Verdrag van Saint-Germain (1919)
Het Verdrag van Saint-Germain was een verdrag tussen de Geallieerden en Oostenrijk. Het verdrag werd getekend in Saint-Germain-en-Laye in Frankrijk. Het tekenen gebeurde op 10 september 1919, maar pas op 16 juli 1920 werd begonnen aan de bepalingen.
Voorgeschiedenis
Oostenrijk en Hongarije waren ooit één land, Oostenrijk-Hongarije. Dat land was een keizerrijk en koninkrijk in één. In de Eerste Wereldoorlog stond Oostenrijk-Hongarije aan de kant van de centralen. Deze stonden tegenover de Geallieerden. De Centralen verloren de oorlog in 1918. Oostenrijk-Hongarije viel hierdoor uitéén.
Bepalingen
Het verdrag van Saint-Germain bestond uit een aantal bepalingen. De belangrijkste daarvan was dat Oostenrijk geen unie mocht sluiten met Duitsland. Dit mocht niet politiek, maar ook niet met geld, goederen of soldaten. Het Oostenrijkse leger moest maximaal uit 30.000 soldaten bestaan. De naam Deutschösterreich (Duits-Oostenrijk) mocht niet gebruikt worden als staatsnaam. De schuld van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd helemaal gelegd bij het Duitse Keizerrijk en Huis Habsburg. Veel gebieden moest Oostenrijk afstaan:
- Bohemen, Moravië, Oostenrijks-Silezië en paar gemeenten van Neder-Oostenrijk werden gegeven aan Tsjecho-Slowakije.
- Zuid-Tirol, Trentino en Val Canale werden gegeven aan Italië.
- Galicië werd gegeven aan Polen.
- Boekovina werd gegeven aan Roemenië.
- Zuid-Stiermarken, Dalmatië en Zuid-Karinthië werden gegeven aan de Staat der Serviërs, Kroaten en Slovenen.
- Triest werd gegeven aan Italië na een vergadering.