William Morris: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | {{werk}} |
||
{{Infobox kunstenaar |
{{Infobox kunstenaar |
||
| naam = William Morris |
| naam = William Morris |
Huidige versie van 7 okt 2024 om 22:24
William Morris | |
Persoonlijke informatie | |
Land | Verenigd Koninkrijk |
Geboortedatum | 24 maart 1834 |
Geboorteplaats | Walthamstow |
Overleden | 3 oktober 1896 |
Overleden te | Hammersmith |
Carrière | |
Beroep | Interieurdesigner, schrijver, dichter, socialistisch activist, vertaler |
Bekend van | Behang- en textielontwerpen News from Nowhere The Well at the World's End |
Genre(s) | Behang, textiel, fantasy-literatuur, essays |
Portaal Kunst & Cultuur |
William Morris (Walthamstow, 24 maart 1834 - Hammersmith, 3 oktober 1896) was een Britse interieurdesigner, schrijver, dichter, vertaler en activist. Morris staat vooral bekend als een van de stichters van de Arts-en-craftsbeweging. Dit was een beweging van kunstenaars aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw. De Arts-en-Craftsbeweging haalde zijn inspiratie vooral uit de natuur en traditioneel vakmanschap. Het was een reactie tegen de Industriële Revolutie.
Morris stond tijdens het Victoriaans tijdperk bekend om zijn behang en textiel. Hij maakte deze producten op traditionele wijze en met natuurlijke patronen. Hij vertaalde daarnaast IJslandse volksverhalen naar het Engels. Ook schreef hij enkele gedichten en boeken, zoals News from Nowhere en The Well at the World's End. Daarnaast was Morris een socialistisch denker.
Biografie
Jeugd
Morris kwam uit de middenklasse. Zijn vader werkte voor een financiële instelling en zijn moeder kwam uit een rijk gezin. Morris had vijf broers en drie zussen. Het gezin was evangelisch. Tijdens zijn jeugd hield hij van lezen. Vooral de boeken van Walter Scott waren zijn favoriete. Het gezin woonde in een landhuis met een grote tuin vlakbij een bos. Hierdoor tuinierde hij en maakte vaak wandelingen door het bos. Ook was hij veel erg geïnteresseerd in oude gebouwen, zoals kathedralen en kerken. Met zijn pony maakte hij ritjes naar nabijgelegen dorpen om deze gebouwen te bewonderen.
In 1847 overleed zijn vader. Het gezin verhuisde toen naar een klein huis. Eén jaar later begon hij te studeren aan Marlborough College. Morris werd op school gepest en verveelde zich enorm. Tijdens deze periode leerde hij meer over de Romantiek. Dit was een kunststroming aan het begin van de 19e eeuw. De vertegenwoordigers van de Romantiek verzetten zich tegen de Industriële Revolutie. Ze trokken zich terug op het platteland, in de natuur en de geschiedenis (vooral de middeleeuwen).
In 1852 ging hij naar Exeter College. Hij volgde hij lessen in de Klassieke Studies (de Romeinen en de Grieken). Ook verdiepte hij zich meer in de middeleeuwen. Hij werd beïnvloed door denkers als Thomas Carlyle, Charles Kingsley en Frederick Denison Maurice en de schilder John Ruskin. Ook ontmoette hij Edward Burne-Jones. De twee hadden een levenslange vriendschap en werkten veel samen.
Vroege carrière
Morris studeerde af in 1856 en ging werken voor architect George Edmund Street. Hij werkte vaak samen met Philip Webb, een goede vriend van Morris. Ondertussen ontwikkelde Morris een fascinatie voor middeleeuwse schilderkunst. In zijn tijd waren de prerafaëlieten actief. Morris raakte bevriend met verschillende schilders uit deze groep, zoals Dante Gabriel Rossetti. Morris, Rossetti en Burn-Jones werkten samen om muurschilderingen over de legende van koning Arthur in de bibliotheek van de universiteit van Oxford te schilderen. Ook ontwierp hij middeleeuwse meubels voor een appartement in Bloomsbury. Ondertussen begon Morris ook met het schrijven van gedichten.
In 1857 ontmoette Morris Jane Burden. Burden was een arme vrouw die model wilde zijn voor Morris. Zowel Morris als Rossetti waren verliefd op haar. Desondanks kregen Burden en Morris een relatie met elkaar. Op 26 april 1859 trouwden de twee met elkaar. Later maakte Burden bekend dat zij nooit van haar man gehouden heeft.
