Barokmuziek

Uit Wikikids
Versie door Hanssain (overleg | bijdragen) op 7 jan 2021 om 18:01 (Aanzet Barokke muziek (barokmuziek))
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

Barokmuziek is een periode of stijl van de westerse kunstmuziek welke werd gemaakt tijdens de barok die duurde van ongeveer 1600 tot 1750. Dit tijdperk volgde de Renaissance (muziek) tijdperk en werd gevolgd door het klassieke tijdperk ofwel Classicisme. De barokperiode is verdeeld in drie hoofdperioden: vroeg, midden en laat. Ze overlappen elkaar in de tijd en worden veelal gedateerd van 1580 tot 1650, van 1630 tot 1700 en van 1680 tot 1750. Barokmuziek behoort voor een groot deel tot de klassieke muziek en wordt ook nu nog op grote schaal bestudeerd, uitgevoerd en beluisterd. De term "barok" komt van het Portugese woord barroco, wat "misvormde parel" betekent. Belangrijke componisten uit de barok zijn onder meer Johann Sebastian Bach, Antonio Vivaldi, George Frideric Händel, Claudio Monteverdi, Domenico Scarlatti, Alessandro Scarlatti, Henry Purcell, Georg Philipp Telemann, Jean-Baptiste Lully, Jean-Philippe Rameau, Marc-Antoine Charpentier, Arcangelo Corelli, François Couperin, Giuseppe Tartini, Heinrich Schütz, Dieterich Buxtehude en anderen. In Nederland is Jan Pieterszoon Sweelinck (ook Swelingh, Swelinck e.a.) een Nederlands componist, organist, klavecibel-speler, muziekleraar, muziekorganisator en ensembleleider. Hij geldt als de belangrijkste (Noord)Nederlandse componist van de Vroegmoderne Tijd, in de overgang van renaissance (muziek) naar barokke muziek.

In de barokperiode ontstond een tonaliteit in de muziek. Dit is een manier van het schrijven van muziek waarin een lied of stuk in een bepaalde toonsoort is geschreven. Dit type harmonie (wanneer er een aantal verschillende tonen tegelijk klinken, bijvoorbeeld als drieklank) wordt nog steeds op grote schaal gebruikt in westerse klassieke en populaire muziek. Tijdens de baroktijd werd van beroepsmusici verwacht dat ze goed konden improviseren bij zowel solo melodielijnen als begeleidingspartijen. Barokconcerten werden meestal begeleid door een zogeheten basso continuo- groep (bestaande uit muzikanten die akkoorden spelen, zoals klavecimbelspelers en luitspelers die akkoorden improviseren) terwijl een groep basinstrumenten zoals viool, cello, contrabas - de baslijn speelden. Een kenmerkende barokke vorm was de danssuite (soort dansmuziek voor een dans met vaste patronen). Terwijl de stukken in een danssuite waren geïnspireerd op echte dansmuziek, werden danssuites puur ontworpen om te luisteren, niet om dansers te begeleiden.

Gedurende de barok experimenteerden componisten met het vinden van een voller geluid voor elke instrumentale partij (en zo creëerden ze het orkest). Ze brachten veranderingen aan in de muzieknotatie (zie bladmuziek). Omdat er in een bepaalde toonsoort werd gespeeld kon men makkelijker bepalen welke noten als bas of drieklank gebruik moesten worden. Verder ontwikkelde men nieuwe instrumentale speeltechnieken. Barokmuziek werd groter in omvang. Ook werd de instrumentale uitvoering ingewikkelder. Ook ontstonden er gemengde gezongen / instrumentale vormen zoals de opera, cantate (koorzang) en oratorium (muziek, koorzang en solisten) en de instrumentele vormen van het solo concerto en sonate (gezongen stuk) als muzikale genres. Net als bij de renaissance (muziek) was er sprake van polyfone (meerstemmige) muziek, maar dan ingewikkelder. Er ontstaan stukken met meerdere onafhankelijke melodielijnen die tegelijkertijd werden uitgevoerd (een populair voorbeeld hiervan is de fuga). Deze ingewikkelder polyfonie was een belangrijk onderdeel van veel barokke koor- en instrumentale werken. Over het algemeen was barokmuziek een manier voor expressie en communicatie. Nieuw is bijvoorbeeld dat er binnen een muziekstuk van toonsoort wordt veranderd (modulatie). Ook kan een drieklank niet helemaal zuiver klinken, "wringen" zeg maar (dissonantie). Ook laat men bepaalde tonen trillen (vibrato of tremolo).

Instrumenten

Dubbelhandig klavecimbel door Vital Julian Frey, naar Jean-Claude Goujon (1749)
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Barokmuziek&oldid=640239"