Bestorming van de Bastille

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De bestorming van de Bastille
De demonstranten met de Bastille op de achtergrond. 19e-eeuwse gravure

De Bestorming van de Bastille of de Val van de Bastille is een bestorming dat onderdeel is van Franse Revolutie en wordt gezien als het begin daarvan. De bestorming vond plaats in de Bastille Saint-Antoine, een middeleeuws fort dat als gevangenis werd gebruikt, de Bastille Saint-Antoine bevindt zich in Parijs. De bestorming vond plaats op 14 juli 1789. De bestorming was een gevecht tussen de Franse overheid en Franse milities die ook wel bekend staan als opstandelingen. Het resultaat van de bestorming: Bastille werd veroverd door de milities en toen begon de Franse Revolutie.

Bernard-René de Launay, de commandant van de Bastille, was bang. Er waren slechts 114 mannen om deze oude gevangenis en munitie-opslagplaats te verdedigen. Onderaan de muren waren meer dan duizend bloeddorstige Parijzenaars samen gekomen. Vastbesloten om de Bastille binnen te geraken, hadden zij hun kanon gericht op de houten ophaalbrug van de vesting.

De Launay overdacht zijn opties. Hij kon de Bastille opblazen, zich een weg naar buiten vechten of zich overgeven. Om ongeveer vijf uur 's middags was hij eruit. De soldaten in de Bastille stopten met schieten en terwijl met een witte zakdoek werd gewuifd vanaf één van de hoge torens werd er een briefje door een opening in de houten ophaalbrug gestoken. De belegeraars legden een plank over de slotgracht. Balancerend op deze geïmproviseerde brug pakte een jongeman dit briefje en las het. De Bastille gaf zich over! Enkele minuten later drong de menigte de Bastille binnen.

De bestorming

Aanval op het klooster Saint-Lazare op 13 juli 1789

Overwinning

De binnenplaats van de Bastille in 1785 door Jean-Honoré Fragonard
De hal in de Bastille in 1785 door Fragonard
Arrestatie van De Launay, door Jean-Baptiste Lallemand (1790)
De Amerikaanse president Donald Trump met de Franse president Emmanuel Macron bij de herdenking van de Bastille in 2017 te Parijs
De militaire parade ter gedachtenis aan de Bestorming van de Bastille
Een opstandeling neemt de brief aan van de Launay
De opstandelingen nemen de Bastille over

De Bastille viel op 14 juli 1789. Hoewel deze niet de Franse Revolutie inleidde, was het wel een belangrijk keerpunt. De Bastille was het symbool van de monarchie en de tirannie. De verovering betekende de eerste overwinning van het volk op koning Lodewijk XVI. De overwinning van de burgerij zou een voorbode zijn voor het geweld dat zich in de komende jaren zou manifesteren. De Franse Revolutie veranderde Frankrijk voor altijd. Ook had deze gebeurtenis grote gevolgen voor Europa en zelfs daarbuiten. Daarom wordt de bestorming van Bastille tegenwoordig gezien als één van de belangrijkste gebeurtenissen uit de moderne geschiedenis.

Te wapen

Koning Lodewijk XVI beval dat hij een legermacht van 20.000 soldaten nodig had om Parijs te omsingelen. De koning zei dat hij de troepen nodig had in de regio van Parijs om de Nationale Vergadering (lagerhuis of de Tweede Kamer) te beschermen. Maar de afgevaardigden geloofden hem niet. Toen zij Lodewijk vroegen zijn troepen terug te roepen weigerde hij dat. De meeste Fransen steunden de Vergadering, maar de uiteindelijk macht bleef in handen van de koning en het leger. Dus, tenzij er iets onwaarschijnlijks zou gebeuren leek elke hoop op een revolutie vervlogen. Maar in de tweede week van juli 1789 gebeurde er iets onwaarschijnlijks.

De gewone mensen in Parijs volgden de gebeurtenissen in Versailles met veel belangstelling. Ze hadden honger en vertrouwden de koning en de adel niet meer. De Nationale Vergadering zagen zij als hun laatste hoop. Ze geloofden (en dat was juist) dat het leger werd samengetrokken om de Patriottische beweging neer te slaan. De laatste maanden was er veel geweld gepleegd toen hongerige menigten graanschuren, bakkerijen en molenaars overvielen. Op 11 juli ontsloeg de koning Jacques Necker, de populaire minister van Financiën. Toen dit nieuws de volgende dag in Parijs bekend werd gemaakt ontstak de bevolking in woede.

