Snoek
Snoek Esox lucius | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | in delen van Europa (ook NL en B), Azië en Noord-Amerika | ||
Leefomgeving | zoet water rivieren en beken | ||
Behoort tot de | Snoekachtigen (Esociformes), Beenvissen, Vissen | ||
|
De snoek (Esox lucius) is een roofvis. Een vrouwtjessnoek kan ongeveer 1,40 meter lang worden, terwijl een mannetje maar 85 cm kan worden. De snoek kan 35 kilo zwaar worden. De snoek heeft witte stippen en rood zwarte vinnen. Hij komt voor in helder water en leeft in bijna heel Europa en in de gematigde zones van het noordelijk halfrond. Het is een zoetwatervis. Snoek wordt gevonden in trage stromen en ondiepe, onkruidrijke plaatsen in meren en stuwmeren, maar ook in koud, helder, rotsachtig water. De jonge, vrij zwemmende snoeken voeden zich met kleine ongewervelde dieren, beginnend met watervlooien, en gaan snel verder met grotere prooien. De oudere snoek eet kleinere vissen zoals voorntjes, baarsjes en kolblei. Het verschil tussen de snoekbaars en de snoek is dat de snoekbaars meestal stekels heeft en de snoekbaars is een beetje grijs en heeft geen stippen.
De snoek kan 10 jaar oud worden, maar ze worden meestal maar een paar jaar oud. Er zijn verschillende methodes om de snoek te vangen. Zo kan je de snoek met kunstaas vangen, met dood aas of met levend aas. Levend aas is verboden. Je kan een boete van wel 380,- euro krijgen. Je kan de snoek vangen vanaf de kant maar ook vanuit een bootje. Je kan de snoek het best vangen in de wintermaanden.
Kenmerken van de snoek: een atletisch lichaam waardoor hij snelheid kan maken. Nog een kenmerk is zijn geel witte stippen. Nog een kenmerk is zijn rood achtige vinnen en een witte buik. Nog een kenmerk is zijn donkere rug en een smalle bek. Jongere snoeken hebben gele strepen langs een groen lichaam; later verdelen de strepen zich in lichte vlekken en kleurt het lichaam van groen naar olijfgroen. De noordelijke snoek (Northern_pike in het Engels) dankt zijn gebruikelijke Engelse naam aan de gelijkenis met het stokwapen uit de middeleeuwen dat bekend staat als de 'pike' (van het Middelengels voor 'puntig'). Snoeken worden doorgaans 10-15 jaar oud, maar soms wel 25 jaar.
Jachttechniek
De snoek ligt meestal in de rietkraag verscholen. Als de snoek zijn prooi ziet. Komt hij er langzaam naar toe dan maakt hij snelheid en pakt de vis vanaf de zijkant. Dan draait hij de vis vooruit zijn bek in.
De snoek wordt ook 'bejaagd' door de mens. Sportvissers zien het als een uitdaging om een snoek te vangen. Het is verboden om met levend aas op ze te vissen.