Immuunsysteem
Het immuunsysteem of afweersysteem is het verdedigingssysteem van het menselijk lichaam. Het beschermt je tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen die van binnenuit of buitenaf het lichaam proberen aan te vallen. Het afweersysteem zit in je lijf onder andere in je huid, lymfeklieren, darmen en bloed. Het afweersysteem werken heel goed samen om zo de ziekteverwekkers te doden.
Het voordeel van het afweersysteem is dat als je lichaam heeft gevochten tegen de ziekte, dat je lichaam dit onthoudt en opslaat. Als het weer in aanraking komt wordt je niet meer of slechts een klein beetje ziek.
Je afweersysteem is continu aan het werk en dat merk je pas als er een infectie is ontstaan. Dan krijg je klachten, zoals koorts, hoofdpijn, of roodheid op de plek waar de ontsteking is ontstaan. Je lichaam beschermt je zo tegen micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels.
Werking van het afweersysteem
Je afweersysteem kan onderscheiden worden in 4 groepen:
- Fysieke barrière: deze bevindt zich in je lichaam. Tot deze groep behoort onder andere je huid, omdat het grens is tussen binnen en buiten het lichaam. Je huid zorgt dat er geen micro-organismen in je lichaam komen. Daarnaast horen ook de slijmvliezen in je luchtwegen en darmen tot deze groep. Als laatste valt ook je maagzuur en speeksel onder deze groep, aangezien deze zorgen dat organismen die schadelijk zijn gedood worden.
- Algemene afweersysteem: deze richt voornamelijk op alle ziekteverwekkers die je lichaam binnenkomen. De witte bloedcellen zijn heel betrokken bij de algemene afweer en reizen door het hele lichaam. Ze maken alle vreemde stoffen die niet thuis horen kapot. Bij een wond gaat je lichaam een stof maken, zodat het algemeen afweersysteem weet dat het daarnaar toe moet om zo (mogelijke) ziekteverwekkers te vernietigen.
- Specifieke afweersysteem: deze richt zich op één specifieke ziekteverwekker, bijvoorbeeld een griepvirus. Als een ziekteverwekkers snel verspreiden kan het zijn dat de algemene afweersysteem niet in staat is om hun te vernietigen. Dan is het nodig om een specifiek afweersysteem te hebben. Het specifieke afweersysteem bestaan uit lymfocyten. Dit zijn specifieke ontvangers van prikkels die op de buitenkant van cel bevinden. Deze ontvangers passen maar op één specifieke eiwit, waardoor ze tegen één soort ziekte kunnen vechten. Je hebt T- en B-cellen, die in het beenmerg gemaakt worden. T-cellen vechten tegen de ziekteverwekkers. De B-cellen maken geheugen- en antistoffen aan, zodat je niet meer ziek wordt.
Aangeboren en en niet-aangeboren afweersysteem
Behalve dat je wat net hebt gelezen, kun je het afweersysteem ook indelen in aangeboren en niet-aangeboren (of verworven) afweersysteem.
- Aangeboren afweersysteem: deze heb je bij geboorte al en bestaat uit het fysieke en algemene afweersysteem. Dit is systeem is de basis van het afweersysteem. Dit afweersysteem kan wel snel reageren, maar kan niet goed tegen specifieke aanvallers te beschermen.
- Het verworven/aangeleerde/niet-aangeboren afweersysteem: deze heb je niet met je geboorte mee gekregen. Dit systeem ontwikkeld zich je hele leven na elke aanraking met een ziekte onthouden je afweersysteem hoe ze hebben gewonnen, zodat als je weer in aanraking komt sneller kunnen reageren en dus niet of minder ziek wordt.
Het afweersysteem verbeteren
Het kan zijn dat je afweersysteem niet goed werkt of minder goed waardoor makkelijk ziek wordt. Er zijn gelukkig verschillende manieren om het afweersysteem te verbeteren door bijvoorbeeld:
- Gezond en afwisselend te eten.
- Genoeg te slapen en te ontspannen.
- Goede hygiëne
- Stress vermijden dus voorkomen.
- Voldoende te bewegen.
- Minder tot geen alcohol drinken.
- Niet roken of te stoppen.
Je afweersysteem is ingewikkeld waardoor je moeilijk kan testen of iemand een laag afweersysteem heeft.