De macht van het volk

Opgejut door redenaars als Camille Desmoulins ging de bevolking van Parijs flink te keer in de stad. Toen het leger probeerde om orde op zaken te stellen werd het door soldaten die de bevolking steunden verjaagd. Woedende burgers, bewapend met gestolen wapens, verwoestten belastingkantoren van de regering. Een uitgehongerde menigste viel het klooster van Saint-Lazare, tevens een voedselopslagplaats, binnen en nam graan, wijn en kaas mee.

Elk moment kon men een tegenaanval verwachten van het leger van de koning. Om deze te kunnen weerstaan had men wapens nodig. De bevolking wist in het Hôtel des Invalides enkele kanonnen en 30.000 geweren buit te maken op het daar gelegerde garnizoen. Maar ze hadden nog geen buskruit. In de Bastille, een oud fort dat als gevangenis dienst deed, lagen 250 vaten opgeslagen. In de morgen van de 14de juli ging de menigte op weg om het buskruit de bemachtigen. Daarbij bevrijdden ze tegelijk de zeven gevangenen die in de Bastille opgesloten zaten.

À nous la Bastille!

Een menigte van bijna 1000 mensen kwamen aan bij de Bastille. Onder hen waren ook leden van de bourgeoisie en een aantal soldaten die overgelopen waren. De meesten waren echter maar gewone mensen, sommigen dachten zelfs dat de Bastille gebruikt werd als voedselopslagplaats. Vertegenwoordigers uit de menigte begonnen eerst aan onderhandelingen met De Launay. Toen deze gesprekken niets bleken op te leveren werd de menigte ongeduldig. Onder geroep: 'À nous la Bastille!' (geef ons de Bastille!) drong een aantal revolutionairen door de buitenste verdedigingswallen tot aan de ophaalbrug.

Halverwege de middag arriveerden er nog meer soldaten die de opstandelingen steunden. Onder hen waren ook veteranen uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog die de leiding namen over de operatie en een aantal kanonnen opstelden om te kunnen vuren op de ophaalbrug. Zich realiserend dat het allemaal verloren was overdacht De Launay de optie om de buskruitvoorraden op te blazen. Als hij dit zou doen zou hij de Bastille en een aantal straten in de omgeving opblazen. Uiteindelijk besloot hij dit niet te doen en gaf hij zich over.

Na de verovering

Direct na de verovering van de Bastille namen de verovering van de Bastille namen de revolutionairen het buskruit in en bevrijdden ze de gevangenen. Hoewel er 98 opstandelingen tijdens de belegering omkwamen kwamen de garnizoenssoldaten er nog redelijk vanaf, slechts een klein aantal vond de dood. De Launay werd echter het mikpunt van de woede van de menigte.

Hij werd door de stad gesleept in de richting van het stadscentrum. De schreeuwende menigte schopte hem en hij werd door iedereen bespuwd. Uiteindelijk kon hij niet meer en vroeg of ze hem wilden doden. Direct werd hij gestoken met messen, zwaarden en bajonetten. Z'n lichaam werd in een greppel geschopt. Net als de gevangenen in de Bastille werd hij schuldig bevonden zonder enige vorm van proces.

De revolutie gered

Toen hertog De Rochefoucauld-Liancourt in de avond van 14 juli aan de koning kwam vertellen dat de Bastille gevallen was, vroeg de koning: 'Is dit een opstand?'. De Hertog zou vervolgens geantwoord hebben: 'Nee sire, dit is een revolutie'.

Dit was waarschijnlijk het moment waarop Lodewijk zich begon te realiseren hoe ernstig de situatie was. Zijn leger viel uiteen, zijn regering stond machteloos. Eens was hij de machtigste koning van Europa, nu leek het erop dat hij niet meer macht bezat dan een gewone burger.

De volgende morgen bezocht de koning de Vergadering in Versailles. Er waren geen trompetters, bewakers of hovelingen. Hij kwam te voet en vertelde afgevaardigden dat hij zijn troepen had bevolen om Parijs te verlaten. De Vergadering was veilig.

