Speciale effecten
Speciale effecten (Engels: Special effects, vaak afgekort als F/X of eenvoudigweg FX ) zijn illusies of visuele trucs die in de theater- , film- , televisie- , videogame- , pretpark- en simulatorindustrieën worden gebruikt om iets te laten gebeuren wat echt lijkt, maar niet echt is. Vroeger heette het SFX , maar deze korte vorm is ook uitgebreid met 'geluidseffecten' .
Je hebt twee soorten speciale effecten:
- Mechanische effecten: Hierbij kun je denken aan gemechaniseerde rekwisieten, decors, schaalmodellen, animatronics (robotachtige modellen), pyrotechniek ofwel vuurwerk. Een combinatie kan ook, zoals een kanon dat afgaat, maar niet echt kanonskogels schiet. Of een model van een schip dat explodeert. Ook een bepaalde soort grime waarbij een acteur een beest of monster wordt, kun je rekenen tot de mechanische effecten.
- Optische effecten: (ook wel fotografische effecten genoemd) zijn truucs die met de camera of het beeldmateriaal worden uitgehaald. Ook het gebruik van spiegels behoort tot de mogelijkheden. Een illusionist als Victor Mids maakt hier veel gebruik van. Ook het gebruik van chromakey hoort hierbij. Sinds de jaren negentig is computergegenereerde beelden (CGI) op de voorgrond gekomen van technologieën voor speciale effecten.
In feite heb je te maken met bedrog. Maar het is wel bedriegelijk echt. Stop-motion wat ook bij animatie wordt gebruikt, maakt het bijvoorbeeld mogelijk om dingen op film of video als het ware uit zichzelf te laten bewegen, terwijl in werkelijkheid het voorwerp telkens een stukje wordt verplaatst en daar een frame (enkel beeldje of foto) van wordt gemaakt. Door deze beelden achter elkaar af te spelen lijkt het voor ons ook te bewegen.
Een andere truuc met stop-motion is dat de acteur aan komt lopen en gevolgd wordt door de camera, de camera even stopgezet wordt en de acteur door een pop wordt vervangen, de camera weer loopt en de pop iets ergs overkomt. Hetzelfde gebeurdlt als een stuntman of -vrouw wordt ingezet.
Door een fotografische film twee keer te belichten. Hierbij worden sommige delen van de lens afgedekt of wordt er door een glasplaat gefilmd waarvan sommige delen eerst wel en later niet waren afgedekt. Hierdoor kun je twee beelden over elkaar krijgen. Ook filmovergangen zijn uit een soortgelijke truuc ontstaan. Zo kon Disney al voor de Tweede Wereldoorlog live-action acteurs laten spelen in een tekenfilm achtergrond. De latere film van Mary Poppins is daar een voorbeeld van. Tegenwoordig gebeurt dat digitaal. Met de computer kun je beelden over elkaar heen 'plakken'.
Artificiële intelligentie bij het manipuleren van beelden of virtual reality is daar als het ware uit voortgekomen. Ook deepfake kun je hier toe rekenen.