Stenen gebouw
Een stenen gebouw kun je zien als een bouwwerk gemaakt van steen, gemaakt door de mens. De vroegste stenen gebouwen ontstonden in het Prekeramisch neolithicum, waarbij gebruik werd gemaakt van natuursteen, vooral grote stenen (megalieten) zoals ook bij de latere hunebedden en Stonehenge. Welke technologie men daarvoor gebruikte om die enorme stenen te verplaatsen en op elkaar te krijgen is niet helemaal zeker.
Archeologen denken dat voor het verplaatsen, boomstammen als een soort rollagers werden gebruikt en dat men de stenen met touwen kon vooruit trekken. Ook werd de grond afgevlakt of juist als een hellingbaan aangelegd om de stenen overheen te rollen.
Ook de piramiden zijn bouwwerken van natuursteen, waarbij de natuursteen blokken in een bepaalde vorm zijn gehakt. In Mesopotamië kenden ze ook een soort piramiden, de ziggoerats. Mogelijk is de toren van Babel ook zo'n bouwwerk geweest.
In de Vruchtbare Halve Maan ontstonden nederzettingen waarvan de huizen bestonden uit ronde, half onder de grond liggende stenen funderingen en gepolijste vloeren van gebrande kalk (soort cement) en klei, gekleurd met rode oker. Soms waren de huizen achthoekig van vorm. Het gedeelte er bovenop was gemaakt met zogeheten zonsteen of leemsteen, ongebakken in de zon gedroogde tegels van leem. In die droge omgeving is dat nauwelijks een probleem, want dergelijke stenen kunnen weer zacht worden als ze vochtig of nat werden.
De haardsteden (vuurplaats) waren klein en bedekt met keien. Voor het koken werden hete stenen gebruikt, zodat de huizen vol lagen met door de hitte gebarsten keien.
De nederzettingen waren veel groter dan die van het voorafgaande Natufien periode en er zijn sporen van gemeenschappelijke gebouwen gevonden, zoals de beroemde toren van Jericho, die samen met de stenen muur rond Jericho rond 8000 v.Chr. is gebouwd.
De latere huizen in de Hussana cultuur (Keramisch neolithicum) hadden muren van gestapelde zon- of leemstenen, bedekt met een rieten dak.
In de oud-Griekse en Romeinse cultuur combineerde men gehakt of gezaagd natuursteen met gebakken steen die op een kunstige manier gestapeld en ook wel gelijmd (gemetseld) werd. Het ontstaan en gebruik van de rondboog om een opening in de muur te maken voor een raam of deur was een enorme stap vooruit. Men gebruikte deze constructie ook in gewelven. Het Colosseum in Rome is daar een mooi voorbeeld van.
Tijdens de Keltische periode ontstonden er in Ierland huisjes en weide-afscheidingen van gestapelde stenen.
Vanaf het moment dat men wist dat je klei hard en waterbestendig kon krijgen door het in een vuur te bakken (aardewerk) en deze stenen aan elkaar kon plakken met een soort cement, kon men huizen en gebouwen van baksteen gaan maken zoals we ze nu ook nog kennen.
Beton was al bekend bij de Romeinen en is veel later opnieuw een veelgebruikt steenachtig materiaal.
De bouwvorm of bouwstijl noemen we architectuur.