Titus Flavius Domitianus
Domitianus | |
---|---|
Borstbeeld Domitianus | |
Naam voluit | Titus Flavius Domitianus |
Geboren | 24 oktober 51 |
Geboren te | Rome |
Overleden | 96 |
Overleden te | Rome |
Stroming | Flavische dynastie |
Aantreden | 81 |
Aftreden | 18 september 96 |
Voorganger | Titus |
Opvolger | Nerva |
Functie(s) | |
Keizer (Principaat) | |
Portaal ![]() |
Domitianus (in het Latijn: Titus Flavius Caesar Domitianus Augustus; Hij werd geboren in Rome, op 24 oktober 51 – Hij overleed ook in Rome, op 18 september 96. Hij was van 81 tot 96 keizer (Principaat) van het Romeinse Rijk. Domitianus was de derde en laatste keizer van de Flavische dynastie.
Domitianus’ jeugd en vroege carrière bracht hij grotendeels door in de schaduw van zijn broer Titus, die tijdens de eerste Joods-Romeinse oorlog een belangrijk militair was. In deze situatie kwam geen verandering onder het bewind van zijn vader Vespasianus, die in 69 tijdens de burgeroorlog ofwel het vierkeizerjaar, keizer was geworden. Hoewel Titus onder het bewind van zijn vader een groot aantal belangrijke posten bekleedde, kreeg Domitianus weliswaar eervolle benoemingen. Maar hij kreeg geen verantwoordelijkheden. Vespasianus stierf in 79 en werd opgevolgd door Titus. Aan zijn regeerperiode kwam twee jaar later echter plotseling een einde toen hij in 81 door een dodelijke ziekte werd getroffen. Zelfs de volgende dag al werd Domitianus door de pretoriaanse garde tot keizer uitgeroepen. Zijn regeerperiode zou vijftien jaar duren - langer dan enige keizer ten tijde van het principaat had geregeerd sinds keizer Tiberius.
Als keizer versterkte Domitianus de economie door de wisselkoers van de Romeinse munten te laten stijgen. Hij breidde de verdediging van de limes van het Romeinse Rijk uit en startte een enorm bouwprogramma om de grote schade die Rome in de jaren zestig had opgelopen te herstellen. Belangrijke oorlogen werden uitgevochten in Britannia, waar zijn generaal Agricola een poging deed om Caledonië (het huidige Schotland) te veroveren. Hij deed hetzelfde in Dacia (het huidige Roemenië), maar waar Domitianus er echter niet in slaagde een beslissende overwinning op koning Decebalus te krijgen. De regering van Domitianus had een totalitair karakter; hij zag zichzelf als de nieuwe Augustus. Hij zorgde voor religieuze, militaire en culturele propaganda en bevorderde daarmee een persoonlijkheidscultus. Door zichzelf als censor voor het leven te benoemen probeerde hij de publieke en private leven te controleren. Opmerkelijk genoeg was Domitianus zowel bij het gewone volk als het leger populair. Het ontbrak hem echter aan de nodige sociale vaardigheden om zich ook populair te maken bij (delen van) de hogere lagen van de bevolking. Door leden van de Romeinse Senaat werd hij als een tiran beschouwd. Volgens Suetonius zou hij de eerste Romeinse keizer zijn geweest die persé aangesproken wilde worden als dominus et deus (meester en god).
Aan Domitianus’ regering en leven kwam in 96 n.Chr. een einde toen hij door medewerkers van het keizerlijk hof werd vermoord. Nog dezelfde dag werd hij door zijn adviseur Nerva opgevolgd. Hij werd later beschreven als een wrede en paranoïde tiran. De moderne geschiedschrijving relativeert deze opvatting. In plaats daarvan wordt Domitianus gekarakteriseerd als een meedogenloze, maar efficiënte autocraat. Zijn culturele, economische en politieke programma vormde het fundament voor de relatief vreedzame 2e eeuw.
Augustus (27 v.Chr. - 14 n.Chr.) - Tiberius (14-37) - Caligula (37-41) - Claudius I (41-54) - Nero (54-68) - Galba (68-69) - Otho (69-69) - Vitellius (69-69) - Vespasianus (69-79) - Titus (79–81) - Domitianus (81-96) - Nerva (96-98) - Trajanus (98-117) - Hadrianus (117-138) - Antoninus Pius (138-161) - Lucius Verus (161-169) - Marcus Aurelius (161-180) - Commodus (177-192) - Pertinax (193-193) - Didius Julianus (193-193) - Septimius Severus (193-211) - Caracalla (198-217) - Geta (211) - Macrinus (217-218) - Elagabalus (218-222) - Severus Alexander (222-235) - Maximinus I Thrax (235-238) - Gordianus I (238) - Gordianus II (238) -Pupienus (238) - Balbinus (238) - Gordianus III (238-244) - Philippus I Arabs (244-249) - Decius (249-251) - Trebonianus Gallus (251-253) - Aemilianus (253) - Valerianus I (253-260) - Gallienus (253-268) - Postumus (260-269) - Marius (269) - Victorinus (269-271) - Tetricus I (271-274) - Claudius Gothicus (268–270) - Quintillus (270) - Aurelianus (270–275) - Tacitus (275–276) - Florianus (276) - Probus (276–282) - Marcus Aurelius Carus (282–283) - Carinus (283–285) - Diocletianus (284–305) - Maximianus (285-310) - Galerius (293-301) - Constantius I Chlorus (293-306) - Severus II (305-307) - Maximinus II Daia (305-313) - Licinius (307–324) - Maxentius (306–312) - Constantijn I de Grote (306–337) - Constantijn II (337–340) - Constans I (337–350) - Constantius II (337–361) - Julianus Apostata (355-363) - Jovianus (363–364) - Valentinianus I (364–375) - Flavius Julius Valens (364–378) - Gratianus (367–383) - Valentinianus II (375–392) - Theodosius I (379–395) - Arcadius (395–408) - Honorius (395–423) - Theodosius II (408–450) - Johannes (423–425) - Valentinianus III (425–455) - Marcianus (450–457) - Petronius Maximus (455) - Avitus (455–456) - Leo I (457–474) - Majorianus (457–461) - Libius Severus (461–465) - Anthemius (467–472) - Olybrius (472) - Glycerius (473–474) - Leo II (474) - Julius Nepos (474–480) - Zeno (474–491) - Anastasius I (491–518) - Justinus I (518–527) - Justinianus I (527–565) - Einde West-Romeinse Rijk. Oost-Romeinse rijk staat vanaf dan bekend als het Byzantijnse Rijk. |