The Raven
The Raven (Engels voor De Raaf) is een beroemd gedicht van de Amerikaanse schrijver Edgar Allan Poe. Het gedicht verscheen voor de eerste keer in de New York Evening Mirror op 29 januari 1845. Het gedicht groeide uit tot een van de bekendste werken van Poe. Net als de meeste werken van Poe valt dit gedicht onder het genre horror. Het gedicht is verschillende keren uitgegeven in bundels, voorzien van afbeeldingen en er zijn talloze parodieën van. The Raven staat bekend om zijn ritme, dat het haast als muziek doet klinken. Het maakt gebruik van verwijzingen naar de mythologie en het bovennatuurlijke, maar ook angst speelt een rol in het gedicht.
Het gedicht gaat over een man, die in het midden van de nacht in zijn kamer aan het lezen is. De man is erg verdrietig, aangezien hij de liefde van zijn leven (Lenore) verloren is. Op een gegeven moment wordt er op de kamerdeur geklopt, waarna onthuld wordt dat er niets behalve duisternis aan de andere kant is. Hierna wordt er op het raam geklopt en vliegt er een raaf naar binnen. De raaf gaat op een beeld van Pallas Athena boven de deur zitten en blijft daar zitten. De man stelt de vogel steeds vragen, waarna de vogel ze beantwoordt met Nevermore (Nooit meer). Het herhalen van deze reactie zorgt ervoor dat de man afdwaalt en aan het einde van het gedicht in waanzin wegzinkt, terwijl de vogel nog altijd boven de deur zit.
Samenvatting
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal. Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt! |
In het midden van de nacht is een man aan het lezen in boeken over vergeten volksverhalen. Terwijl hij bezig was met zijn studie hoort hij opeens een geklop op de deur van zijn kamer. De man doet dit af alsof er een bezoeker is, maar besluit de deur niet open te doen. Het geklop zorgt namelijk voor een bepaalde angst. In plaats daarvan dwalen zijn gedachten af en de man denkt aan zijn verloren liefde, een vrouw genaamd Lenore. Het is onduidelijk wat er met Lenore gebeurd is, maar het feit dat zij er niet is zorgt voor angst bij de man. De man schrikt vervolgens van een gordijn dat beweegt, maar probeert zich kalm te houden. Hij besluit de deur te openen, terwijl hij zich verontschuldigt dat het zo lang duurde. De man komt er echter achter dat er niemand achter de deur is, alleen duisternis. Hierna kijkt de man de duisternis in en wordt bang. Als hij "Lenore" fluistert, hoort hij dit terug.
Terwijl zich omkeert, hoort hij iets op het raam kloppen, harder dan de vorige keer. De man denkt dat het de wind is, maar het raam vliegt open en een raaf komt binnen. Deze raaf gaat vervolgens op de buste van de Griekse godin Pallas Athena boven zijn deur zitten. De man zegt tegen de raaf dat hij geschrokken was en komt bij. Hij schrikt echter opnieuw als de raaf zegt Nevermore (Nooit meer). De man stelt hierna de raaf nog meer vragen, waarop de raaf steeds hetzelfde antwoord geeft. Hierdoor wordt hij moedelozer, angstiger en ook bozer. Hij dwingt de raaf de kamer te verlaten, maar de raaf zegt opnieuw "Nevermore". De man neemt aan dat de raaf de kamer nooit meer gaat verlaten. In de laatste strofe vertelt de man dat zijn ziel op de grond ligt in de schaduw van de raaf, die nog altijd op de buste boven de deur zit. De man gaat er vanuit dat zijn ziel zich nooit meer zal kunnen verheffen.
