Tsjetsjenië

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Republiek Tsjetsjenië
Чеченская республика
Flag of the Chechen Republic.svg Chechnya coa.png

Map of Russia - Chechen Republic (2008-03).svg

Hoofdstad Grozny
Federaal district Noordelijke Kaukasus
Economische regio Noord-Kaukasus
Oppervlakte 15.680,4 km²
Inwonersaantal 1,103,686
Talen Russisch, Tsjetsjeens en Perzisch
Portaal Portaalicoon Rusland

Tsjetsjenië, officieel de Tsjetsjeense Republiek, is een autonome republiek binnen Rusland. Tsjetsjenië ligt in de Noordelijke Kaukasus en maakt deel uit van het Federaal District Noordelijke Kaukasus. De hoofdstad is Grozny en er wonen 1,1 miljoen mensen. Tsjetsjenië is internationaal bekend om zijn roep om onafhankelijkheid. In het begin van de 21e eeuw zijn er twee pogingen gedaan om Tsjetsjenië onafhankelijk van Rusland te maken, maar dat is niet gelukt. Vandaag de dag blijft Tsjetsjenië onderdeel van Rusland, maar met eigen bevoegdheden.

De republiek grenst aan de republieken Dagestan, Ingoesjetië en Noord-Ossetië. Deze republieken zijn ook onderdeel van Rusland. Daarnaast grenst het gebied nog aan het zelfstandige Georgië.

Geschiedenis

Vroege geschiedenis

Waar de Tsjetsjenen vandaan komen is eigenlijk onbekend. In de tijd van Sovjet-Unie en ook daarvoor werd hier geen antwoord aanbesteed. De Tsjetsjenen zijn wel verwant aan de Ingoesjen, wat men onder andere in de taal terug kan zijn. Pas na de val van de Sovjet-Unie is er onderzoek gedaan naar de herkomst van de Tsjetsjenen. Er zijn eigenlijk twee theorieën. De eerste theorie is dat de Tsjetsjenen afstammeling zijn van de zoon van het Bijbelse figuur Noach, Sem. Hiermee zouden ze één van de oudste Kaukasische volkeren zijn. De andere theorie is dat de Tsjetsjenen een Joodse oorsprong hebben. Ze uit Israël zijn verdreven door koning Nebukadnezar I.

De eerste vermelding van het volk komt uit 7e eeuw uit koninkrijk Armenië. In de Klassieke Oudheid en vroege middeleeuwen kwamen de Tsjetsjenen in contact met verschillende volkeren, waaronder de Romeinen. Vanuit koninkrijk Georgië werden ze tussen de 10e en 13e eeuw bekeerd tot het christendom. In die tijd werden ook kerken gebouwd en nederzettingen versterkt. De Tsjetsjenen vermengden het christendom met hun eigen natuurgodsdienst. Het christendom verdween hierna eigenlijk weer. Toen het Mongoolse Rijk richting Tsjetsjenië aan het uitbreiden was, trokken de Tsjetsjenen de bergen in.

In de 16e eeuw werd de islam naar Tsjetsjenië gebracht vanuit Dagestan. Ook toen vermengden de Tsjetsjenen de islam met hun eigen natuurgodsdienst. De Tsjetsjenen hadden goede banden met de Kozakken.

Komst van de Russen

Onder tsaar Ivan de verschrikkelijke werd geprobeerd om Tsjetsjenië bij het Russische Rijk te voegen. In 1556 probeerde hij dit voor de eerste keer en in 1559 werd de eerste Russische nederzetting in het gebied geplaatst. De invloed van de Russen in het gebied bleef echter heel gering. De Tsjetsjenen woonden toen nog in de bergen, maar begonnen zich te verplaatsen naar de noordelijke vlakten. Onder tsaar Peter de Grote werd de invloed van de Russen vergroot. Peter de Grote wilde het Perzische Rijk (tegenwoordig Iran) verslaan en moest daarom eerst de Kaukasus veroveren. De volkeren die hier woonden waren daar niet bepaald blij mee. Ze waren bang dat ze hun onafhankelijkheid zouden verliezen. In 1707 verwoestten de Tsjetsjenen een Russisch fort. De Tsjetsjeen Mansoer leidde een grote operatie tegen de Russische overheersing. Hij werd later gevangengenomen door de Russen en wordt nu nog steeds gezien als strijder voor de Tsjetsjeense onafhankelijkheid.

