Orgel: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
(Enkele aanvullingen)
Regel 1: Regel 1:
 
[[Bestand:orgel.jpg|thumb|right|220px]]
 
[[Bestand:orgel.jpg|thumb|right|220px]]
Het '''orgel''' is het grootste instrument wat er bestaat. <br />
+
Het '''orgel''' is het grootste [[muziekinstrument]] wat er bestaat. Het pijporgel of kerkorgel is een muziekinstrument dat geluid produceert door het aandrijven van perslucht (zogenaamde wind) door de orgelpijpen gekozen door middel van een toetsenbord. Omdat elke pijp een eigen toonhoogte geeft, worden de buizen geplaatst in sets (rijen ) die elk een gemeenschappelijk timbre en volume hebben. De meeste orgels hebben vele rijen pijpen met verschillende klankkleur, toonhoogte en volume die de speler afzonderlijk of in combinatie kan gebruiken door middel van regelaars die ''registers'' worden genoemd. Deze uitschuifknoppen bevinden zich vaak aan beide zijden van het toetsenbord. Bij modernere orgels zijn dat elektronische schakelaars.<br />Het pijporgel wordt vooral gebruikt in de [[kerk]]. Er zijn naast pijporgels ook andere orgels, zoals:
Het wordt vooral gebruikt in de [[kerk]]. Er zijn elektrische orgels en [[pijporgel]]s.<br />
+
* Theaterorgels (zie ook [[theatermuziek]])
Bij een elektrisch orgel druk je op een toets en het geluid wordt geproduceerd door een luidspreker. Bij een pijporgel gaat dat anders. Je drukt op een toets en er gaat een klepje open waar lucht doorheen geblazen wordt die lucht stroomt in de pijp en zo komt er geluid uit. Het orgel is een soort grote panfluit.
+
* Elektrische orgels. Bij een elektrisch orgel druk je op een toets en het geluid wordt geproduceerd door een luidspreker
 +
* [[Draaiorgel|Draaiorgels]]
 +
Een pijporgel heeft een of meer toetsenborden of klavieren (manuals genoemd) die door de handen worden bespeeld en een pedaalklavier dat door de voeten wordt bespeeld. Als je bij een pijporgel op een toets drukt, dan gaat een klepje open waar lucht doorheen geblazen wordt. Die lucht stroomt langs een lip in de pijp en zo komt er geluid uit. Het orgel is een soort grote panfluit. Het orgel is al heel erg oud. Rond 250 voor Christus vond Ktesibios uit Alexandrië (285-228 v.Chr.) het eerste soort orgel uit, de ''hydraulos''. Letterlijk betekent dit Griekse woord 'waterpijp' of 'waterfluit'. Het was een soort luchtorgel.
  
Het orgel is al heel erg oud. Rond 250 voor Christus vond Ktesibios uit Alexandrië (285-228 v.Chr.) het eerste soort orgel uit, de ''hydraulos''. Letterlijk betekent dit Griekse woord 'waterpijp' of 'waterfluit'. Het was een soort luchtorgel.
+
==Registers==
 +
Bij een orgel heb je ook registers (stopmechanismen). Hoe meer registers je opentrekt, hoe meer geluid er komt. Hoe werkt dat nou allemaal precies? Als je één register open hebt en je drukt bijvoorbeeld een C-toets in, stroomt er lucht door één C-pijpje. Doe je twee registers open en je drukt dan op een C, dan gaat er lucht door twee soorten C-pijpjes. Als je een register opentrekt kan er lucht in een andere serie pijpen komen en komt er dus meer geluid. Als je bij een orgel bent zie je bij de registerknoppen als eerste een woord. Dat woord geeft aan wat voor register het is, bijvoorbeeld fluit, prestant, subbas, fagot en bazuin. Dat geeft ook de klankkleur aan, dus of het een hard of een zacht geluid is. Eronder staat bijvoorbeeld 4 vt. Dat betekent vier voet. Een voet is een oude maat. En orgels werden zelfs in het boek Genesis van de Bijbel al genoemd. Daar staat dat Jubal een orgelbouwer was. Één voet is 30 centimeter. 4 Voet is dus 1,20 meter. De langste pijp heeft de laagste toon, de kortste de hoogste. De langste pijp van heel de wereld is 64 voet lang. Dat is dus 64 x 30 = 19,20 meter. Een hele lengte! Daarom is een orgel ook zo groot. Met een orgel kun je vrijwel alle mechanische (zonder [[elektriciteit]]) [[instrumenten]] nabootsen, zelfs een harp kan nagebootst worden. Omdat een orgel in de oertijd al bestond zijn er ook oerinstrumenten bij; bijvoorbeeld woudfluit, schalmei en klaroen. Het grootste orgel van Nederland staat in de Laurenskerk in Rotterdam.
  
