Benedictus de Spinoza
Benedictus de Spinoza is een beroemde Nederlandse filosoof die leefde van 1632 tot 1677. Een filosoof is iemand die streeft naar kennis en wijsheid. Naast filosoof was Spinoza lenzenslijper van beroep. Al tijdens zijn leven was hij een beroemd filosoof. Hij kon hoogleraar in Duitsland worden, maar bleef liever eenvoudig thuis. Centraal in zijn filosofie staat het nieuwe, totaal andere beeld dat hij van God schetst. God zit in alles en is geen macht die op een afstand alles regelt. God is bij Spinoza niet langer de transcendente (alles overstijgende) schepper van het heelal, maar de natuur zelf. De natuur wordt opgevat als een oneindig, noodzakelijk en helemaal bepaald (deterministisch) systeem waarvan de mens deel uitmaakt. Spinoza vond wel dat Jezus de edelste mens was die ooit had geleefd. Zoals veel filosofen vond hij dat iedereen zelf moest nadenken en vrij was om daarover te praten.
Leven en denken
Benedictus de Spinoza werd geboren in Amsterdam op 24 november 1632 en opgevoed door zijn Joodse ouders en ging naar de Joodse lagere school. Veel later verwierp Spinoza de joodse ideeën van zijn omgeving. Naar zijn mening waren de Joden geen uitverkoren volk, maar gewoon onderdeel van de hele natuur. Ook zei hij dat de wonderen in de joodse Bijbel, zoals de 10 plagen bij Mozes, in feite natuurverschijnselen waren. Als jongeman was hij daarom in 1656 verbannen uit de joodse gemeenschap in Amsterdam. Op zijn Joodse lagere school in Amsterdam heette hij Baruch Espinosa, maar later wilde hij Benedictus heten. Hoewel hij ook de leerstellingen van de Rooms-Katholieke kerk verwierp, voelde hij zich sterk aangetrokken door het vrijzinnige christendom. Hij ging verder door het leven met een internationaal begrijpelijke voornaam: Benedictus betekent - net als Baruch - de gezegende. Hij ging achtereenvolgens wonen in Rijnsburg, Voorburg en Den Haag. Hij maakte als lenzenslijper lenzen voor de telescopen van Christiaan Huygens en zijn broer, die de lenzen van Spinoza heel goed vonden. Geheel volgens zijn eigen filosofie leefde hij een eenvoudig leven. Hij schreef veel brieven over zijn opvattingen aan andere geleerden en belangstellenden, die hem soms kwamen opzoeken. In 1672 was voor hem de moordpartij in Den Haag op Johan en Cornelis de Witt zo erg dat hij de straat op wilde gaan om er te protesteren met een aanplakbiljet tegen de "barbaren". Hij had geluk dat zijn huisbaas hem in zijn kamer opsloot, zodat hij niet weg kon. Dit heeft Spinoza waarschijnlijk zijn leven gered.
Spinoza als lenzenslijper
Door zijn verbanning uit de joodse gemeenschap in Amsterdam was Spinoza gaan werken als lenzenslijper om de kost te verdienen. Daarvoor zat hij in het familiebedrijf en importeerde hij fruit uit het gebied rond de Middellandse Zee naar Amsterdam. Spinoza maakte onder andere lenzen voor brillen, telescopen en microscopen. Deze lenzen werden onder anderen geprezen door de wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens. De lenzen hebben bijgedragen aan grote ontdekkingen die, in de periode van 1600-1700, gedaan werden. Zo ontdekte Christiaan Huygens de ring om Saturnus dankzij het gebruik van lenzen in een telescoop. Voor Spinoza was het slijpen van de lenzen een goede tijd om na te denken. Juist toen bedacht hij veel van zijn latere geschriften en brieven.
Zijn filosofie
Spinoza heeft zijn opvattingen in veel brieven aan geleerden en anderen, en in boeken opgeschreven. Het beginpunt is zijn opvatting van God als de totale natuur. Dan volgt de indeling in het denken van de mensen, ofwel het bewustzijn. Tenslotte volgt daar weer een antwoord op de vraag hoe je goed moet leven.
God
In zijn hoofdwerk Ethica over de ethiek geeft Spinoza aan dat het voor iedereen het belangrijkste is om God in Spinoza's nieuwe betekenis te kennen. Spinoza schetst daarin een beeld van God. God wordt door Spinoza de scheppende natuur genoemd en er zelfs aan gelijkgesteld. Anders dan René Descartes schreef hij dat er een scheiding is tussen het menselijke denken en het materiële (dus al het stoffelijke wat je kunt zien, door Spinoza ook wel uitgebreidheid genoemd), vond Spinoza dat ook dat een deel van God is. Hij noemde het de geschapen natuur. Deze 2 eigenschappen van God, door Spinoza attributen genoemd, kon je als mens kennen. Daarnaast zijn er nog oneindig veel andere attributen, maar die kunnen we niet kennen als mens. God is oneindig. Spinoza bedacht een nieuw idee voor God, dat hij ook "God" of Natuur noemde. Dat is verwarrend, want hij bedoelde niet de persoonlijke God van joden, christenen en moslims. Hij bedoelde met "God"... alles in het heelal, samen met de natuurwetten en ons denkvermogen, dus Dingen en Denken bij elkaar. Alles wat gebeurt heeft natuurlijke verklaringen en daarom bestaan er geen wonderen en toevalligheden. Het "wonder" is juist... dat er voor alles regels zijn in de natuur.
