Eerste Stadhouderloze Tijdperk

Uit Wikikids
Versie door Hanssain (overleg | bijdragen) op 28 aug 2025 om 15:08 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''Eerste Stadhouderloze Tijdperk''' is een veelgebruikte term voor een periode in de geschiedenis van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze vo...')
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk is een veelgebruikte term voor een periode in de geschiedenis van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze vond plaats van 1588 tot 1795, waarin over de gewesten Holland, Zeeland en Utrecht (van 1650 tot 1672) en Gelre en Overijssel (van 1650 tot 1675) geen stadhouder (bestuurder) werd benoemd. De gewesten Friesland, Stad en Lande en Drenthe hadden toen wel een stadhouder en hebben dus in deze tijd geen stadhouderloos tijdperk gekend. Andere grondgebieden die tegenwoordig tot Nederland horen, zoals Brabant en Limburg, hadden ook een bestuurdersloze periode.

Politieke verhoudingen

Willem met zijn bruid Maria Stuart door Antoon van Dyck

Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk begon na het overlijden van Willem II van Oranje-Nassau. Wille. II was met Maria Henriëtte Stuart, de dochter van de Engelse koning Karel I, getrouwd. Hun zoon Willem III werd acht dagen na de dood van zijn vader geboren. Voor enkele regenten was dit dé kans om de rol van stadhouder af te schaffen. Willem II had vlak voor zijn dood door een staatsgreep een militaire dictatuur gevestigd en de leiders van de regenten in Slot Loevestein als politieke gevangenen laten opsluiten. De periode er na kreeg dan ook later als bijnaam de Ware Vrijheid.

De groep die vóór de regenten was noemde men de "Loevesteiners" of de "Staatsen". Dit waren voornamelijk mensen uit de gegoede burgerij (handelaren en zo). Veel mensen uit de adel, de ambachtslieden en het gewone volk waren echter op de hand van Oranje en noemden zich de orangisten of "prinsgezinden". Friesland en Zeeland verzetten zich tegen de overheersende rol van Holland en waren dus meestal voor Oranje. Aan de andere kant steunden ze als "kustprovincies" Holland in het verdedigen van hun handelsbelangen tegen de "boeren- of landprovincies" die veel meer op de landbouw gericht waren. Er was ook een religieus verschil: de regenten waren gematigd calvinistisch, de ambachtslieden waren streng puriteins en zagen de stadhouders als hoogstaande lieden van de Ware Religie. De adel, die vaak nog katholiek was, sloot zich bij de tolerante regenten aan. De kustgewesten van de Republiek vormden echter een uitzondering ten opzichte van de rest van Europa waar de welvaart vrijwel direct op de landbouw gebaseerd was. Daar had de adel het meeste geld in handen door de boeren te belasten; dat geld gaf men dan weer uit in de steden en zo bestond er een natuurlijk bondgenootschap tussen adel en burgerij. Maar in Holland en Zeeland kwam het meeste geld binnen door de overzeese handel. De stadhouders konden zo de spanningen tussen stad en platteland en tussen rijke burgers en de arme massa te uitbuiten om hun politieke macht te vergroten. Dat moesten ze echter ook weer voorzichtig doen anders zouden de kooplieden vertrekken en elders een nieuw handelsimperium opzetten, zoals in 1585 door toedoen van de Spanjaarden de handel zich verplaatst had van Antwerpen naar Amsterdam en Middelburg. De regenten als de politieke bestuurders waren vaak de gebeten hond — omdat die soms op de hand van Oranje waren als dat zo uitkwam en de andere keer weer niet. Soms ontstonden er spanningen waarbij de bevolking bij een weinig geliefde regent de dure huisraad kort en klein sloeg en op straat of in de gracht wierpen. Op hun beurt deden de regenten een stapje terug in ordehandhaving. In andere landen was het normaal om bij ieder opstootje de voornaamste oproerkraaiers te hangen, wurgen of radbraken; in de Republiek beperkte men zich meestal tot boetes of de schandpaal. Evenzo werden na een machtswisseling de tegenstanders niet uitgemoord, wat in andere lande wel gebeurde.