Op 17 juli, slechts drie dagen na de val van de Bastille, reisde Lodewijk, begeleid door een uitzinnige menigte, naar Parijs. Hij droeg eenvoudige kleren, reed in een gewone koets en maakte een triomfale intocht in zijn hoofdstad. Dar hing een spandoek met zijn nieuwe titel: 'Lodewijk XVI, Vader van alle Fransen, Koning van een Vrij Volk'. Nadat hij in het openbaar de veranderingen die hadden plaatsgevonden had geaccepteerd verscheen Lodewijk op een balkon om zich toe te laten juichen door een gelukkige menigte. Zijn macht was echter maar schijn. De echte macht lag voortaan bij de bevolking van Parijs, en Lodewijk droeg op zijn hoed een rood met witte roos, de kleuren van de revolutie.

Gevolgen

Schuldenlast

Uiteindelijk viel de regering van Lodewijk XVI omdat men bankroet was. Dit kwam niet omdat Frankrijk zo arm was - het was het rijkste land op het Europese vasteland. Het grote probleem was dat de regering jaren achtereen meer geld uit had gegeven dan zij had. Om het verschil goed te maken moest de regering geld lenen. Toen Lodewijk XVI in 1774 de troon besteeg erfde hij een schuld van 4 miljard livre. De regering betaalde rente over het geld dat men geleend had. Om deze rente te kunnen betalen moest men nog meer geld lenen....dus er ontstond een vicieuze cirkel. In 1789 gaf de regering 300 miljoen livres uit aan rente, meer dan de helft van de totale inkomen van de staat. De schuld van Frankrijk werd nog verder vergroot door de deelname in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783).

Er waren twee manieren om de problemen van de regering op te lossen: zorgen dat er minder werd uitgegeven of proberen meer inkomsten te verweren. Onder het zwakke leiderschap van Lodewijk gebeurde geen van beide. Het grootste deel van de staatsinkomsten was afkomstig uit de belastingen. Er waren twee soorten belasting. Indirecte belastingen zoals de invoerrechten en de gobelle (zoutbelasting), werden door iedereen betaald. Er waren ook directe belastingen op basis van het inkomen, die door de boeren en de bourgeoisie moesten worden betaald. De adel hoefde deze belasting echter niet te betalen. Veel mensen vonden dit erg oneerlijk, vooral omdat de adel het erg goed had en de meeste boeren erg arm waren.

Het Ancien Régime wordt vervangen

In het begin werd Frankrijk geleid door gematigde hervormers zoals Lafayette en Honoé Mirabeau. Zij schaften de privileges van de adel af, verboden hum titels, ontwierpen een nieuw rechtssysteem, namen de kerk haar land af en reorganiseerden het land in 83 departementen.

De Vergadering maakte voor Frankrijk ook een nieuwe constitutie, die in werking trad in 1791. Een wetgevende Vergadering verving de oude Nationale Vergadering. De koning had nog steeds de macht om wetten waar hij het niet mee eens was tegen te houden. Veel ambtenaren, en ook priesters en bisschoppen werden gekozen. Iedere, redelijke welgestelde man (maar nog geen vrouwen), mocht z'n stem uitbrengen. Tot zover leverde de revolutie precies op wat de bourgeoisie verlangde.

Op de vlucht

In zijn hart had Lodewijk XVI de revolutie nooit geaccepteerd. Op 21 juni 1971 vluchtten hij en de rest van de koninklijke familie vermomd uit Parijs in de richting van het huidige België. In Varennes werden ze echter herkend en weer teruggebracht naar Parijs. Omdat Lodewijk een brief had achter gelaten waarin hij schreef hoe hij werkelijk dacht over de revolutie vonden veel mensen hem een verrader.

Republiek en terreur

De gebeurtenissen in Frankrijk maken de overige koningshuizen in Europa bang dat ook hun eigen bevolking in opstand zou komen. In april 1792 verklaarden Pruisen en Oostenrijk de oorlog aan Frankrijk. De commandant van het Pruisische leger, de hertog van Brunswick, beloofde het Ancien Régime weer aan de macht te helpen. De koning belemmerde Frankrijk in haar oorlogsvoorbereidingen maar de Vergadering weigerde hem hierom te veroordelen. De bevolking van Parijs was echter bang dat invasies door buitenlandse legers tot het einde van de revolutie zouden leiden en zij bestormden op 10 augustus het koninklijk paleis de Tuilerieën om de Vergadering te dwingen de koning af te zetten en van Frankrijk een republiek (president) te maken.

