Empirestijl
De Empirestijl (1804-1816) is een bouwstijl en nog meer een interieurstijl die erg populair was in het begin van de 19e eeuw. De stijl richtte zich op het interieur. De Empire is in Parijs in Frankrijk ontstaan tijdens en vooral na de Franse Revolutie en beleefde onder keizer Napoleon Bonaparte zijn hoogtepunt. Het werd zeg maar de weergave van de overwinningen van het keizerrijk (= empire). Het valt samen met het neoclassicisme. De neogotiek, de iets latere Biedermeier en de romantiek zijn er weer een reactie op.
In de Empirestijl vinden we veel goud terug. Ook mag kunst niet ontbreken. Napoleon zou zijn veroverde kunstschatten tentoonstellen in zijn paleizen. Ook kenmerkt het interieur zich door onderdelen uit de Egyptische en Romeinse oudheid. Zo kun je een sfinx in het interieur vinden. De Empirestijl werd als modern gezien. In Europa had de empirestijl geen lange periode, maar in de periode werden wel veel gebouwen in die stijl door de gegoede burgerij aangekleed.
Empirestijl vinden we zowel terug in bepaalde zalen van het Kasteel van Fontainebleau of het Kasteel van Versailles. Ook het Paleis op de Dam en het Witte Huis hebben empire-zalen.
Belangrijkste kenmerken
De Empire-stijl is erfgenaam van de Directoire-stijl.
- Strenge rechte en nauwgezet orthogonale lijnen (lijnen met rechte hoeken);
- Hiëratisme (sterk aan religie gebonden kunst) van het geheel;
- Overwicht van mahonie (houtsoort);
- Gebrek aan inlegwerk (met andere houtsoorten en andere materialen);
- Toegepaste bronzen decoratie: lauwerkransen, sterren, palmetten (palmachtige ornamenten, versiersels), bijen, dansende nimfen;
- Architecturale vorm.
Versiering
- Materialen: brons, hout
- Patronen: krijgeronderwerpen, Romeinen, sfinxen, " Fames " (wezens die engelenvleugels dragen), leeuwen, dolfijnen, zwanen, bijen
- Stoffen: satijn, taft, moiré, fluweel, kasjmier, toile de Jouy
- Kleuren: goudgeel, groen, karmozijn, violet, paars
Galerij Architectuur
Arc de Triomphe du Carrousel (Parijs), 1806-1808, door Charles Percier en Pierre-François-Léonard Fontaine
Kazan Cathedral (Saint Petersburg, Rusland), 1811, door Andrey Voronikhin
Galerij Interieur en meubelen
Washstand (athénienne or lavabo); 1800–1814; legs, base and shelf of yew wood, gilt-bronze mounts, iron plate beneath shelf; height: 92.4 cm, width: 49.5 cm; Metropolitan Museum of Art (New York City)
Secretary; Sjabloon:Circa1804-1809; amboyna wood veneered on pine, with gilt-bronze mounts; 173.4 x 87.6 x 37.8 cm; Metropolitan Museum of Art
Throne of Napoleon I; by Georges Jacob and François-Honoré-Georges Jacob-Desmalter; 1804; embroidered velvet, gilt wood and ivory; height: 1.2 m; Louvre[1]
Throne; by Bernard Poyet and François-Honoré-Georges Jacob-Desmalter; 1805; carved and gilded wood, covered in red velvet with silver embroidery; 160 x 110 x 82 cm; Musée des Arts Décoratifs (Paris)[3]
Desk chair; Sjabloon:Circa1805–1808; mahogany, gilt bronze and satin-velvet upholstery; 87.6 × 59.7 × 64.8 cm; Metropolitan Museum of Art
Jewelery holder of the Empress Josephine; by François-Honoré-Georges Jacob-Desmalter; 1809; mahogany, amaranth, ebony, taxus, mother-of-pearl, and gilt bronze mounts; 2.76 x 2 x 0.6 m; Louvre[4]
Egyptian Revival coin cabinet; by François-Honoré-Georges Jacob-Desmalter; 1809–1819; mahogany (probably Swietenia mahagoni), with applied and inlaid silver; 90.2 x 50.2 x 37.5 cm; Metropolitan Museum of Art
Chair; before 1810; white trimmed wood with gilt carved decoration, modern trim, red and white silk; 90 x 50.5 x 44 cm; Louvre[5]
King of Rome's Cradle (Empire); by Pierre-Paul Prud'hon, Henri Victor Roguier, Jean-Baptiste-Claude Odiot and Pierre-Philippe Thomire; 1811; wood, silver gilt, mother-of-pearl, sheets of copper covered with velvet, silk and tulle, decorated with silver and gold thread; height: 216 cm; Kunsthistorisches Museum (Vienna, Austria)[6]