Ziekte van Alzheimer
|
|
De ziekte van Alzheimer, vaak kortweg alzheimer genoemd. Is de meest voorkomende vorm van dementie, 65% van de mensen met dementie heeft deze vorm van dementie. De aandoening is vernoemd naar Alois Alzheimer, een Duitse psychiater en neuroloog (iemand die veel weet over de hersenen en het heeft bestudeerd). De aandoening komt vooral voor bij mensen ouder dan 65 jaar.
Geschiedenis
In 1901 beschreef Alois Alzheimer voor het eerst de ziekte. De ziekte werd later naar hem vernoemd. Hij had een vrouwelijke patiënt van 50 jaar met de naam Auguste Deter. Die in dat jaar opgenomen was in de psychiatrisch inrichting van Frankfurt am Main. Alois Alzheimer begeleidde haar tijdens de ziekenhuisopnames. Zij verbleef in deze inrichting tot aan haar dood in 1906.
De ziekte
De ziekte van Alzheimer wordt door een neuroloog of (neuro)psycholoog vastgesteld door middel van geheugentests. Er is geen vast tempo hoe snel iemand achteruit gaat. Eerst wordt het kortetermijngeheugen aangetast. Hierdoor kan er niet of nauwelijks nieuwe dingen worden geleerd, ook kunnen Alzheimer-patiënten tijdens het communiceren (praten) soms vergeten over welk onderwerp het gesprek gaat.
Symptomen
Er zijn een paar algemeen bekende symptomen van iemand die korte tijd de ziekte van Alzheimer heeft:
- Het steeds stellen van dezelfde vragen.
- Hetzelfde verhaal woord voor woord herhalen.
- Eenvoudige taken, die hij of zij vroeger makkelijk aankon, niet meer kunnen uitvoeren, zoals koken, kaartspelen en dingen repareren.
- Problemen met betalen van rekeningen of bijhouden van de administratie (terwijl hij of zij dat vroeger wel kon).
- In een bekende omgeving de weg kwijtraken, of gedesoriënteerd raken.
- Zichzelf niet goed verzorgen.
Opmerking: Als iemand een paar of alle symptomen vertoont, betekent dat niet gelijk dat diegene de ziekte van Alzheimer heeft. Raadpleeg een arts of specialist bij twijfel.
Oorzaken
Rol van eiwitten
De ziekte wordt mogelijk onder andere veroorzaakt door het abnormaal (niet gewoonlijk, zelfs raar) afbreken van bepaalde eiwitten. Hierdoor vormen zich ook klonten buiten de hersencellen.
Erfelijk
Een groot deel wordt ook genetisch (erfelijk) bepaald. Als iemand van de familie de ziekte heeft (gehad), dan is het mogelijk dat jij of iemand anders uit je familie deze ziekte ook zal krijgen.
Andere mogelijkheden
Er is een mogelijkheid dat diabetes (suikerziekte) ook een rol kan spelen. Hierbij zorgt resistentie van insuline (tegen insuline kunnen, het heeft geen effect) ervoor dat de hersencellen geen glucose (vorm van suiker) kunnen opnemen. Zonder deze stof sterven de hersencellen langzamerhand af.
Opleiding
Onderzoeken hebben aangetoond dat mensen met een hoog opleidingsniveau een kleinere kans hebben om de ziekte van Alzheimer te krijgen. Dit is niet altijd, en het is niet dat de hersenen beter beschermd worden als je slimmer bent. Mogelijk heeft dit te maken met een grotere 'cognitieve reserve' of een groter hersengewicht bij mensen met een hoger opleidingsniveau. Hierdoor worden mogelijk de kwalen verminderd of vertraagd.
Cijfers
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal mensen in Nederland, dat aan de ziekte van Alzheimer overlijdt, vanaf 1996 met ongeveer 320% gestegen. In Vlaanderen is het ongeveer hetzelfde.
Nederland
Jaar | Mannen | Vrouwen | Totaal |
---|---|---|---|
1996 | 119 | 464 | 583 |
1997 | 143 | 542 | 685 |
1998 | 160 | 444 | 604 |
1999 | 174 | 526 | 700 |
2000 | 166 | 513 | 679 |
2001 | 180 | 559 | 739 |
2002 | 228 | 646 | 874 |
2003 | 227 | 669 | 896 |
2004 | 226 | 653 | 879 |
2005 | 261 | 726 | 987 |
2006 | 291 | 859 | 1150 |
2007 | 330 | 884 | 1214 |
2008 | 396 | 1073 | 1469 |
2009 | 450 | 1173 | 1623 |
2010 | 519 | 1349 | 1868 |
België
Jaar | Mannen | Vrouwen | Totaal |
---|---|---|---|
2000 | 159 | 295 | 454 |
2001 | 165 | 321 | 486 |
2002 | 182 | 341 | 496 |
2003 | 221 | 406 | 627 |
2004 | 215 | 382 | 597 |
2005 | 234 | 433 | 667 |
2006 | 263 | 483 | 746 |
2007 | 263 | 513 | 776 |
2008 | 308 | 590 | 898 |
2009 | 339 | 600 | 939 |
2010 | 372 | 638 | 1010 |