Het denken van de mens
Volgens Spinoza was nadenken kenmerkend voor het leven van mensen. Hij maakte daarin een onderscheid (kentheorie). Het eerste niveau van het kennen van het leven, is het niveau van de driften en de hartstochten. Veel mensen laten zich leiden door dingen die in hen opkomen. Ze denken er verder niet over na. Deze mensen hebben geen vrije wil. Volgens Spinoza hebben mensen ook het niveau van het logisch nadenken. Als het logisch nadenken sterk ontwikkeld is, dan kunnen ze hun driften beter in de hand houden. Het logisch nadenken, ofwel de rede, helpt de mens om alle gebeurtenissen in een groter verband te zien. Met het grotere verband wordt bedoeld dat de mens niet alleen inziet wat in de wereld gebeurd, dus tussen de mensen en de natuur, maar ook in het universum als deel van God. Als laatste niveau beschrijft Spinoza kort de intuïtie. Dat gaat over het denken dat niet kan worden beredeneerd. Of iemand wel of niet gelovig is, kan moeilijk worden beredeneerd. Je kunt vanuit een intuïtief idee zoeken naar argumenten die het geloof versterken, of juist het geloof afzwakken.
Het goede leven
Spinoza vindt dat men kennis op moet doen, het verstand volgen en zich niet laten afleiden door gevoel als dat onverstandig is. De mensen hebben geen vrije wil, maar als je de rede gebruikt en een groter beeld van de werkelijkheid krijgt, dan kan je vrij worden. Je kan zo God - de natuur - leren kennen en gelukkiger worden.
Uitwerking
Het waren gevaarlijke gedachten om in een boek uit te geven. Spinoza had andere opvattingen dan de meeste mensen over geloof en politiek. Het beeld van God was anders dan de opvattingen uit het joodse en christelijke geloof en de Bijbel uit de 17e eeuw. De meeste mensen geloofden in God als een persoon die de wereld en de mensen gemaakt had. Vanuit de hemel zou God de mensen in de gaten houden of je wel goed leefde, zoals God dat bedoeld had. Wat Spinoza schreef zou het geloof ondermijnen, vreesde men. Maar Spinoza geloofde wel in God. Ook was Spinoza een aanhanger van de opvattingen van de gebroeders de Witt. Dit zorgde er weer voor dat de aanhangers van huis huis van Oranje-Nassau hem met veel argwaan bekeken. Vooral de beestachtige manier waarop de gebroeders de Witt werden vermoord, maakte diepe indruk. Ook is er een moordaanslag op Spinoza zelf geweest, al is niet duidelijk wie dat deed en waarom.
Invloed in zijn tijd
Spinoza mocht zijn gedachten en ideeën in het Latijn opschrijven en uitgeven, maar het boek Ethica kwam pas na zijn dood uit. Latijn was de taal van de geleerden in zijn tijd, gewone mensen konden het niet lezen. Er was geen volledige vrijheid van meningsuiting. Spinoza vond dat je alles mocht zeggen en schrijven wat je wilde, zolang je andere mensen niet lichamelijk pijn doet. De latere boeken van Spinoza werden zonder zijn naam erop uitgegeven, omdat het verspreiden van sommige ideeën gevaarlijk was. Dankzij zijn brieven waren de ideeën bekend bij de geleerden en anderen. Door het verspreiden van zijn politieke en godsdienstige ideeën, gingen sommige mensen Spinoza haten. Voor deze mensen was het, in deze tijd, heel normaal dat God de wereld en de mens gemaakt had. Spinoza vond bijvoorbeeld dat je zelf moest nadenken over hoe je goed moest leven. Voor het goede leven maakt de mens zelf keuzes die invloed hebben op de omgeving. Zo was God terug te zien in het denken, voelen en handelen van de mens en de natuur.
Latere invloed
De ideeën van Spinoza hielpen in de 18e eeuw om de Verlichting als nieuwe denkstroming te vormen. Een belangrijke pijler onder de Verlichting was het idee dat de mens zelf als eerste verantwoordelijk was voor zijn geluk of ongeluk. Dat was een nieuwe gedachte die men eind zeventiende eeuw voor het eerst vindt in de kring van geleerden (intellectuelen) rond Spinoza. Als startpunt van de Verlichting gelden dan ook de werken van deze Nederlandse filosoof. Volgens Spinoza hield de natuur zichzelf in beweging en was een van de eigenschappen van God. In geesten, demonen, de duivel en wonderen geloofde Spinoza niet, want alle natuurverschijnselen zijn verantwoordelijk voor de wonderen. Zo verklaarde hij ook de wonderen in de Bijbel. Het scheppingsverhaal met Adam en Eva verklaarde hij door te schrijven dat Adam en Eva een giftige appel aten. Spinoza probeerde alles te begrijpen, ook de Bijbelverhalen.
