Diabetes mellitus

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Diabetes)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.

De blauwe cirkel wordt vaak gebruikt als het symbool voor diabetes millitus

Diabetes mellitus, of suikerziekte is een ziekte die je altijd kunt krijgen. De meest voorkomende vorm van suikerziekte is ouderdomssuikerziekte.

Als je het hebt, moet je insuline inspuiten met de hand of een pompje dat het automatisch doet.Je moet ook altijd oppassen met wat je eet. Je mag niet te veel en te weinig suiker eten. Wanneer er (veel) teveel suiker in het bloed zit, is dat slecht voor het lichaam. Wanneer er te weinig suiker in het bloed zit, wordt de persoon duizelig en kan flauwvallen.

Bij het hebben van een niet goed functionerende alvleesklier kan ook diabetes worden veroorzaakt.

Insuline

Het medicijn dat hiervoor nodig is heet insuline. Insuline maak je aan in de alvleesklier. In de alvleesklier zit eigenlijk een soort fabriekje dat insuline aanmaakt, precies de goede hoeveelheid. Maar als je diabetes hebt, maak je geen of te weinig insuline aan of gebruikt het lichaam de insuline niet of te weinig. Maar het kan ook zijn dat je teveel insuline hebt (hypo). In beide gevallen gebeurt er hetzelfde. Iemand met suikerziekte kan hierdoor bijvoorbeeld bleek worden, afvallen, veel plassen (omdat het suiker het lichaam uit moet) en veel drinken (om het vocht dat je verliest met plassen aan te vullen).

Wat doet insuline? Als je eet, krijg je koolhydraten binnen. Dat zijn een soort suikers, maar die moeten ook weer worden verbrand, en dat doet insuline, die gebruikt dat als brandstof en hierdoor krijg je energie.

Wanneer heb je diabetes?

Hoe weet je nou of je diabetes hebt? Dat kun je controleren door middel van een prikje in je vinger met een apparaatje meet je dan de bloedglucosewaarde. Dat wil zeggen, de hoeveelheid suiker die in je bloed zit.

Bij mensen zonder diabetes zit dat tussen de 4 en 7, maar als je diabetes hebt is dat hoger of lager. Je kunt de ziekte ook krijgen, omdat iemand in je familie diabetes heeft.

Soorten

Diabetes type 1

De aanmaak van insuline is weg. De bètacellen in de eilandjes van Langerhans zijn dood. Deze

vorm van diabetes mellitus komt vooral voor op jonge leeftijd, vanaf 1 jaar. Het is een auto -immuunaandoening. Ook als iemand geen alvleesklier meer heeft, heeft hij type 1. Want ook dan is er geen insuline meer.

Bij diabetes type 1 is het volgende aan de hand:

  • De alvleesklier geen insuline meer.
  • Het eigen afweer gaat de insuline producerende cellen in de eilandjes van lange hands dode. Deze cellen worden opeens gezien als lichaamsvreemde stof die dood moet. Die afbraak duurt enkele maanden tot een jaar .
  • De oorzaak is onbekend
  • Niets kan het stoppen of repareren
  • De eerste symptomen komen pas het overgrote deel (80%) van insuline producerende cellen dood zijn.
  • Dat is niet of nauwelijks erfelijk
  • Na begin van de symptomen is al gauw dodelijk
  • De enige reële kans is injecteren per injectie
  • Optie van type 1 krijg is je hele alvleesklier is verwijderd, waardoor je type 1 krijgt.

Diabetes type 2

De insulineproductie komt te laat en te traag op gang als de glucosespiegel stijgt. Daardoor ontstaat hyperglycemie. De eilandjes lijken chronisch overbelast. Vaak is er overgewicht. Dan volgen de weefsels de instructies van insuline minder goed op. De insuline is er wel, zelfs in ruime mate, maar het effect ervan neemt af. Dat heet insulineresistentie. Gewichtsafname kan de gevoeligheid van de weefsels voor insuline laten terugkomen en een oplossing zijn voor de hyperglycemie. Type 2 diabetes mellitus neem toe met de leeftijd. Het is een familiare ziekte, en heel sterk erfelijk. Het is veel meer erfelijk dan type 1. Verhoogde bloedsuikers en diabetes kunnen worden

uitgelokt door medicijnen zoals moderne middelen tegen angst en psychose (de zgn. 'atypische antipsychotica).