Eerste successen
Morris liet tussen 1859 en 1860 zijn eigen huis bouwen. Dit huis was een samenwerking tussen hemzelf en Webb. Webb ontwierp de buitenkant, terwijl Morris de binnenkant ontwierp. Dit huis staat tegenwoordig bekend als Red House en is erfgoed. Eén jaar later stichtte Morris samen met Burne-Jones, Rossetti, Webb, Ford Madox Brown en Charles Faulkner, Peter Paul Marshall zijn eigen bedrijf: Morris, Marshall, Faulkner & Co. Dit bedrijf richtte zich op vakmanschap en traditie. Het bedrijf maakte voornamelijk textiel, maar ook behang, glas-in-lood en tapijten. Het bedrijf werd voornamelijk ingeschakeld voor de restauratie en bouw van kerken.
In 1861 kreeg Morris zijn eerste dochter: Jane Alice Morris. In 1862 kreeg hij een tweede dochter: Mary Morris. Morris hield veel van zijn dochters en wilden hen een onbezorgde jeugd geven. De familie van Burne-Jones zou oorspronkelijk ook in Red House wonen. Er zou een aanbouw komen waarin de familie zou wonen. Na dood van de zoon van Burne-Jones werden deze plannen niet uitgevoerd. In 1865 besloot Morris om naar Londen te verhuizen en Red House te verkopen. De familie verhuisde naar een appartement op Queen Square. Hierdoor hoefde Morris minder lang te reizen.
Morris had verschillende grote opdrachten. Zo werd hem gevraagd om nieuwe decoraties te maken voor twee zalen in St. James's Palace. Later ontwierp hij ook een zaal voor het South Kensington Museum. In de Verenigde Staten was er ook interesse in Morris' kunst. Hij kwam hierdoor in contact met schrijver Henry James. Desondanks maakte zijn bedrijf geen winst, waardoor Morris weinig geld had. Morris ondernam reizen naar Noord-Frankrijk, Suffolk (Engeland) en Rijnland-Palts (Duitsland). Ook begon hij poëzie te schrijven. Zijn eerste gedicht ging over de Griekse mythe van Jason en het Gulden Vlies. In 1870 werd hij vrienden met de IJslandse professor Eiríkur Magnússon. Magnússon leerde Oudnoors aan Morris, waardoor Morris enkele IJslandse saga's (volksverhalen) naar het Engels vertaalde. In 1871 verhuisde Morris naar Kelmscott Manor. Ondertussen had hij ook een appartement in Londen.
Morris & Co.
In 1875 viel Morris, Marshall, Faulkner & Co uiteen. Morris stapte uit het bedrijf en richtte zijn eigen bedrijf op: Morris & Co. Het bedrijf richtte zich in het begin vooral op behang en textiel. Het Victoriaans tijdperk zag de opkomst van de middenklasse. Zij konden zichzelf meer mooie dingen veroorloven. In die tijd was het populair om kamers te behangen. Morris' behang was zeer geliefd. Anders dan industrieel behang gebruikt Morris enkele natuurlijke pigmenten. Dit werden voornamelijk gewonnen uit planten, mineralen en noten. Ondertussen begon hij ook het vertalen van de Aeneis van Vergilius en de Ilias van Homerus. In 1877 kreeg Morris van de universiteit van Oxford de eretitel van "professor in poëzie". Ook maakte hij een reis door Italië.
Tijdens de jaren 1870 begon Morris zich te interesseren in de politiek. Hij zag zichzelf oorspronkelijk als een "radicale liberaal", vergelijkbaar met het sociaalliberalisme en de sociaaldemocratie. Morris was lid van de Liberal Party. Deze partij was toentertijd de grote tegenstander van de Conservative Party. Morris raakte echter vervreemd van de partij toen William Ewart Gladstone in 1880 premier werd. Gladstone zette namelijk veel van het beleid van zijn conservatieve voorganger voort.
In 1877 richtte Morris de Society for the Protection of Ancient Buildings op. Deze vereniging zet zich in voor de bescherming en restauratie van oude gebouwen.
Socialistisch denker
Morris was in 1881 betrokken bij de oprichting van de Radical Union. Deze partij bestond uit linkse liberalen die wilden opkomen voor de werkende klasse. Ze hoopten zo rivalen te worden van de Liberal Party. In 1883 werd Morris lid van de Democratic Federation, de eerste socialistische partij in het Verenigd Koninkrijk. Hij las verschillende werken van socialistische denkers, zoals Henry George en Karl Marx. Voor de partij maakte bij verschillende tekeningen en posters. Ook schreef hij een werk over socialisme in simpele woorden. Morris was voorstander van woningen voor alle arbeiders, gratis en verplicht onderwijs voor kinderen, de achturige werkdag en de nationalisering van banken en spoorwegen.