==Registers==
+
== Pijpen ==
Bij een orgel heb je ook registers. Hoe meer registers je opentrekt, hoe meer geluid er komt. Hoe werkt dat nou allemaal precies? Als je één register open hebt en je drukt bijvoorbeeld een C in, stroomt er lucht door één C-pijpje. Doe je twee registers open en je drukt dan op een C, dan gaat er lucht door twee C-pijpjes. Als je een register opentrekt kan er lucht in een andere serie pijpen komen en komt er dus meer geluid. Als je bij een orgel bent zie je bij de registerknoppen als eerste een woord. Dat woord geeft aan wat voor register het is, bijvoorbeeld fluit, prestant, subbas, fagot en bazuin. Dat geeft ook de klankkleur aan, dus of het een hard of een zacht geluid is. Eronder staat bijvoorbeeld 4 vt. Dat betekent vier voet. Een voet is een oude maat. En orgels werden zelfs in het boek Genesis van de Bijbel al genoemd. Daar staat dat Jubal een orgelbouwer was. Één voet is 30 centimeter. 4 Voet is dus 1,20 meter. De langste pijp heeft de laagste toon, de kortste de hoogste. De langste pijp van heel de wereld is 64 voet lang. Dat is dus 64 x 30 = 19,20 meter. Een hele lengte! Daarom is een orgel ook zo groot. Met een orgel kun je vrijwel alle mechanische (zonder [[elektriciteit]]) [[instrumenten]] nabootsen, zelfs een harp kan nagebootst worden. Omdat een orgel in de oertijd al bestond zijn er ook oerinstrumenten bij; bijvoorbeeld woudfluit, schalmei en klaroen. Het grootste orgel van Nederland staat in de Laurenskerk in Rotterdam.
+
Orgelpijpen zijn gemaakt van hout of metaal en produceren geluid wanneer lucht onder druk ("wind") erdoorheen wordt geleid. Omdat één pijp maar een enkele toonhoogte maakt, zijn er meerdere pijpen nodig om de toonladder te kunnen maken. Hoe groter de lengte van de buis, hoe lager het geluid zal zijn. De klankkleur en het volume van het geluid gemaakt door een pijp hangt af van het luchtvolume (hoeveelheid lucht) dat aan de pijp wordt geleverd en de manier waarop deze is geconstrueerd. Daarom kan het volume van een pijp tijdens het spelen niet gemakkelijk worden gewijzigd.
 +
 
 +
Orgelpijpen zijn onderverdeeld in grote pijpen en tong- of rietpijpen. Grote metalen pijpen maken geluid wanneer de lucht door een fipple (zeg maar een mondstuk) te persen, zoals die van een [[blokfluit]]. Rietpijpen maken geluid via een trillend riet, zoals dat van een [[klarinet]] of [[saxofoon]].
  
=====Link=====
+
Pijpen zijn gerangschikt op timbre (warmte of schelheid van het geluid) en toonhoogte in rangen (groepen). Een rang is een set pijpen van hetzelfde timbre maar met meerdere toonhoogtes (één voor elke noot op het toetsenbord), die (meestal verticaal) op een windlade zijn gemonteerd. Het stopmechanisme (register) laat lucht toe naar elke rang. Om een ​​bepaalde pijp te laten klinken, moet de stop die de rangschikking van de pijp bepaalt, zijn ingeschakeld en moet de toets die overeenkomt met de toonhoogte worden ingedrukt.
[http://historiek.net/korte-geschiedenis-van-het-orgel/65741/ Korte geschiedenis van het orgel]
 