Bij diabetes type 2 is het volgende aan de hand:

  • De insuline reactor werkt niet meer.
  • De vetcellen zijn overvraagd en uitgeput.
  • De productie is er wel van insuline maar te sloom en vangt de verhoging na een maaltijd niet op.
  • Oorzaak; aanleg, hoge leeftijd en te veel zoetig eten.
  • De cellen vooral de vetweefsel en leverweefsel zijn ongevoelig geworden voor de effecten van insuline dat heet insulinerestenie
  • Uitgelokt door overgewicht en appelvormige obesitas
  • Insuline in normale hoeveelheden heeft geen effect meer de insulinespiegel moet drastisch omhoog om effect te hebben .
  • Na de maaltijd blijft de glucosegehalte veel te hoog want glucose wordt niet snel genoeg of helemaal niet de cellen in gestuurd

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapshormonen verhogen het bloedglucose. Bij sommige zwangeren ontstaat hyperglycemie. Dat noemt men zwangerschapsdiabetes. De zwangerschap loopt gevaar. Dit dwingt tot tijdige opsporing en strenge instelling met insuline. Vrouwen met zwangerschapsdiabetes hebben een grotere kans om later diabetes type 2 te ontwikkelen.

Zwangerschapsdiabetes is diabetes tijdens de zwangerschap. De kenmerken hiervan zijn:

  • Teveel glucose in het bloed door verhogende hormonen in het bloed.
  • Zwangerschapshormoon.
  • Geen medicijnen nodig alleen letten op wat je eet na de zwangerschap is het over.

Hypo en hyper

Als je met je bloedglucosewaarde niet tussen de 4 en 7 zit, is het eigenlijk niet goed. Als je 7 of hoger hebt, heb je dus te veel suikers in je bloed en te weinig insuline. Dit noemen we een hyper. Hier kun je op corrigeren door wat extra insuline toe te dienen, zodat je waarde weer naar beneden gaat.Als je met je bloedglucosewaarde onder de 4 zit, betekent dit dat je te veel insuline in je lichaam hebt. Dit noemen we een hypo. Een hypo kan zorgen dat je te trillerig voelt. Wanneer de bloedglucosewaarde erg laag is kun je zelfs flauwvallen. Als je een hypo hebt, moet je iets eten. Op deze manier krijg je meer suikers binnen.

Een hyper en een hypo zijn beide net zo gevaarlijk voor het lichaam. Iemand die teveel suiker in z'n bloed heeft, merkt daar niets van. Op de lange duur kan het toch schade toebrengen aan de cellen in ons lichaam. Een hypo is gevaarlijk, omdat als iemand buiten bewustzijn raakt, hij zelf niets aan z'n suikerspiegel kan doen. Leraren en ouders die veel met een kind met suikerziekte te maken hebben krijgen daarom vaak ook uitgelegd wat ze moeten doen als iemand met suikerziekte flauwvalt.

Hyper

De symptomen van een hyper zijn:

  • Honger
  • Dorst
  • Droge tong
  • Vaak plassen
  • Slaperigheid

Als iemand een hyper heeft, moet je die persoon insuline geven als die dat gebruikt. Verder moet je water geven en een arts bellen.

Een onbehandelde hyper kan leiden tot hyperglycemie. In dat geval is het bloedsuikergehalte in het bloed te hoog. Dit kan weer leiden tot glucose in de urine (glucosurie), waardoor het aanmaken van urine toeneemt (polyurie). Hierdoor kan de vochtbalans in het lichaam verstoort raken en kan iemand veel vocht verliezen. Iemand krijgt hierdoor veel dorst, maar als nog raakt deze persoon uitgedroogd. Deze uitdroging kan weer leiden tot een shock, waardoor weefsel en bloed verzuurt door een gebrek aan zuurstof. Dit kan ervoor zorgen dat iemand in een coma komt of zelfs overlijdt.

