. Vanuit een andere aftakking zijn de landdieren ontstaan (geëvolueerd).
- longvissen (Dipnoi) en
- coelacanten (Latimeria),