  
 +
== Lucht of wind ==
 +
[[Bestand:Detall orgue 7.JPG|miniatuur|222x222px|Voorbeeld van een blaasbalg]]
 +
Elk pijporgel heeft lucht nodig om te kunnen spelen. Het windsysteem bestaat uit de onderdelen die wind produceren, opslaan en leveren aan de pijpen. Vroeger was voor het bespelen van het orgel vóór de uitvinding van motoren ten minste één persoon nodig om de balg te bedienen. Op een signaal van de organist zou een ''calcant'' een balg bedienen die het orgel van wind voorzag. Omdat calcants duur waren, oefenden organisten gewoonlijk op andere instrumenten zoals het clavichord of klavecimbel. Tegen het midden van de 19e eeuw werden balgen ook aangedreven door watermotoren, stoommachines of benzinemotoren. Vanaf de jaren 1860 werden de balgen geleidelijk vervangen door roterende turbines (pompen) die later rechtstreeks op elektrische motoren werden aangesloten. Hierdoor konden organisten regelmatig op het orgel oefenen. De meeste orgels, zowel nieuw als historisch, hebben elektrische blazers, hoewel sommige nog met de hand te bedienen zijn. De aangevoerde wind wordt opgeslagen in een of meer regelaars om een ​​constante druk in de windladen te handhaven totdat deze door de actie in de leidingen kan stromen. Een windlade is een soort buffer (voorraad) van lucht die je kunt vergelijken met de zak van een [[doedelzak]], maar dan natuurlijk veel groter.
 +
* [http://historiek.net/korte-geschiedenis-van-het-orgel/65741/ Korte geschiedenis van het orgel]
 
[[Categorie:Muziekinstrumenten]]
 
[[Categorie:Muziekinstrumenten]]

Versie van 8 mrt 2021 17:47

Orgel.jpg

Het orgel is het grootste muziekinstrument wat er bestaat. Het pijporgel of kerkorgel is een muziekinstrument dat geluid produceert door het aandrijven van perslucht (zogenaamde wind) door de orgelpijpen gekozen door middel van een toetsenbord. Omdat elke pijp een eigen toonhoogte geeft, worden de buizen geplaatst in sets (rijen ) die elk een gemeenschappelijk timbre en volume hebben. De meeste orgels hebben vele rijen pijpen met verschillende klankkleur, toonhoogte en volume die de speler afzonderlijk of in combinatie kan gebruiken door middel van regelaars die registers worden genoemd. Deze uitschuifknoppen bevinden zich vaak aan beide zijden van het toetsenbord. Bij modernere orgels zijn dat elektronische schakelaars.
Het pijporgel wordt vooral gebruikt in de kerk. Er zijn naast pijporgels ook andere orgels, zoals:

  • Theaterorgels (zie ook theatermuziek)
  • Elektrische orgels. Bij een elektrisch orgel druk je op een toets en het geluid wordt geproduceerd door een luidspreker
  • Draaiorgels

Een pijporgel heeft een of meer toetsenborden of klavieren (manuals genoemd) die door de handen worden bespeeld en een pedaalklavier dat door de voeten wordt bespeeld. Als je bij een pijporgel op een toets drukt, dan gaat een klepje open waar lucht doorheen geblazen wordt. Die lucht stroomt langs een lip in de pijp en zo komt er geluid uit. Het orgel is een soort grote panfluit. Het orgel is al heel erg oud. Rond 250 voor Christus vond Ktesibios uit Alexandrië (285-228 v.Chr.) het eerste soort orgel uit, de hydraulos. Letterlijk betekent dit Griekse woord 'waterpijp' of 'waterfluit'. Het was een soort luchtorgel.