In een ander geval is er geen insuline meer in het bloed aanwezig. Hierdoor maakt het lichaam stresshormonen aan in overmaat. Doordat er geen brandstof meer in de cellen aanwezig is, gaat de lever vetten en eiwitten verbranden. Bij dit verbranden komen ketonen vrij die zorgen dat het bloed gaat verzuren. Dit wordt ketoacidose genoemd. Hierdoor word je misselijk, ga je braken, krijg je buikpijn en kun je zelfs in een coma raken. Uiteindelijk kun je hierdoor overlijden.

Hypo

Insuline spuiten zonder op tijd te eten, overdosering insuline en onverwacht lange en grote inspanningen laten de bloedglucosespiegel te sterk dalen. Alcohol in combinatie met insuline ,injecties heeft een fors bloedsuiker verlagend effect, een enkele keer zelfs fataal. Tot overmaat van ramp werkt glucagon dan ook al niet.Extreem lage bloedsuikers zijn veel schadelijker dan te hoge. Een hypoglycemie onder de 1 mmol/l, langer dan ongeveer een uur, zal kunnen uitmonden in hersenbeschadiging, coma en, bij

gigantische overdosis, zelfs overlijden. Een hypoglycemie die 's nachts ontstaat en doorzet kan

rampzalig aflopen. Zo gauw het bloedglucose daalt onder de 3,9 mmol/l gaat het bijniermerg extra adrenaline maken om het bloedglucosegehalte te verhogen. De begeleidende verschijnselen zijn onrust, tremoren, koud zweet, bleek zien, grote pupillen en

tachycardie. Er ontstaat een hongergevoel. Dit soort verschijnselen begeleiden een beginnende

hypoglycemie en vormen een voorbode voor erger dingen die komen gaan. De glucosespiegel

bedraagt dan nog 3,3 mmol/l.. Zorgvragers die bètablokkers gebruiken (tegen hoge bloeddruk, of

tegen angina pectoris), voelen dit niet, omdat de medicijnen de verschijnselen onderdrukken.

Sommige patiënten zijn niet in staat om deze verschijnselen bij zichzelf op tijd te onderkennen

('hypoglycemie-unawareness'), soms komt dat omdat ze pas geleden een hypo hebben gehad, of omdat de zenuwen die ervoor moeten zorgen dat het hart sneller gaat niet meer zo snel werken. Als het glucosegehalte daalt tot vlak boven de 2 mmol/l verminderen de hersenfuncties. Coördinatie en concentratie nemen af, iemand gaat geeuwen, kan prikkelbaar of ongeïnteresseerd worden, niet meer kunnen nadenken en dat terwijl de situatie om ingrijpen vraagt. Daarna wil iemand slapen, kan niet meer slikken en wordt comateus. Bij een glucosespiegel onder de 1,1 mmol/l treden epileptische insulten op. Een spiegel onder de 0,7

mmol/l is te vergelijken met het krijgen van een herseninfarct. Binnen betrekkelijk korte tijd is er onherstelbare schade aan de hersenen.Alcohol lokt een hypoglycemie uit bij mensen die insuline spuiten en een persoon met een hypoglycemie maakt een dronken indruk. Rampzalige vergissingen ('eerst maar eens zijn roes laten uitslapen') liggen op de loer.

Een patiënt die bij kennis is krijgt, nadat de bloedglucose geprikt is, oraal glucose aangeboden.

Bij gedaald bewustzijn is slikken verboden. Een injectie met het bloedsuiker verhogende glucagon moet iemand binnen 10 minuten bij kennis brengen. Gebeurt dat niet, is intraveneuze injectie met glucose noodzakelijk

De symptomen van een hypo zijn:

  • Wisselende emoties
  • Hoofdpijn
  • Zweten
  • Moeheid
  • Bleekheid
  • Duizeligheid
  • Honger
  • Slecht zien
  • Trillen

Als iemand een hypo heeft, moet je het volgende doen:

  1. Begin met bepalen van glucosegehalte
  2. Als iemand bij bewustzijn is, moet je hem of haar eten en drinken geven​
  3. Dit eten of drinken bestaat uit snelle en langzamer suikers, zoals ranja en een boterham met kaas.
  4. Lukt dit niet dan moet je glucagon toedienen
  5. Bij onvoldoende effect infuus aanleggen door arts of verpleegkundige

Hierbij moet je opletten dat iemand geen alcohol heeft gedronken, aangezien de glucagon anders niet werkt. Ook kunnen betablokkers de verschijnselen van hypo maskeren.

