Cartesiaanse twijfel

Uit Wikikids
Versie door S.Perquin (overleg | bijdragen) op 5 feb 2024 om 21:25
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Portret van René Descartes

Cartesiaanse twijfel of methodische twijfel is een manier van denken waarbij je aan alles twijfelt totdat je iets vindt waarvan je zeker weet dat het waar is. Het is genoemd naar René Descartes (1596 – 1650), een beroemde Franse filosoof. Hij dacht dat je alleen door aan alles te twijfelen, echt zeker kunt zijn van iets.

Hoe het begon

René Descartes leefde in een tijd waar veel dingen veranderden. Belangrijke ontwikkelingen waren de wetenschappelijke revolutie met nieuwe ideeën over het heelal, religieuze verschuivingen door de Reformatie, filosofische veranderingen met nieuwe manieren van denken en technologische vooruitgang zoals de drukpers. Mensen begonnen in die tijd de wereld anders te zien.

Descartes wilde begrijpen hoe je écht zeker kunt zijn van wat je weet. Om dit te doen, besloot hij iets heel gedurfd te doen: hij ging twijfelen aan alles. Hij dacht: "Wat als alles wat ik zie, hoor of leer, niet waar is?" Hij deed dit omdat hij geloofde dat als iets zelfs een klein beetje onzeker was, je er niet helemaal op kon vertrouwen. Descartes ging twijfelen aan de alledaagse dingen, zoals wat hij zag. Misschien waren zijn ogen hem aan het bedriegen. Hij twijfelde aan wat hij hoorde en zelfs aan wat hij had geleerd. Hij dacht zelfs dat wiskunde misschien fout kon zijn.

"Ik denk, dus ik ben"

Maar toen hij zo diep aan het twijfelen was, ontdekte hij iets interessants. Hij realiseerde zich dat, terwijl hij twijfelde, hij ergens zeker van was: hij was aan het twijfelen! Om te twijfelen, moest hij denken. En als hij dacht, dan moest hij bestaan. Zo kwam hij tot de beroemde conclusie: "Ik denk, dus ik ben." Dit betekende dat hij zeker wist dat hij bestond, omdat hij aan het denken was. Vanuit dit ene waar hij zeker over was, probeerde Descartes andere dingen te vinden waar hij zeker van kon zijn. Hij bouwde zijn filosofie opnieuw op en gebruikte zijn methode van twijfelen om te proberen de waarheid over de wereld te vinden.

De drie fasen van twijfel

Het rietje in het water lijkt gebogen te zijn. Zou dit ook met andere dingen zijn? Kunnen we wel vertrouwen wat we met onze ogen zien?
Zou er een demon bestaan die onze gedachten kan misleiden om ons onwaarheden te laten geloven?

Descartes bedacht een manier om te twijfelen in drie stappen, waarbij hij bij elke stap sterker ging twijfelen dan bij de vorige.

De natuurlijke twijfel

In deze eerste fase twijfelde Descartes aan de betrouwbaarheid van zijn zintuiglijke ervaringen. Hij merkte op dat onze zintuigen ons soms misleiden, zoals wanneer een ver object heel klein lijkt of wanneer een stok in het water gebogen lijkt. Vanwege deze mogelijkheid tot fouten besloot hij dat zintuiglijke informatie niet altijd betrouwbaar is. Vragen die hij zichzelf stelde waren bijvoorbeeld:

  • Kan ik vertrouwen op wat ik met mijn ogen zie?
  • Zijn de geluiden die ik hoor altijd echt?
  • Is wat ik aanraak altijd zoals het lijkt?
  • Kunnen mijn zintuigen mij misleiden over de wereld om mij heen?

De hyperbolische twijfel

In deze tweede fase nam Descartes zijn twijfel naar een extremer niveau. Hij stelde zich voor dat er een kwaadaardige demon bestaat die de kracht heeft om hem te bedriegen over alles wat hij denkt en waarneemt. Deze twijfel betrof niet alleen de zintuiglijke ervaringen, maar ook de fundamenten van zijn kennis, zoals wiskunde en logica. Het idee was om te zien of er iets was dat zelfs onder deze extreme twijfel als waar kon blijven staan. Vragen die hij zichzelf stelde waren bijvoorbeeld:

  • Wat als alles wat ik ken en begrijp een illusie is?
  • Is het mogelijk dat al mijn kennis verkeerd is?
  • Kan iets van buitenaf helemaal veranderen hoe ik de werkelijkheid zie?
  • Hoe weet ik dat de basisprincipes van wiskunde en logica waar zijn?