Door de dood van Willem II waren de orangisten hun natuurlijke leider kwijt. Bovendien ontstond er een onderlinge strijd en vielen ze als groep uiteen. Sommigen verzamelden zich rond de weduwe van Frederik Hendrik, Amalia van Solms, anderen steunden Maria Stuart, velen de stadhouder van Friesland en Groningen (en Drenthe), Willem Frederik van Nassau-Dietz. Deze verdeeldheid werd door de regenten gebruikt om hun eigen positie te versterken maar het duurde door de zeer verwarde binnen- en buitenlandse toestand even voordat de verhoudingen zich weer in evenwicht gebracht hadden.

De Nederlanden belandden zo in een chaos. Bovendien kreeg de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te maken met allerlei onenigheden op gebied van buitenlandse handel en politiek. Door de onhandige aanpak van de Staten van Holland om tot een overeenkomst met de Engelsen te komen pakte helemaal verkeerd uit. De Engelsen voelden zich beledigd en dit zou leiden tot de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654).

Toen Johan de Witt raadpensionaris werd van de Staten van Holland zag hij kans om steeds meer macht naar zich toe te trekken. Holland had het merendeel van de kosten van vloot en leger opgebracht en eistte als het ware de Hollandse politieke lijn op, die de andere gewest maar moesten volgen. Ondertussen versloegen de Engelsen de Staatse vloot in de Driedaagse Zeeslag en de Zeeslag bij Nieuwpoort. Daarna begonnen de Engelsen een blokkade van de Nederlandse kust. Met als gevolg een grote onrust bij de bevolking, want de handel en visserij lagen stil en de voedselprijzen rezen de pan uit. In Zeeland en West-Friesland namen in verschillende steden de orangisten de macht over. Door de Slag bij Ter Heijde wist men de blokkade te breken en keerde de rust langzaam weer. In deze slag bij Nieuwpoort sneuvelde ook de orangistische admiraal Maarten Tromp en de bevolking geloofde niet meer in de eindoverwinning in de oorlog. Dit was vooral in het nadeel van de orangisten, want die waren er de grootste voorstanders van geweest.

In 1654 sloot Johan de Witt de Vrede van Westminster (1654) met Engeland. Hierbij werd een geheim bijvoegsel aanvaard, de Akte van Seclusie. In deze akte beloofden de Staten van Holland dat zij nooit meer een nakomeling van Willem II tot stadhouder van Holland zouden kiezen, dit dezen ze vooral om de Engelse leider Oliver Cromwell tegemoet te komen. Die had namelijk koning Karel I van Engeland afgezet en laten onthoofden. Zijn dochter Mary was getrouwd met stadhouder Willem II, waarvan zij een zoon gebaard had. Cromwell vreesde dat een oranjeheerser de Stuarts weer op de troon zou kunnen brengen. De Witt was zich ervam bewust dat de andere provincies deze geheime bepaling niet zouden accepteren. Het vredesoverleg dreigde dan ook vast te lopen als hij de geheimhoudingstruc niet zou gebruiken. De Staten Generaal keurde het verdrag goed zonder van de geheime akte weet te hebben. Engeland was bereid akkoord te gaan nadat de Staten van Holland de Akte aanvaard hadden. In de Republiek vonden velen — het geheim kon niet al te lang bewaard blijven — dat de overeenkomst verdacht veel in het voordeel van De Witt uitwerkte. Men protesteerde dan ook openlijk tegen de Witt omdat hijzelf de bedenker van de Akte van Seclusie zou zijn. Met veel moeite wist De Witt hem aanvaard te krijgen, maar wel ten koste van nieuwe onrust. De Witt dreigde met strenge maatregelen om de ongeregeldheden de kop in te drukken (dat wil zeggen: met toepassing van de doodstraf), maar vrijwel geen enkele vroedschap durfde of wilde daartoe overgaan.

Willem II was een voorstander geweest om alle aandacht te richten op het landleger. Hij wilde namelijk een nieuwe oorlog tegen Spanje om ook de Zuidelijke Nederlanden te veroveren. Hierdoor was de vloot verder verwaarloosd. De Witt daarentegen richtte zich op een sterke zeemacht. In korte tijd was de Republiek hierdoor weer een vooraanstaande zeenatie geworden. De uitbreiding van de vloot ging echter ten koste van het landleger: het veldleger werd tot een minimum teruggebracht, de garnizoenen verkleind en de vestingwerken verwaarloosd.

Hernieuwd Engels koningshuis

In 1660 kwam er toch

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Eerste_Stadhouderloze_Tijdperk&oldid=966130"