Niet ontdekte diabetes kenmerken

Soms gaat aan de ziekte een periode vooraf waarin de patiënt moe is, afvalt, jeuk heeft en met infecties te kampen heeft. Vaak zijn dat Candida- of stafylokokkeninfecties. Vaak echter, zeker bij type 2, zijn er weinig tot geen symptomen en is een bloedonderzoek de aanleiding tot het stellen van de diagnose. De acute symptomen van diabetes ontstaan door hyperglycemie en door verzuring van het bloed.door het gebrek aan insuline, of de gebrekkige werking ervan, ontstaat hyperglycemieBij een te hoog bloedglucose, boven de 11 mmol/l, komt glucose in de urine. Dat trekt grote hoeveelheden water met zich mee. Behalve glucosurie is er ook polyurie. De polyurie leidt tot dorst. Ondanks het vele drinken dreigt binnen de kortste keren het lichaam uit te drogen. Uiteindelijk ontstaat een coma. gebrek aan glucose als schone brandstof dwingt de cellen om over te schakelen op vet en eiwitverbranding. De energie moet tenslotte ergens vandaan komen. Dat leidt tot spierzwakte en vermagering in de aanloopfase naar de duidelijk herkenbare diabetes. Er ontstaan ketonen, stoffen die veel weg hebben van aceton. Deze veroorzaken verzuring (acidose) en coma. De ketonen zijn met een teststripje eenvoudig aan te tonen in de urine. Uiteindelijk zal de comateuze patiënt deze zure stoffen door hyperventilatie proberen uit te scheiden. Dit heet Kussmaul-ademen. De uitademingslucht ruikt zoetig, naar nagellak-remover met aceton.

Ontreging bij diabetes

Bloedsuiker verhogend werken onder andere overmatig eten, inname van snelle suikers en adrenaline. Bij koorts is de insulinebehoefte groter. Zo kunnen stress (met het hormoon cortisol),

infectieziekten en overmatige inspanning een goed ingestelde patiënt ontregelen. Ook medicijngebruik kan hiertoe bijdragen. Prednison en moderne middelen tegen psychose ('atypische' antipsychotica zoals olanzapine en quetiapine) werken bloedglucose verhogend: ze werken diabetes in de hand.

Behandeling

Een glucosemeter

Er is een apparaatje waarmee je je bloedspiegel kan meten, de glucosemeter. Daarmee kan je zien of je te weinig of te veel suiker binnen krijgt. Als je te veel binnenkrijgt, moet je insuline inspuiten om het te "verteren". Dan is bewegen ook goed. Maar als je boven de 15 zit, is het niet slim om te bewegen. Is je suikerspiegel te laag, dan moet je iets eten met suiker.

Hoe kun je diabetes behandelen? Er wordt dan kunstmatig insuline in je lichaam gebracht. Dit kan op 3 manieren:

  • Door middel van een spuit; dan spuit je 2 tot 3 keer per dag een hoeveelheid insuline in je lichaam. Deze insuline spuit je dan meestal in het been of de buik.
  • Door middel van een pomp; deze pomp draag je bij je en meet je bloedglucosewaarde. Het pompt insuline in het lichaam wanneer de bloedglucosewaarde te hoog is.
  • Door middel van medicijnen; bij diabetes type 2 kun je ook medicijnen slikken. Deze medicijnen zorgen ervoor dat de alvleesklier meer insuline gaat produceren.

De patiënt zal op de eerste plaats de koolhydraatopname zodanig over de dag moeten verdelen dat bloedglucosespiegel zo min mogelijk schommelt. Vooral suikers die snel worden

opgenomen, zoals in frisdrank, dient men te vermijden. Gewichtsafname alleen al kan een diabetes type 2 laten verdwijnen. Daarnaast is, afhankelijk

van de vorm van diabetes, vaak een behandeling nodig.

insulinetherapie

De behandeling bij type 1 bestaat uit insulinepreparaten. Het wordt subcutaan, onderhuids

geïnjecteerd. Orale inname als capsule is zinloos, insuline wordt dan verteerd, zie hoofdstuk 17.

