Spiering
Spiering Osmerus eperlanus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | kustwateren van Europa van de Oostzee tot de Golf van Biskaje, onder andere ook IJsselmeer | ||
Leefomgeving | in de onderstromen van sterkere stromingen om boven zandgebieden te paaien | ||
Behoort tot de | Spieringachtigen (Osmeriformes), zalmachtigen (Salmonidae), Zoutwatervissen, Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De spiering (Osmerus eperlanus) is een vrij kleine vis die in vrijwel geheel Europa voorkomt. Ze leven vooral in de kustwateren en trekken in de periode februari-april naar zanderige delta's van rivieren op om te paaien. In Nederland is het daarom een vrij zeldzame soort in het zoete water. Na het paaien sterft een groot deel van de volwassen dieren. Het lichaam van de Europese spiering is doorgaans 15 tot 18 cm lang, slank en aan weerszijden enigszins afgeplat. Grotere vissen kunnen 30 cm lang worden. De op zee levende spiering kan tot wel 45 centimeter groot worden. Spieringen hebben een licht doorschijnend lichaam. De rug en zijkanten zijn grijsgroen tot roze van kleur, de flanken helder zilver. De staartvin heeft een donkere rand. De spiering leeft maximaal zes jaar. Een kenmerk is de intense geur, die doet denken aan verse komkommers. Het voedsel bestaat uit plankton, kleine kreeftachtigen en jonge vis.