Fado
De Fado is het Portugese levenslied. Vroeger werd de Fado alleen nog in armoedige kroegen gezongen. De Fado werd In de loop van de twintigste eeuw een meer populaire en gewaardeerde manier van zingen. Het wordt meestal gezongen door een enkele persoon (de fadista) die wordt begeleid door een klassieke gitaar.
Voor veel Portugezen neemt de Fado een bijzondere plek in in hun leven. In de Fado wordt het leven bezongen met al zijn verdriet, melancholie (droefheid), blijheid, saudade of weemoed (heimwee) en niet te vergeten de feeststemming. Amália Rodrigues is een van de belangrijkste en invloedrijkste fadozangeressen ooit.
Herkomst
De muziekstijl Fado is ontstaan in de arme wijken van Lissabon rond 1840. Ook de Portugese stad Coimbra is van groot belang voor de fado. Het woord Fado is afgeleid van het Latijnse fatum. Het betekent zoiets als het noodlot of bestemming. Dit wordt dan vertaald in muziek.
Over waar de muziek nou vandaan komt verschillen de meningen. Sommigen denken aan Arabische en Braziliaanse invloeden, bijvoorbeeld van de Arabische Moren die tot de 15e eeuw in Portugal aanwezig waren. De eerste grote artiest van de fado was Maria Severa Onofriana uit de wijk Mouraria in Lissabon. In het begin werd fado gezongen in de kroegen en op straathoeken, vooral door zeelieden. De fado werd toen nog gekoppeld aan armoede en misdaad. Rond 1900 veranderde dat en werd het meer gewaardeerd. De melodieën in de fado werden rijker en de ritmes ingewikkelder. Ook de teksten kregen meer aandacht. Door de komst van grammofoonplaten en de radio werd de Fado in heel Portugal bekend. Vanaf de jaren '30 traden de Fadoartiesten meer en meer op in theaters en dergelijke. Rond de jaren '50 werd de Fado wereldwijd bekent.
Staatsgreep en gevolgen
Na de militaire staatsgreep in 1926, nam de burgerdictatuur van Salazar de macht over. Zo zou In Salazars ogen de fado hét voorbeeld zijn van de Portugese volksziel. De belangrijkste fadista was Amália Rodrigues. Omdat de Fado werd gekoppeld aan de dictatuur vonden sommige mensen Amália Rodrigues 'fout'. De fadista's moesten zich aan strenge regels houden als het ging om de tekst (censuur). Gelukkig voor Amália Rodrigues werd ze later weer gewaardeerd en wordt zij gezien als dé pionier van de moderne fado. Begin jaren tachtig kreeg Amália een hoge Portugese onderscheiding.
Pas begin jaren '90 werd de fado weer opnieuw populair met een nieuwe generatie fadista’s zoals Mafalda Arnauth, Cristina Branco en Mariza.
Instrumenten
De klassieke fado wordt nu gezien als een fadista met guitarra (artiest begeleid door Portugese gitaar), viola (klassieke gitaar) en bas (contrabas of basgitaar). Dit werd eigenlijk ook verplicht door de dictatuur. Tegenwoordig is een begeleiding met meer instrumenten mogelijk. Er zijn verschillende soorten Fado's.
In 2011 heeft de fado een plaats gekregen op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van Unesco.
Fado in Nederland
Iris Feijen (zang) en Tiago Lageira (gitaar) deden in 2017 mee aan de zangwedstrijd We Want More en wonnen een groot prijsbedrag. Hun belangrijkste doel was om Nederland kennis te laten maken met de Portugese fado. Iris Feijen kreeg in 2004, toen ze dertien jaar oud was, van een Portugese vriend een cadeautje opgestuurd. Dat was een DVD van de moderne fadozangeres Mariza. Vanaf dan wilde ze deze muziekstijl gaan zingen.