type 2: orale bloedsuikerverlagende middelen en/of insuline Metformine remt de aanmaak van glucose in de lever en maakt weefsels gevoeliger voor insuline. Daarnaast heet het een kleine remmende invloed op de opname van glucose in de darm, maar dat is van minder groot belang dan de andere twee werkingen. Het is vooral effectief bij patiënten met overgewicht en heeft als voordeel dat het geen hypoglycemie uitlokt. Bij een slechte nierfunctie kan dit medicijn wel een levensgevaarlijke verzuring van het bloed (acidose) veroorzaken.Daarnaast zijn er andere tabletten, zoals tolbutamide of glipizide. Die stimuleren de insulineproductie. Bij type 2 kan dat, bij type 1 niet. Deze tabletten veroorzaken wel hypo's,

want ze stimuleren immers de insulineproductie; en die hypo's duren dan ook lang. Vaak moet men van deze tabletten uiteindelijk overstappen op insulinetherapie. De insulineresistentie dwingt bij de overstap tot hoge doseringen van insuline.

Bijkomende complicaties

Vroege ontdekking en scherpe instelling stelt de patiënt in staat om een deel van de ernstigste late complicaties te vermijden of jarenlang voor zich uit te schuiven. Diabetes is een grote risicofactor voor hartinfarct, CVA en etalagebenen. Dat komt omdat diabetes slagaderverkalking heel erg in de hand werkt. Op de tweede plaats ontstaat er na jaren een aantasting van de kleinere en kleinste slagadertakjes. Dat heet micro-angiopathie. Deze belemmert in heel het lichaam de doorbloeding en de zuurstofvoorziening van het weefsel. Hier volgen voorbeelden daarvan:

  • In de ogen tast diabetes het netvlies aan, retinopathie. Oogheelkundige controle en

tijdige laserbehandeling moeten dit verhinderen.

  • In de nieren tast diabetes de vaatkluwentjes aan. De nierfunctie daalt, er ontstaat proteïnurie, zeker als diabetes gepaard gaat met hoge bloeddruk.
  • Diabetes tast zenuwen aan; dat heet diabetische polyneuropathie. Dat leidt tot gevoelsverlies aan de voeten en later de handen. Wondjes, bijvoorbeeld door knellend schoeisel, blijven te lang onopgemerkt. Diabetes tast ook zenuwen in de darmen en rond de blaas aan. Als daardoor de peristaltiek onregelmatig wordt en de maag er soms heel lang over doet om zich leeg te maken, is een goede regeling van de glucosespiegel steeds lastiger.De stoornissen in de kleine bloedvaten en de zenuwen vertragen de wondgenezing bij diabetespatiënten ernstig. Zo ontstaan naar aanleiding van een klein wondje een zeer pijnlijk open been en het afsterven van tenen of voet. Diabetici kunnen op latere leeftijd te maken krijgen met de volgende zaken:
  • Grotere kans op hartinfarct, CVA en etalagebenen​.
  • Op lange termijn kunnen bij diabeten de volgende complicaties optreden. Door aantasting van de kleinste slagadertakjes in het lichaam (microangiopathie)​.
  • Ogen; extra bloedvaatjes ontstaan deze gaan lekken of bloeden.

Dit kun je krijgen als je diabetes niet op tijd behandeld :

  • Polyneuropathie geen gevoel in voeten zolen
  • Nierfunctiestoornissen: de vaten van de nieren kunnen aangetast worden, waardoor de nierfuncties verslechteren. Ook kunnen er eiwitten in de urine terecht komen. Dit kan ervoor zorgen dat de patiënt afhankelijk wordt van een dialyse.
  • Grotere kans op dementie, CVA, een hartinfarct
  • De zenuwen kunnen ook aangetast worden (polyneuropathie). Dit betekent dat de handen en voeten gevoelloos worden. Ook kunnen verwondingen pas later opgemerkt worden als ze al groter zijn. Het autonome zenuwstelsel wordt ook aangetast, waardoor de stoelgang verstoord kan raken. Ook heb je last van je blaas en orthostatisch hypotensie. Dit alles komt door de verstoring van de bloedsomloop.
  • Cognitieve achteruitgang op hogere leeftijd en risico op de ziekte van Alzheimer​
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Diabetes_mellitus&oldid=787040"