In 1884 verliet Morris de partij na een conflict. Samen anderen stichtte hij de Socialist League. Deze partij was meer internationaal gericht en wilde een wereldrevolutie teweegbrengen. Hij verdiepte zich in de werken van Friedrich Engels en ontmoette de anarchist Peter Kropotkin. In 1885 begon Morris met Commonweal, het nieuwsblad van de partij. In dit nieuwsblad schreven ook andere socialisten, zoals George Bernard Shaw, Wilhelm Liebknecht en Karl Kautsky. Morris publiceerde ook veel van zijn boeken (in de vorm van een feuilleton) in het nieuwsblad.
Morris kreeg ook veel kritiek. Hij was namelijk tegen hiërarchie en geloofde dat alle arbeiders binnen een bedrijf gelijk waren. Desondanks had zijn eigen bedrijf hiërarchie. Morris verdedigde dit door te zeggen dat een bedrijf zonder hiërarchie niet mogelijk was onder kapitalisme.
Overlijden
Morris kreeg aan het einde van zijn leven verschillende gezondheidsklachten, zoals epilepsie en jicht. Tijdens een reis naar Noorwegen in 1896 kreeg hij last van hallucinaties. Later kreeg hij ook tuberculose. Hij stierf op 4 oktober 1896. Hij werd 62 jaar oud.
Kunst
Behang
Morris was vooral geïnspireerd door de natuur. Op zijn behang komen vaak bloemen en bladeren voor. Toch worden deze zaken afgebeeld op een manier waarop ze niet in de natuur zelf voorkomen. Zo bevatte het behang van Morris altijd een bepaalde vorm van symmetrie en herhaling. In de natuur komt dit niet voor; geen bloem of plant van dezelfde soort is hetzelfde. Ook tekende hij soms bloemen en bladeren op een minder nauwkeurige manier. Hij maakte ook veel gebruik van zijn eigen fantasie. Hierdoor kunnen in de werken van Morris bloemen en planten voorkomen die niet echt bestaan.
Voor zijn behang maakte Morris gebruik van houtenblokken. Hierin werd een bepaald patroon gegraveerd. Vervolgens ging men hier met verf overheen en drukte het op het papier. Met deze methode kon hij slechts één kleur per aanbrengen. Voor een patroon waren dan ook meerdere houtenblokken nodig die steeds iets van elkaar verschilden. Om een rol behang te maken moet je dus soms wel meer dan zeven keer de hele baan opnieuw bedrukken. Men begon met de achtergrondkleuren en werkte zo naar voren.
Behang met granaatappels (1866)
Hetzelfde behang in Wightwick Manor. Dit landhuis bevat nog altijd veel objecten bedacht door Morris.
Behang met roze klaprozen (1881)
Textiel
Morris gebruikte zijn behangpatronen ook voor textiel, zoals kussens, bedspreis, stoffering voor meubels en gordijnen. Naast de natuur was Morris ook geïnspireerd door de middeleeuwen. In het begin werden zijn stoffen vooral geborduurd. Morris ontwierp (later samen met zijn dochter) patronen. In zijn bedrijf waren er tientallen handwerkers die de patronen uitvoerden met de hand. Dit was zeer tijdrovend. Na verloop van tijd stapte hij daarom over naar gewoven en gedrukt textiel.
Later maakte hij ook (wand)tapijten en vloerkleden. Deze tapijten en vloerkleden bevatten vaak middeleeuwse scènes. Zo maakte hij wandtapijten gebaseerd op de legende van koning Arthur.
Glas-in-lood en tegels
Ook kerken benaderen Morris voor het maken van glas-in-loodramen. Deze ramen vooral tijdens de middeleeuwen erg populair. Tijdens het Victoriaans tijdperk was er een nieuwe fascinatie voor de middeleeuwen in de architectuur (de neogotiek). Morris maakte de tekeningen voor de ramen. Hiervoor keek hij opnieuw naar de natuur en de middeleeuwen (waaronder Bijbelse scènes en middeleeuwse legendes). Hij maakte de ramen niet zelf, maar wist wel veel af van het proces. Hierdoor werden de ramen ook op traditionele wijze gemaakt. Daarnaast maakte hij designs voor tegels. Hij haalde hiervoor onder andere inspiratie uit het Delfts blauw.