Tijdens de Kaukasusoorlog werd Tsjetsjenië veroverd door de Russische tsaren. Tsjetsjenië werd in 1818 onderworpen door generaal Aleksej Jermolov. Hij moordde toen ook volledige dorpen uit. De Tsjetsjeen Sjamil verenigde verschillende volkeren om tegen de Russen te strijden. Hij wordt ook door de Tsjetsjenen nog steeds als belangrijk persoon beschouwd. Sjamil werd samen met anderen gevangengenomen, waarna de strijd ophield. Desalniettemin bleven de Tsjetsjenen opstandig tegenover de Russen.

Sovjetperiode

De Tsjetsjenen bleven strijden voor onafhankelijkheid. Tijdens de Russische Burgeroorlog steunden ze de communisten in de hoop op zelfstandigheid. Ze kregen enige vorm van zelfstandigheid als de Sovjetrepubliek der Bergvolkeren. In praktijk hadden ze echter weinig in te brengen. Toen Jozef Stalin aan de macht kwam werd deze opgeheven. Tsjetsjenië was weer terug bij af. Ondertussen werd religie verboden en kwam alle landbouwgrond in bezit van de staat. Door het verbieden van religie en culturele symbolen hoopten de communisten het nationalisme tegen te gaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond bij de Tsjetsjenen hoop. Ze kozen de kant van de Nazi's. Na de slag om de Kaukasus, die ze verloren, richtte Stalin zijn woede op de Tsjetsjenen. Hij liet de Tsjetsjenen deporteren en uitmoorden. Overigens waren alle Tsjetsjenen schuldig bevonden, ook degene die aanhanger waren van de communisten. Meer dan een kwart van de gedeporteerden overleefde dit niet. Na het verdwijnen van de Tsjetsjenen werden de grenzen opnieuw getrokken en kregen alle plaatsen een Russische naam.

Na de dood van Stalin 1953 mochten de Tsjetsjenen terugkeren naar hun land. Ze maakten hier massaal gebruik van vanaf 1957. Dit zorgde voor een grote druk onder de Russische bevolking van het gebied. In 1958 werd een Russische jongen vermoord door een aantal Tsjetsjeense jongeren. Hoewel zij werden gearresteerd brak er veel geweld uit. De Russische inwoners begonnen een volkerenmoord op de Tsjetsjenen te plegen. Pas na het ingrijpen van het leger werd de orde hersteld. Van de gearresteerden werden er echter weinig veroordeeld.

In de laatste jaren van de Sovjet-Unie viel de economie in het gebied stil. Dit leidde tot ontevredenheid. Ondertussen begon de Sovjet-Unie met afbrokkelen. De Tsjetsjeense luchtmachtgeneraal Dzjochar Doedajev wilde hiervan profiteren en Tsjetsjenië onafhankelijk maken. Doedajev werd president van Tsjetsjenië en hoopte dat ook Rusland uiteen zou vallen. Dit gebeurde echter niet. De Russische regering bleef negatief over de onafhankelijkheid van Tsjetsjenië.

Onafhankelijkheidsstrijd

In 1994 brak de eerste oorlog uit. De Russische president Boris Jeltsin liet hierdoor de hoofdstad Grozny bombarderen. Ook viel het leger het gebied binnen. In de lente van 1995 lijken alle rebellen uit de steden te zijn verjaagd. Rusland leek de oorlog te winnen, maar de rebellen bezetten een Russisch ziekenhuis. Hierdoor stonden de levens van duizenden Russen op het spel. De oorlog had zich buiten Tsjetsjenië afgespeeld en in Moskou begonnen onderhandelingen. Rusland zou de rebellen laten gaan. Toen in 1996 een pro-Russische president de Tsjetsjeense verkiezingen won beschuldigden de Tsjetsjenen Rusland van fraude. In Kizljar worden 2000 mensen gegijzeld. Uiteindelijk werd de oorlog neergelegd. Tsjetsjenië riep de onafhankelijkheid uit, maar dit werd niet herkend.

De Russische overheid hield zich drie jaar lang afzijdig. Het bemoeide zich dus niet met Tsjetsjenië. Dit veranderd als er in 1999 een islamitische revolutie in Tsjetsjenië mislukt. Rusland valt het gebied binnen en veroverd 80% van het gebied in korte tijd. Premier Vladimir Poetin had toen de touwtjes in handen. Als de rebellen in 1999 een aanslag plegen op een appartementencomplex in Moskou krijgt de Russische regering een grote meerderheid voor ingrijpen in Tsjetsjenië. De Russen gebruikten steeds meer geweld, terwijl de Tsjetsjenen steeds meer aanslagen pleegden. Naar schatting vonden 100.000 mensen de dood. De oorlog werd in 2002 beëindigd. Nog altijd raken mensen gewond door landmijnen en is er spanning onder de bevolking.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tsjetsjenië&oldid=709079"