Het einde van de Revolutie

Dood van de koning

De revolutie werd steeds extremer en gewelddadiger. Een Nationale Conventie, voornamelijk bestaande uit personen uit de middenklasse, verving de Vergadering in september 1792. In januari 1793 werd Lodewijk XVI schuldig bevonden aan verraad en onthoofd op de guillotine. Dit bleek het begin van een periode van Schrikbewind en die zou duren tot juli 1794. Gedurende deze periode van Terreur werden duizenden vijanden van het volk: adel, kerkelijken, welgestelden en anderen ter dood gebracht. Velen vluchtten naar het buitenland om aan het geweld te ontkomen.

Jakobijnen en Girondijnen

In plaats van uit te zoeken hoe de nieuwe Franse Republiek het best georganiseerd kon worden ontstond er een grote machtsstrijd tussen twee verschillende groepen binnen de Nationale Conventie. De radicale Jakobijnen onder leiding van Maximilien Robespierre, wilden Frankrijk met strenge hand regeren om het gedachtegoed van revolutie te beschermen. Deze groep was ook verantwoordelijk voor de executie van de koning. Hun tegenstanders waren de meer gematigde Girondijnen. Toen de Jakobijnen eenmaal de macht hadden weten te grijpen in de Nationale Conventie, en het Comité van Nationale Veiligheid dat feitelijk het land regeerde, konden zij de Terreur ook richten op hun vijanden onder de Girodijnen.

Tussen maart 1793 en april 1794 werden niet alleen aristocraten en priesters, maar ook welgestelde burgers en zelfs boeren ter dood gebracht door middel van guillotine. Het leek erop dat de revolutie zich tegen haar eigen aanhangers gekeerd had. De slachting verspreidde zich ook naar andere delen van Frankrijk. In Nantes bijvoorbeeld werden duizenden zogenaamde tegenstanders van de revolutie verdronken in de rivier de Loire. Volgend op deze Terreur vielen er ook nog eens meer dan 100.000 slachtoffers tijdens de burgeroorlog in de Vendée, een regio in het noordwesten van het land, tussen de koningsgezinden en de Republikeinen die gesteund werden door het leger.

Ondertussen was Frankrijk met vrijwel elke grootmacht in Europa in oorlog. Verbazingwekkend was het dan ook dat de revolutionaire legers alle invasies wisten af te slaan en zelfs grondgebied wisten te winnen.
In juli 1794 liet de Nationale Conventie Robespierre en zijn volgelingen vallen. Hen werd de macht ontnomen en ze werden geëxecuteerd. Het volgende jaar nam een meer gematigd vijfkoppig bestuur (het Directoire) de macht over. Zij hielden het vol tot 1799. Toen kwam één van Frankrijks meest succesvolle generaals uit de geschiedenis aan de macht: Napoleon Bonaparte. Dankzij de verovering van Napoleon werden vervolgens de Franse revolutionaire ideeën over heel Europa verspreid.

Levensbeschouwing van de Revolutie

De grote inspirator van de Franse Revolutie was Jean-Jacques Rousseau. Hij bepleitte de natuurlijke mens. Dat is iemand die geen last heeft van georganiseerde religie, vrij is en zijn naaste als zijn gelijk ziet. Hij geloofde in een algemene wil van de gemeenschap die uitgaat boven de wil van ieder individu. De algemene wil is gericht op het algemene goede. Dat is wat de gemeenschap wil. Dit vormt de basis van de wet. Deze algemene wil moet ten koste van alles worden verdedigd. Dus wie het er niet mee eens is, loopt gevaar, desnoods wordt de doodstraf toegepast. Iedereen moet worden gedwongen om vrij te zijn. De 3 grootheden van de Franse Revolutie hebben dit geprobeerd uit te voeren, maar vooral Robespierre is in zijn laatste jaar verder gegaan in de terreur dan Rousseau bepleitte. Marat propageerde geweld als een manier van politiek. Danton heeft de propaganda van Marat in wetten omgezet. Robespierre heeft de wetten ten uitvoer gebracht. Het uitgangspunt van vrijheid, gelijkheid en broederschap heeft in slechts enkele jaren meer dan 100.000 doden opgeleverd.

