Dyscalculie: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Geschiedenis)
Regel 7: Regel 7:
 
Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.
 
Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.
  
== Naam ==
+
== Naam cijferblindheid  ==
 
Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.  
 
Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.  
  

Versie van 20 jun 2025 22:45

Bästa utökade.svg
Dit artikel is genomineerd voor een WikiKids Award!
Stemmen kan op deze pagina »


Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.


Leerstoornissen
Acalculie
(moeite met het herkennen van cijfers)

Dyscalculie
(moeite met rekenen)


Dysgrafie
(moeite met schrijven)


Dyslexie
(moeite met lezen en schrijven)


Dysorthografie
(moeite met spelling)


Dyspraxie
(moeite met het verwerken van informatie)


Taalontwikkelingsstoornis
(moeite met taal)
Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie

Dyscalculie of cijferblindheid is een leerstoornis die te maken heeft met rekenen. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met dyslexie, wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht onderwijs, maar door een onderliggende stoornis.

Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.

Naam cijferblindheid

Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.

Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.

Geschiedenis

In de vroege 20e eeuw , begonnen artsen en leeraren zich af te vragen waarom sommige kinderen opvallend veel moeite hadden met rekenen. Deze kinderen kon vaak goed meekomen op andere vlakken ze komen bijvoorbeeld goed lezen, praten en dachten helder na en waren nieuwsgierig. Maar zodra er cijfers en sommen aan te pas kwamen raakten ze in de war. In die tijd hadden ze daar nog geen verklaring voor . Het probleem werd vaak verweten aan luiheid , slechte opvoeding of gebrekkige onderwijs. Er bestond simpele weg nog geen taal of begrip om deze rekenen probleem als iets op zichzelf staands te beschrijven. Pas halverwege de 20e eeuw begonnen wetenschappers meer aandacht te besteden aan het brein. In Rusland werkte de beroemde neuropsycholoog Alexander Luria met mensen hersenletsel hadden opgelopen. Hij ontdekte dat schade aan bepaalde hersenendelen vooral aan de linkerkant , kon leiden tot plotseling niet meer kunnen rekenen. Dit noemde hij Acalculie. Maar wat luria en zijn tijdgenoten nog niets wisten , was dat er ook kinderen waren die zonder hersenbeschadiging soortgelijke rekenproblemen hadden vanaf hun geboorte. In de jaren zeventig en tachtig begon het idee te groeien dat sommige kinderen van nature moeite hebben met getallen en rekenvaardigheden. Wetenschappers merkte dat deze kinderen vaak specifieke partroon lieten zien. Ze begrepen de getallenreeks niet en hadden geen gevoel voor eenheden en maakte steeds opnieuw fouten bij het uitvoeren van makkelijker berekeningen zelfs na veel oefenen. En hoewel ze op anderen gebieden normaal tot hoogbegaafd konden zijn , bleef het rekenen moeilijk. Hierdoor ontstond langzaam het idee van ontwikkeling dyscalculie een leerstoornis die alleen gericht is op getallen en met sommen om te gaan. Vanaf de jaren negentig begon de wetenschappers serieus onderzoek te doen naar dyscalculie. Dankzij technologisch ontwikkeling, zoals hersenscan konden onderzoekers in de hersenen kijken terwijl iemand aan het rekenen was . Zo ontdekte ze dat bij mensen met Dyscalculie bepaalde hersenendelen met name het gebied voor rekenen anders werken of minder goed bij rekenopdrachten. Dit gaf een sterk neurologisch basis voor het ontstaan van dyscalculie.

Tegelijkertijd kwam er in het onderwijs steeds meer aandacht voor het feit dat niet alle kinderen op dezelfde manier leren. Net zoals bij dyslexie de bekende leerstoornis begonnen mensen in te zien dat ook rekenproblemen voort kunnen komen uit een aangeboren en hardnekkige leerstoornis en niet uit onwil of gebrek aan inzet. Tegenwoordig wordt dyscalculie erkend als een officiële leerstoornis die net zo veel aandacht verdient als dyslexie of ADHD . Het besef groeit dat mensen met dyscalculie anderen manieren nodig hebben om te leren rekenen meer zien, stap voor stap en met veel herhaling en dat steun nodig hebben om met praktische gevolgen ervan om te gaan zoals moeite met klokkijken en omgaan met geld of plannen. Wat ooit begon als een vage vraag bij verbaasde leraren en ouders, is inmiddels uitgegroeid tot een goed onderbouwd wetenschappelijk begrip

