Surf (rock)
Surfmuziek (ook wel surfrock of surfpop genoemd ) is een substijl binnen de rock die is verbonden met het surfen met een surfplank ofwel surfboard (de surfcultuur). De stijl ontstond vooral in Zuid-Californië in de Verenigde Staten. Het was populair van 1962 tot 1964 in twee hoofdvormen.
De eerste is het instrumentaal nabootsen van de branding. Hierbij worden elektrische gitaren zo bespeeld dat je het geluid van beukende golven lijkt te horen. Dit is grotendeels ontwikkeld door Dick Dale en de Del-Tones.
De tweede vorm is vocale (met de stem) surf, die onderdelen van het echte surfgeluid nam en er zang aan toevoegde. De belangrijkste vertegenwoordigers van dit genre waren The Beach Boys, Jan & Dean en The Rip Chords, alhoewel de laatste twee al vóór het surftijdperk in de hitlijsten scoorden: Jan & Dean met "Baby Talk" en "Heart And Soul" en de Rip Chords met "Here I Stand".
Niet alleen de geneugten van zomer, zand en zee werden bezongen, maar ook snelle sportwagens ("drag racing") en verbouwde oldtimers ("hot rods"), zoals blijkt uit platentitels als "Little Deuce Coupe", "Dead Man's Curve", "Hey Little Cobra", "Hot Rod USA", "Three Window Coupe" en vele andere. Dit werd later bekend als "hot rod rock".
Dick Dale ontwikkelde het instrumentale surfgeluid zo dat hij aan de gebruikelijke rock-klanken galm en plukkend spelen toevoegde. Hierbij gebruikte hij ook invloeden uit het Midden-Oosten en Mexico. Zijn regionale hit "Let's Go Trippin", gemaakt in 1961, deed de surfmuziekgekte ontstaan en inspireerde vele anderen om de manier van spelen over te nemen.
De surf bereikte echter landelijke bekendheid toen het werd uitgebracht door vocale groepen zoals de Beach Boys en Jan & Dean. Dale zegt over deze groepen: "Het waren surfgeluiden [met] teksten over het surfen. Met andere woorden, de muziek was geen surfmuziek. De woorden maakten ze surfliedjes. Dat was het verschil. De echte surfmuziek is instrumentaal."
Op het hoogtepunt van zijn populariteit had de surfmuziek vooral concurrentie van meidengroepen en Motown binnen de Amerikaanse populaire muziek. Er wordt soms ook wel gesproken over de "California Sound".
Door de komst van de Beatles in Amerika in 1964 verdween de surfmuziek langzaam naar de achtergrond. Maar de Beach Boys verdwenen allerminst van het toneel. Ze waren in die Jaren Zestig het Amerikaanse antwoord op de "Beatlemania".
Instrumentale surf
Surfmuziek ontstond eind jaren vijftig als instrumentale rock-'n-roll muziek. Het is bijna altijd een strakke vierkwartsmaat (één, twee, die, vier), met een gemiddeld tot snel tempo (ongeveer 160 BPM - beats per minute). Het geluid wordt vooral gemaakt met elektrische gitaren waarbij vooral gebruik wordt gemaakt van de "natte" veergalm die vanaf 1961 in de Fender-versterkers was verwerkt en die bedoeld was om het geluid van golven na te bootsen. Het aparte Fender Reverb Unitdat galmapparaat dat in 1961 door Fender werd ontwikkeld zorgde eigenlijke voor de eerste "natte" surfgalmtoon. Dit geluid is te horen op de Dick Dale-platen en anderen zoals "Pipeline" van de Chantays en "Point Panic" en "Wipe Out" van de band Surfaris. Verder werd de band Bel-Airs bekend met het nummer "Mr. Moto" (1961). De muziek 'waaide' ook over naar bands in Australië waar ook veel gesurft wordt. Bijvoorbeeld de band de Atlantics uit Sydney, bestond niet uitsluitend uit surfmuzikanten, maar ze leverden wel een belangrijke bijdrage aan het genre, met als bekendste voorbeeld hun hit "Bombora" (1963). In Groot-Brittannië was er niet echt een surf-cultuur, maar de instrumentale bands als de rockgroep The Shadows komt behoorlijk in de richting van de surfmuziek.
Gitaristen maakten ook gebruik van de vibrato-arm op hun gitaren om de toonhoogte van noten naar beneden te buigen. Dit is een handle die de spanning op de snaren iets losser maakt. Ook wordt er gebruik gemaakt van elektronische tremolo-effecten (tril-effecten) en snel (afwisselend) plukken aan de snaren. De favoriete gitaarmodellen waren die van het merk Fender. Surfmuziek was een van de eerste stijlen die de elektrische basgitaar toepaste, met name de Fender Precision Bass. Verder werd er gebruik gemaakt van een drumstel. Sommige populaire songs werden ook opgenomen met een (heel laag klinkende) tenor of bariton saxofoon. Zoals bijvoorbeeld bij nummers als "Surf Rider" van de Lively Ones (1963) en "Comanche" van de Revels (1961). Vaak wordt een elektrisch orgel of een elektrische piano gebruikt voor de begeleiding.
Links
- Muziekweb - Surf(muziek)
- "Let's Go Trippin!" - Dick Dale and the Del Tones (1961)
- "Mr Moto" - The Bel-Airs (1961)
- "Surfin Usa" - Beach Boys (1963)
- "Surf City" - Jan & Dean (Originele clip - 1963)
- "Pipeline" - the Chantays (1963)
- "Wipe Out" - The surfaris (1963)
- "Bombora" - The Atlantics (1963)
- "Atlantis" - The Shadows (1963)