14 juli: de dag van de Bastille

Waarom zo belangrijk

De val van de Bastille op 14 juli 1789 is één van de beroemdste gebeurtenissen van de Franse Revolutie. Al gauw deden allerlei verhalen de ronde over wat er die dag was gebeurd. Het fort werd afgebeeld als een enorm kasteel waarin honderden gevangenen onder vreselijke omstandigheden waren opgesloten in vochtige en smerige kerkers. Over de verovering van het fort werd verhaald als over een bloedige slag die gekenmerkt werd door vele slachtoffers en onwaarschijnlijke moed.

Maar zoals we gelezen hebben ging het slechts om een oud fort en een onbelangrijke gevangenis die na slechts kleine schermutselingen werd veroverd. Dus waarom werd de val van de Bastille dan wel zo beroemd? Omdat het belang van de val van de Bastille voornamelijk symbolisch was. Het gebouw had kritiek veroorzaak op het Anicien Régime omdat de mensen die hier werden opgesloten zonder enige vorm van proces waren veroordeeld, een lettre de cachet was genoeg. De val van de Bastille toonde aan wat de macht is van de gewone mensen: soldaten, winkeleigenaren, huisvrouwen en bediendes als ze samenwerken.

Altijd wordt de val van de Bastille op 14 juli herdenkt met de president en andere belangrijke personen. Het is dan de Franse nationale feestdag Zo was op 14 juli 2017 Donald Trump samen met de Franse president Emmanuel Macron bij de herdenking in Parijs. Elk jaar is de Franse president aanwezig bij de herdenking. Bij de herdenking wordt er o.a. een militaire parade gehouden.

Op 14 juli 2017 werd er kort na afloop van een vuurwerkshow ter gelegenheid van de Franse nationale feestdag een aanslag gepleegd waarop een truck inreed op een menigte mensen, er vielen 86 doden 434 gewonden. De aanslag werd gepleegd door Mohamed Lahouaiej Bouhlel, een aanhanger van terreurgroep Islamitische Staat.

Tijdlijn van de bestorming van Bastille

Hieronder zie je een tijdlijn van de bestorming van Bastille naar jaar;

1762 - Het boek Het sociaal contract van Rousseau wordt gepubliceerd
1774 - Lodewijk XVI wordt koning
1775-1783 - Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog
1786 - Charles de Calonne stelt een aantal hervorming voor aan Lodewijk XVI
1787 - de Raad van Notabelen komt bij elkaar
1798 - 5 mei - De Staten-Generaal komt bij elkaar
1798 - 17 juni - De Derde Stand roept zichzelf uit tot Nationale Vergadering
1798 - 20 juni - De Nationale Vergadering stelt de Verklaring van de Rechten van de Mens op.
1790 - Frankrijk wordt georganiseerd in 83 departementen en het recht wordt georganiseerd.
1791 - de Koninklijke familie vlucht maar wordt tegengehouden bij Varennes
1792 - Oorlog met Oostenrijk en Pruisen
1792 - Frankrijk wordt een republiek
1792 - Lafayette ontvlucht Frankrijk
1792 - Franse troepen bezetten heel het huidig België
1793 - Lodewijk XVI wordt geëxecuteerd
1793 - Het Comité van Nationale Veiligheid wordt opgericht om te helpen het land te besturen
1793 - Oorlog met Groot-Brittannië, Holland en Spanje.
1793 - De periode van Terreur (het Schrikbewind) begint (en eindigt in 1794).
1794 - Robespierre wordt geëxecuteerd.
1795 - Lodewijk XVII, de zoon van Lodewijk XVI, sterft in de gevangenis.
1795 - Het Dircetoire komt aan de macht.
1796-97 - Napoleon verovert Italië
1804 - Napoleon laat zichzelf tot keizer kronen.
1815 - De monarchie in Frankrijk hersteld.
1815 - Lodewijk XVIII is de nieuwe koning,
1848 - Frankrijk wordt opnieuw een republiek.
1880 - De dag dat de Bastille viel, 14 juli, wordt een nationale feestdag.

Videoclips

Link

Bestorming van de Bastille (14 juli 1789)

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Bestorming_van_de_Bastille&oldid=850697"