Analyse
Personages
In het gedicht komen er drie personages voor:
- De ik-verteller: Het gedicht wordt verteld door een man in de ik-vorm. De lezer krijgt alles mee wat er gebeurt door de ogen van de man. De man geeft ook commentaar, zoals wat hij voelt en wat zijn gedachten zijn. Het is onbekend wie deze man is of hoe oud deze man is. De meeste onderzoekers gaan er vanuit dat het een volwassen man is en dat hij of student of een professor is. Dit komt doordat hij tot diep in de nacht aan het studeren is in boeken van vergeten volksverhalen.
- De raaf: De raaf is de grote tegenstander van de man in het verhaal. Hij vliegt halverwege het verhaal naar binnen en kan enkel het woord Nevermore (nooit meer) zeggen, wat hij herhaalt als antwoord op de vragen van de man. De raaf lijkt geen andere woorden te kunnen zeggen, maar doordat zijn antwoord altijd volgt op een vraag heeft het dier bewustzijn. Dat een raaf kan praten is vrij vreemd, aangezien raven dit normaal niet kunnen. De raaf wordt meestal gezien als een slecht teken, boodschapper van kwaad, de dood of de duivel. De raaf zorgt voor een bepaalde angst bij de man.
- Lenore: Over dit personage wordt gesproken, maar komt zelf niet voor in het verhaal. Lenore is de verloren liefde van de ik-verteller, die nog steeds veel van haar houdt. Het is onduidelijk wat er gebeurd is met Lenore; of ze is gestorven, weggelopen of niet hetzelfde voelt voor de man. Lenore wordt beschreven als engel. Wanneer de man haar beschrijft aan de raaf, antwoordt deze met Nevermore. De man vat dit op dat hij haar nooit meer zal terugzien.
Thema's
In het gedicht komen verschillende thema's terug:
- Verloren liefde: Het verlies van Lenore speelt een grote rol voor de verteller. Haar naam wordt vaak gezien als een soort van hoop. Deze hoop wordt ontnomen wanneer de raaf hem vertelt dat hij Lenore nooit meer terug zou zien. Het resultaat is dat de ziel van de man in de schaduw van de raaf op de vloer zal blijven liggen en nooit meer zal kunnen verrijzen.
- Angst: Het personage ziet verschillende veranderingen in de kamer als een angst. Dit gaat om eenvoudige dingen, zoals geklop of een gordijn dat beweegt. De raaf wordt ook gezien als de vorm van angst. De raaf is immers een symbool van de dood en de onderwereld. Het dier wordt ook beschreven als "afkomstig van Pluto". Pluto is de Romeinse god van de onderwereld. De raaf is daarmee het tegenovergestelde van Lenore.
- Mythologie en volksverhalen: Deze twee genres spelen een belangrijke rol in het verhaal. Aan het begin van het gedicht is de man aan het lezen in een boek met vergeten volksverhalen. Gedurende het gedicht zijn er verschillende verwijzingen naar zowel de Griekse en Romeinse mythologie. Deze worden gemengd met christelijke verhalen. De Romeinse god Pluto kan worden gezien als een duivel. Raven komen in veel volksverhalen voor als teken dat er iets slechts gaat gebeuren. De raaf zit op de buste van de Griekse godin Pallas Athena; de godin van de wijsheid. De raaf neemt hierdoor de plaats in van de Uil van Athene, waarmee de godin vaak wordt afgebeeld. Volgens de Griekse mythologie was dit een symbool van wijsheid en kennis. De ik-verteller vraagt daarom zoveel vragen aan de raaf, aangezien hij ervan uitgaat dat de raaf een wijs wezen is. Dit wordt versterkt doordat de raaf kan praten. De man vraagt de raaf of hij Lenore in Eden zou zien. Met Eden bedoelt hij het hof van Eden (het paradijs) of de hemel. Ook zijn er verwijzingen naar de Odyssee van Homerus; een belangrijk werk uit de Griekse oudheid.