Glas-in-lood gebaseerd op de legende van Tristan en Isolde
Literatuur
Morris was daarnaast ook nog schrijver en dichter. Hij schreef gedichten, romans, essays en korte verhalen. Morris was vooral geïnteresseerd in klassieke poëzie, zoals Homerus en Vergilius, en middeleeuwse romans. Hij vertaalde dan ook een hoop werken naar het Engels, waaronder IJslandse saga's en het Oudengelse gedicht Beowulf.
Ook in zijn eigen werken keek bij vaak naar volksverhalen, meestal de Germaanse en Noorse mythologie. De bekendste gedichten van Morris zijn The Earthly Paradise, The Life and Death of Jason en Love Is Enough. Later schreef Morris juist veel fantasy-boeken en toekomstromans, zoals The Well at the World's End en The Wood Beyond the World. Zijn bekendste werk, News from Nowhere, gaat over een man die naar een socialistisch Engeland getransporteerd wordt. Deze roman wordt vaak vergeleken met Utopia van Thomas More. J.R.R. Tolkien gebruikte Morris' boeken voor inspiratie.
Morris had een eigen uitgeverij; Kelmscott Press. Hij publiceerde zijn boeken dan ook vaak zelf. Ook experimenteerde hij met kalligrafie. Hij wilde de tekst in zijn boeken mooi vormgeven, waardoor ze meer op middeleeuwse manuscripten leken.
Literaire werken
Fictie
- The Hollow Land (1856)
- The Defence of Guenevere, and other Poems (1858)
- The Life and Death of Jason (1867)
- The Earthly Paradise (1868–1870)
- A Book of Verse (1870)
- Love is Enough, or The Freeing of Pharamond: A Morality (1872)
- The Story of Sigurd the Volsung and the Fall of the Niblungs (1877)
- Hopes and Fears For Art (1882)
- The Pilgrims of Hope (1885)
- A Dream of John Ball (1888)
- Signs of Change (1888)
- A Tale of the House of the Wolfings, and All the Kindreds of the Mark Written in Prose and in Verse (1889)
- The Roots of the Mountains (1889)
- News from Nowhere (1890)
- The Story of the Glittering Plain (1891)
- Poems By the Way (1891)
- Socialism: Its Growth and Outcome (1893)
- The Wood Beyond the World (1894)
- Child Christopher and Goldilind the Fair (1895)
- The Well at the World's End (1896)
- The Water of the Wondrous Isles (1897)
- The Sundering Flood (1897)
- A King's Lesson (1901)
- The World of Romance (1906)
- Chants for Socialists (1935)
- Golden Wings and Other Stories (1976)
Non-fictie
- Lectures on Art delivered in support of the Society for the Protection of Ancient Buildings (1882)
- Architecture and History & Westminster Abbey (1900)
- Communism: a lecture London (1903)
Vertalingen
- Grettis Saga: The Story of Grettir the Strong with Eiríkur Magnússon (1869)
- The Story of Gunnlaug the Worm-tongue and Raven the Skald with Eiríkur Magnússon (1869)
- The Völsunga Saga: The Story of the Volsungs and Niblungs, with Certain Songs from the Elder Edda with Eiríkur Magnússon (1870)
- Three Northern Love Stories, and Other Tales with Eiríkur Magnússon (1875)
- The Aeneids of Virgil Done into English (1876)
- The Odyssey of Homer Done into English Verse (1887)
- Of King Florus and the Fair Jehane (1893)
- The Tale of Beowulf Done out of the Old English Tongue (1895)
- Old French Romances Done into English (1896)
Video's
Bronnen
- (en) Het artikel op Wikipedia
- (en) Onbekend (z.d.) "About the Man". William Morris Society. Gelezen op 7 oktober 2024.
- (en) Onbekend (z.d.) "A Voice Crying in the Wilderness: William Morris As Socialist". University of Maryland. Gelezen op 7 oktober 2024.
- (en) Onbekend (z.d.) "Introducing William Morris". Victoria and Albert Museum. Gelezen op 7 oktober 2024.
- (en) Onbekend (z.d.) "William Morris and historical design". Victoria and Albert Museum. Gelezen op 4 oktober 2024.
- (en) Onbekend (z.d.) "William Morris textile designs". Wikipedia. Gelezen op 4 oktober 2024.
- (en) Onbekend (z.d.) "William Morris wallpaper designs". Wikipedia. Gelezen op 3 oktober 2024.