De Spinozaprijs
Spinoza heeft een bijzondere plaats in de Nederlandse geschiedenis. Daarom is er in 1995 een Spinozaprijs ingesteld. De prijs wordt uitgereikt aan de beste Nederlandse wetenschappers die iets bijzonders hebben gepresteerd op het wetenschappelijke vlak.
De canon van Nederland
Spinoza is opgenomen in de Canon van Nederland vanwege zijn vernieuwende filosofie en zijn pleidooi voor vrijheid en democratie. Zijn radicale denken heeft invloed uitgeoefend op uiteenlopende latere denkers, wetenschappers en kunstenaars. Velen noemen hem de grootste filosoof die Nederland heeft voortgebracht.
Bibliografie van Spinoza
Hier is een lijst van boeken die Spinoza schreef:
1660 - "De Verhandeling over de verbetering van het verstand"- Latijn: "Tractatus de Intellectus Emendatione". Hierin behandelt Spinoza de vormen van waarnemen en kennis. Dit boek kwam nooit af en werd pas veel later uitgegeven. Spinoza stopte met zijn werk aan dit boek, waarschijnlijk omdat hij zijn meer uitgebreide Ethica (zie onder) beter vond.
1663 - "Principia Renati Des Cartes Principia Philosophiae". Deze tekst ontstaat uit de lessen die Spinoza gaf over René Descartes aan zijn leerling Casearius.
1663 - "Cogitata Metaphysica" Diepzinnige overdenkingen over heet heelal, God, diens eigenschappen en de menselijke ziel.
1667 - "De Korte Verhandeling van God, de mensch en deszelvs welstand" - "Tractatus de Deo et homine etjusque felicitate". Dit werk bleef lang onuitgegeven. Men ontdekte de tekst na 1852 en gaf hem vijftien jaar later uit.
1669 - "Theologisch-politiek Tractaat" - "Tractatus Theologico-Politicus" Met deze tekst over godsdienst en politiek - een opmerkelijke combinatie - toont Spinoza aan dat de vrijheid van nadenken en filosoferen een onmisbaar onderdeel is voor de vrede in de staat. Het doel van een staat is de vrijheid voor de burgers. Spinoza gaat in op profetie (voorspelling); God spreekt door de profeet en profetie ontleent haar gezag aan het gegeven dat zij door God is geïnspireerd (ingeblazen). Het boek werd verboden in 1674 door Willem III van Oranje, maar desondanks werd het boek al snel in heel Europa gelezen.
1677 - "Politiek Tractaat" - "Tractatus Politicus" Aan dit werk heeft Spinoza de laatste twee jaren van zijn leven besteed. Sprak hij in het "Theologisch-politiek Tractaat" nog over het maatschappelijk contract, nu had hij het over verstand en passies (hartstochten = sterke gevoelens) en instellingen.
1677 - "Ethica Ordine Geometrico Demonstrata", kortweg "Ethica" genoemd. Het werk waar Spinoza rond 1665 al een groot deel van voltooid had. Die vroege versie van de "Ethica", door Spinoza eerder aangeduid als 'Mijn Filosofie', bestond toen nog uit drie delen. Op het moment van publicatie waren dat er vijf geworden. Dit is een ongebruikelijk boek. Spinoza heeft er een soort wiskundeboek van gemaakt en probeert stellingen over "God" (= bij hem de hele natuur waar de mens bijhoort, met het bewustzijn) en menselijke gevoelens logisch te bewijzen. Zijn voorbeeld was het klassieke meetkundeboek van Euclides.
1677 - "Epistolae", brieven van en aan Spinoza, zie op Wikipedia "Epistolae (Brieven) van Spinoza". Spinoza schreef graag lange en soms moeilijke brieven over wetenschap, maar ook persoonlijke zaken met vrienden en andere geleerden. Hij schreef in het Nederlands en in het Latijn.
1677 - "Compendium Grammatices Linguae Hebrae" Dit werk behandelt de regels (grammatica) van het Hebreeuws en vergelijkt deze met het Latijn.
(1677 - "Stelkonstige reeckening van den regenboog", dit werk over de regenboog bleek - helaas - toch niet van Spinoza te zijn.)
(1677 - "Reeckening van kanssen vraeg - Stucken", dit werk over kansen bleek toch niet van Spinoza te zijn.)
Externe links
Boeken over Spinoza
- Kinderboeken
- Margriet Cobben, In de hoofdrol (8+)
- Henk van Kerkwijk, Het rampjaar (10+)
- 'De ruzie' pag. 97-100 in: Van tijd tot tijd: Nederlandse geschiedenis in 50 verhalen (10+)
- Henk van Kerkwijk, 'Benedictus Spinoza (pagina 56 t/m 59) in: Grote Nederlanders voor de jeugd [van 9-99 jaar] (11+)
- Janny van der Molen, Denken is vrij (pagina 208 t/m 217) in: Over vroeger en nu: verhalen bij de canon (9+)
- Jeugdboeken
- Margreet de Heer, Filosofie in beeld (stripverhaal) (12+)
- Jaron Beekes, De lens van Spinoza (14+; strip)