Rijm en stijlfiguren
The Raven staat bekend om zijn strikte rijmschema. Dit rijmschema is later door verschillende dichters gebruikt, waaronder de Britse dichteres Elizabeth Barrett Browning. The Raven bestaat uit 18 strofes (of stanza's) van elk zes regels (sextetten). De vijfde regel is een stuk langer dan de vorige versregels. Het rijmschema dat gebruikt wordt is A-B-C-B-B. In de eerste en derde regel is er sprake van binnenrijm. Deze zinnen kun je in twee delen opdelen, die op elkaar rijmen. In het voorbeeld hieronder zie je dit in de eerste zin bij dreary en weary en in de derde zin bij napping en tapping. Aan het einde van de vijfde regel is er ook sprake van binnenrijm tussen door en more. In alle andere versregels komt deze binnenrijm op precies dezelfde plaatsen voor.
Daarnaast is er sprake van alliteratie, dit is rijm op de eerste letter(s) van woorden. In het citaat hierboven komt dit voor bij weak en weary (regel 1), quaint en curious (regel 2) en nodded en napping (regel 3). De alliteraties hebben geen vaste plaatsen in andere strofes, maar er komen wel steeds alliteraties voor. Dit brengt samen met de andere rijm een bepaalde melodie of ritme in het gebied.
Andere stijlfiguren die voorkomen in het gedicht zijn de herhaling en het parallellisme. Bepaalde woorden twee keer achter elkaar herhaald. In het voorbeeld hierboven komt voor in regel 4 met het woord rapping. Parallellisme is het herhalen van zinnen of zinsdelen (soms met kleine verschillen). Je zit dit bij rapping at my chamber door (regel 4) en tapping at my chamber door (regel 5). Dit maakt een soort van angstige indruk. Het verhaal wordt verteld door een ik-verteller (de man), die ook angstig is. Daarnaast legt het herhalen ook de nadruk op dingen, waardoor deze dingen een nog enger karakter krijgen.
De vijfde regel is een stuk langer, maar wordt in tweeën gehakt door een gedachtestreepje. Dit gedachtestreepje betekent dat er een pauze is. Hierdoor komt de nadruk gelegd op het einde van de zin (alles na het streepje). Doordat dit gedeelte korter is dan de andere zinnen, wordt more langer uitgesproken. In de andere strofes wordt more vervangen door Lenore of nevermore. Nevermore en Lenore worden daardoor ook langer uitgesproken, waardoor er veel nadruk opkomt te leggen.
Verwijzingen
Doordat The Raven een vrij bekend gedicht is hebben verschillende mensen het gebruikt als parodie of adaptatie voor televisie, film en in boeken. In de boeken Insomia (1994) en Black House (2001) van Stephen King komen telkens raven voor, die symbool staan voor iets slechts. Ook verschillende strips hebben The Raven gebruikt, zoals Donald Duck. Van het gedicht is verschillende keren een gedicht gemaakt. Voor de film worden meestal de gaten in het gedicht opgevuld en wordt het verhaal uitgebreid. The Raven was verfilmd in 1915, 1935, 1963 en 2012. In de film The Crow (1994) is een verwijzing naar de het gedicht, net als in Dr. Dolittle 2 (2001). De Amerikaanse regisseur Tim Burton gebruikte de melodie van het gedicht als inspiratie voor zijn korte film Vincent uit 1982. Deze film gaat over een jongen genaamd Vincent, die zot is op horror, terwijl de verteller (horroracteur Vincent Price) over het personage vertelt op de melodie en met hetzelfde rijmschema als The Raven.
In een aflevering van The Simpsons uit 1990 leest Lisa het gedicht voor aan Bart. Vervolgens schakelt het filmpje over naar The Raven met Simpsons-personages. In dit filmpje wordt de man gespeeld door Homer, Lenore door Marg en de raaf door Bart. Het gedicht wordt voorgedragen door James Earl Jones, met de personages die slechts wat citaten geven. Bart onderbreekt het gedicht steeds voor commentaar. In een aflevering van The Addams Family uit 1962 leest Morticia het gedicht voor als slaapliedje aan haar zoon.