Kenmerken

Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:

  • Moeite met basisrekenfeiten en automatisering:Bijvoorbeeld moeite met het vlot oproepen van antwoorden op eenvoudige optel, aftrek, keer of deelsommen. Of het uithoofd leren van de tafels. Vaak blijven kinderen lang op hun vingers tellen.
  • Problemen met het getalbegrip en inzicht: Moeite met betekenis van getallen, getalstructuren bijvoorbeeld eenheden, tientallen en honderdtallen. En het plaatsen op een getallen lijn, omkeringen van getallen bijvoorbeeld 56 en 65 komen vaak voor.
  • Moeite met rekenprocedures en strategieën: Problemen met volgorde van stappen bij complexe berekeningen bijvoorbeeld cijferen. En het toepassen van aangeleerde rekenkennis bij andere opgave.
  • Ruimtelijk inzicht en oriëntatie : Moeite met links en rechts oriëntatie, klokkijken, lezen van kaarten en het inschatten van lengtes ,maten en hoeveelheden. Ook het nabouwen van constructies van blokken kan lastige zijn.
  • Problemen met de rekentaal : Begrijpen en gebruiken van begrippen als meer of minder of evenveel.
  • Zwak werkgeheugen en kortetermijngeheugen: Moeite met het onthouden en verwerken van mondelinge gegeven informatie of tussenuitkomsten bij rekenen.
  • Langzame rekentempo : zelfs bij eenvoudige bewerkingen.
  • Rekenangst en gebrek aan zelfvertrouwen: Door de aanhoudende problemen kunnen faalangst en een negatieve houding ten opzichte van rekenen ontstaan.

Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.

Hulpmiddelen

Mensen met dyscalculie hebben vaak recht op speciale hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt bij toetsen en examens voor vakken waarbij veel rekenen nodig is. Voorbeelden zijn wiskunde, economie, scheikunde, maar ook aardrijkskunde of biologie. Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat mensen met dyscalculie een eerlijke kans krijgen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn:

  • Het gebruik van een rekenmachine
  • Het gebruik van een deel- of tafelkaart.
  • Het gebruik van een opzoekboekje.
  • Het gebruik van een cijferblad, waarop alle cijfers en getallen staan op volgorde.
  • Extra tijd bij het maken van rekenopdrachten.
  • Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.

Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de rekentoets moeten maken, krijgen zij de rekentoets 2ER/3ER. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.

Diagnose dyscalculie

De diagnose dyscalculie wordt gesteld door een gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog. Er is geen simpele test of hersenonderzoek. De diagnose wordt gesteld op basis van :

  • Ernst van het probleem : De rekenproblemen zijn zeer ernstige en wijken af van wat er verwacht wordt op een bepaalde leeftijd en ontwikkeling.
  • Hardnekkigheid : De rekenproblemen blijven bestaan ondanks langdurig en intensieve begeleiding en extra oefening.
  • Uitsluiten van anderen oorzaken: Er wordt gekeken of de problemen niet verklaren zijn door bijvoorbeeld een lage intelligentie, gehoor of gezichtsproblemen of gebrek aan onderwijs.

Een diagnose kan pas gesteld worden vaak na de tweede helft van groep 4 of begin groep 5 . Omdat dan pas duidelijk wordt dat de problemen hardnekkigheid zijn ondanks voldoende instructie en oefening. Een dyscalculieverklaring is onbeperkt geldig . En kan recht geven op aanpassingen in het onderwijs, zoals extra tijd bij toetsen en examens of het gebruik van hulpmiddelen.

Begeleiding

Begeleiders van mensen met dyscalculie of leerkrachten moeten vaak rekening houden met dyscalculie. Daarom is het belangrijk dat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Begeleiders en leerkrachten kunnen verschillende zaken doen, zoals extra en persoonlijke uitleg geven. Ook kunnen ze bepaalde oefeningen eerst samen maken en daarna zelfstandig doen. Meestal wordt gefocust op één manier van uitleggen, zodat er geen verwarring ontstaat en wordt direct feedback gegeven.

Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.

Bekende mensen met dyscalculie

Er zijn een aantal bekende mensen met dyscalculie. Voorbeelden zijn:

Weetje

Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.

Links van video's voor extra informatie

Links voor extra informatie

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Dyscalculie&oldid=948409"