De metafysische twijfel

In deze derde en laatste fase overwoog Descartes de mogelijkheid dat hij zelfs zijn eigen bestaan in twijfel kon trekken. Dit leidde hem tot zijn beroemde uitspraak "Cogito, ergo sum" ("Ik denk, dus ik ben"). Hij concludeerde dat hoewel hij bijna alles in twijfel kon trekken, het feit dat hij twijfelde en dacht, bewees dat hij bestond. Vragen die hij zichzelf stelde waren bijvoorbeeld:

  • Bestaat mijn lichaam echt zoals ik denk dat het bestaat?
  • Is er iets absoluut zeker in mijn leven?
  • Kan ik er zeker van zijn dat mijn eigen gedachten echt van mij zijn?
  • Als ik twijfel aan alles, wat blijft er dan nog over dat zeker is?

De drie zekerheden

Is de wereld zoals wij die ervaren echt?

Om een basis te leggen voor logisch denken, gebruikte Descartes drie belangrijke zekerheden.

De zekerheid van de twijfel

Descartes zei dat het enige waar hij zeker van kon zijn, is dat hij twijfelde. Omdat hij twijfelde, wist hij dat hij dacht, en daarom wist hij zeker dat hij bestond.

De zekerheid van het bestaan van God

Descartes wist dat hij fouten kon maken en niet perfect was. Ondanks zijn imperfectie had hij een idee van een perfect wezen in zijn geest. Dit idee van perfectie of een perfect wezen noemde hij God. Descartes vroeg zich af hoe hij, een imperfect wezen, het idee van een perfect wezen kon hebben. Hij geloofde dat zoiets niet uit hemzelf kon komen, omdat hij imperfect was en dus niet in staat om het concept van perfectie volledig te bedenken. Daarom concludeerde hij dat het idee van een perfect wezen (God) van iets buiten hemzelf moest komen, namelijk van een daadwerkelijk bestaand perfect wezen. Met andere woorden, het idee van perfectie in zijn geest was voor hem het bewijs dat God echt bestond.

De zekerheid van het bestaan van de buitenwereld

Na te hebben geconcludeerd dat God bestaat, ging Descartes ervan uit dat God goed is. Hij geloofde dat een perfect wezen, zoals God, goed en niet bedrieglijk zou zijn. Omdat God goed is, redeneerde Descartes, zou Hij ons niet misleiden. Dat betekent dat God ons niet een valse wereld zou laten zien of ervaren. Daarom kwam Descartes tot de conclusie dat de fysieke wereld om ons heen echt moet zijn. Als God goed is en niet misleidt, dan moet wat we waarnemen in de wereld waar zijn. Verder dacht Descartes dat God ons het vermogen heeft gegeven om de wereld correct te begrijpen. Dit betekent dat onze waarnemingen en begrip van de wereld overeenkomen met de realiteit, omdat een goede en niet bedrieglijke God ons het vermogen heeft gegeven om de wereld juist te interpreteren.

Kritiek

Zou je eraan moeten twijfelen of de zon elke dag opkomt?

Er zijn op allerlei manieren kritiek geleverd op de methodische twijfel van Descartes.

Sommige mensen hebben kritiek op hoe Descartes probeert te bewijzen dat God bestaat. Ze zeggen dat hij in cirkels redeneert. Eerst zegt Descartes dat we kunnen vertrouwen op onze duidelijke en heldere ideeën omdat God bestaat en niet zou liegen. Maar dan gebruikt hij diezelfde duidelijke en heldere ideeën om te zeggen dat God bestaat. Dus, hij zegt eigenlijk dat God bestaat omdat God bestaat, wat niet echt een sterk argument is.

Sommige mensen vinden Descartes' idee, dat God ervoor zorgt dat wat we zien en denken waar is, een beetje lastig. Ze zeggen dit omdat tegenwoordig veel mensen meer geloven in wetenschap en niet zozeer in religie. Het idee om te zeggen dat God de reden is dat we dingen kunnen vertrouwen, past dus niet echt bij hoe veel mensen nu over de wereld denken. Met andere woorden, in een tijd waar veel mensen meer vertrouwen op feiten en bewijs uit de wetenschap, is het idee om religie te gebruiken als basis voor wat we weten voor sommigen niet zo overtuigend.

Sommige mensen zeggen dat het heel moeilijk is om altijd aan alles te twijfelen, zoals Descartes suggereert. In het dagelijks leven moeten we veel dingen gewoon accepteren zoals ze zijn, zoals dat de zon opkomt of dat een stoel stevig genoeg is om op te zitten. Als we voortdurend aan alles zouden twijfelen, zou het heel ingewikkeld worden om gewone dingen te doen. Hoewel het dus interessant is om filosofisch aan veel dingen te twijfelen, is het in de praktijk niet echt haalbaar of handig om dat constant te doen.

Video

Bron

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Cartesiaanse_twijfel&oldid=839535"