Registers

Bij een orgel heb je ook registers (stopmechanismen). Hoe meer registers je opentrekt, hoe meer geluid er komt. Hoe werkt dat nou allemaal precies? Als je één register open hebt en je drukt bijvoorbeeld een C-toets in, stroomt er lucht door één C-pijpje. Doe je twee registers open en je drukt dan op een C, dan gaat er lucht door twee soorten C-pijpjes. Als je een register opentrekt kan er lucht in een andere serie pijpen komen en komt er dus meer geluid. Als je bij een orgel bent zie je bij de registerknoppen als eerste een woord. Dat woord geeft aan wat voor register het is, bijvoorbeeld fluit, prestant, subbas, fagot en bazuin. Dat geeft ook de klankkleur aan, dus of het een hard of een zacht geluid is. Eronder staat bijvoorbeeld 4 vt. Dat betekent vier voet. Een voet is een oude maat. En orgels werden zelfs in het boek Genesis van de Bijbel al genoemd. Daar staat dat Jubal een orgelbouwer was. Één voet is 30 centimeter. 4 Voet is dus 1,20 meter. De langste pijp heeft de laagste toon, de kortste de hoogste. De langste pijp van heel de wereld is 64 voet lang. Dat is dus 64 x 30 = 19,20 meter. Een hele lengte! Daarom is een orgel ook zo groot. Met een orgel kun je vrijwel alle mechanische (zonder elektriciteit) instrumenten nabootsen, zelfs een harp kan nagebootst worden. Omdat een orgel in de oertijd al bestond zijn er ook oerinstrumenten bij; bijvoorbeeld woudfluit, schalmei en klaroen. Het grootste orgel van Nederland staat in de Laurenskerk in Rotterdam.

Pijpen

Orgelpijpen zijn gemaakt van hout of metaal en produceren geluid wanneer lucht onder druk ("wind") erdoorheen wordt geleid. Omdat één pijp maar een enkele toonhoogte maakt, zijn er meerdere pijpen nodig om de toonladder te kunnen maken. Hoe groter de lengte van de buis, hoe lager het geluid zal zijn. De klankkleur en het volume van het geluid gemaakt door een pijp hangt af van het luchtvolume (hoeveelheid lucht) dat aan de pijp wordt geleverd en de manier waarop deze is geconstrueerd. Daarom kan het volume van een pijp tijdens het spelen niet gemakkelijk worden gewijzigd.

Orgelpijpen zijn onderverdeeld in grote pijpen en tong- of rietpijpen. Grote metalen pijpen maken geluid wanneer de lucht door een fipple (zeg maar een mondstuk) te persen, zoals die van een blokfluit. Rietpijpen maken geluid via een trillend riet, zoals dat van een klarinet of saxofoon.

Pijpen zijn gerangschikt op timbre (warmte of schelheid van het geluid) en toonhoogte in rangen (groepen). Een rang is een set pijpen van hetzelfde timbre maar met meerdere toonhoogtes (één voor elke noot op het toetsenbord), die (meestal verticaal) op een windlade zijn gemonteerd. Het stopmechanisme (register) laat lucht toe naar elke rang. Om een ​​bepaalde pijp te laten klinken, moet de stop die de rangschikking van de pijp bepaalt, zijn ingeschakeld en moet de toets die overeenkomt met de toonhoogte worden ingedrukt.

Lucht of wind

Voorbeeld van een blaasbalg

Elk pijporgel heeft lucht nodig om te kunnen spelen. Het windsysteem bestaat uit de onderdelen die wind produceren, opslaan en leveren aan de pijpen. Vroeger was voor het bespelen van het orgel vóór de uitvinding van motoren ten minste één persoon nodig om de balg te bedienen. Op een signaal van de organist zou een calcant een balg bedienen die het orgel van wind voorzag. Omdat calcants duur waren, oefenden organisten gewoonlijk op andere instrumenten zoals het clavichord of klavecimbel. Tegen het midden van de 19e eeuw werden balgen ook aangedreven door watermotoren, stoommachines of benzinemotoren. Vanaf de jaren 1860 werden de balgen geleidelijk vervangen door roterende turbines (pompen) die later rechtstreeks op elektrische motoren werden aangesloten. Hierdoor konden organisten regelmatig op het orgel oefenen. De meeste orgels, zowel nieuw als historisch, hebben elektrische blazers, hoewel sommige nog met de hand te bedienen zijn. De aangevoerde wind wordt opgeslagen in een of meer regelaars om een ​​constante druk in de windladen te handhaven totdat deze door de actie in de leidingen kan stromen. Een windlade is een soort buffer (voorraad) van lucht die je kunt vergelijken met de zak van een doedelzak, maar dan natuurlijk veel groter.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Orgel&oldid=657803"