Middelbare school
Niveaus in het voortgezet onderwijs in Nederland |
---|
Portaal Nederland |
De middelbare school wordt ook wel het voortgezet onderwijs (VO) genoemd. Na de basisschool, waar je ongeveer acht jaar hebt gezeten, ga je verder naar de middelbare school.
Toetsen
In Nederland maakte je tot 2015 op veel scholen in groep 8 een Citotoets. Deze werd van 1970 tot en met 2014 veelvuldig afgenomen in het laatste jaar van de basisschool. Daar kwam een score uit. Het was niet meer zo dat de Citoscore alleen bepaalt naar welk niveau middelbaar onderwijs je moet. Dat wordt mede bepaald door je juf of meester. Het minimale aantal punten dat je kan halen is 500, het maximale 550. Hieronder vind je welke score bij welk advies hoort. Niet elke school gebruikt de Cito-eindtoets, er zijn ook nog: ROUTE 8, De IEP-eindtoets, De Dia-eindtoets en de de AMN-eindtoets. Deze toetsen werken met andere scores dan dan de Citotoets. De Eindtoets Basisonderwijs verving in 2015 die voorheen gangbare, maar niet verplichte Cito-toets.
In 2022-2023 werd de toets voor het laatst afgenomen. Sinds 2024 maken leerlingen in groep 8 de doorstroomtoets. Deze toets vindt eerder in het jaar plaats, namelijk in februari en niet langer in april.
Score (501 - 550) | Advies |
---|---|
501 - 522 | Basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b) |
522 - 527 | Basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b) of kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-kl) |
527 - 528 | Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-kl) |
528 - 532 | Gemengde leerweg (vmbo-gl) |
532 - 535 | Theoretische leerweg (vmbo-tl of mavo) |
535 - 536 | Theoretische leerweg (vmbo-tl of mavo) of havo |
536 - 541 | havo |
541 - 545 | havo of vwo |
545 - 550 | vwo (atheneum, gymnasium of tweetalig vwo) |
De schoolkeuze
In Nederland zijn er verschillende vormen van het voortgezet onderwijs. Het VMBO onderverdeeld in het Basis, Kader, gemengde leerwerg en het VMBO-T (ook wel MAVO genoemd), de HAVO en het VWO. Het VWO is weer onderverdeeld in het atheneum en gymnasium. Als je in groep 7 en 8 zit kan je gaan kijken op open dagen bij middelbare scholen die bij jouw niveau aansluiten. Die open dagen vinden meestal in februari plaats. In groep 8 maak je dan je beslissing naar welke school je het erop volgende jaar gaat.
Raden
Sommige middelbare scholen hebben een leerlingenraad. Daarnaast is er ook vaak een ouderraad. De meeste middelbare scholen hebben een medezeggenschapsraad (MR) waar leerkrachten, ouders en ook leerlingen in kunnen plaatsnemen om hun groep te vertegenwoordigen. De MR is een belangrijk adviesorgaan en instemmingsorgaan als het gaat om belangrijke veranderingen binnen de school.
Nederlandse schoolsysteem
In Nederland ga je van 4 jaar tot ongeveer 12 jaar naar de basisschool. Na de basisschool stroom je door naar de middelbare school. Je begint in de 1e klas, ook wel de brugklas genoemd. In Nederland kan je dan naar het praktijkonderwijs het VMBO, HAVO of VWO. Ook bestaat er in Nederland het speciaal onderwijs. Dat is een onderwijssoort voor leerlingen met een leerbeperking.
Praktijkonderwijs
De Praktijkonderwijs (PRO) zorgt ervoor dat kinderen zo goed mogelijk in de maatschappij kunnen functioneren (leven), elke leerling daar volgt een eigen leerplan. De naam zegt het al. Het is een praktijkgerichte opleiding, waarbij het werken met de handen voorop staat. Meestal duurt de opleiding 5 jaar. Na het praktijkonderwijs kan je gaan werken of doorstromen naar het mbo.
Het VMBO
Het Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) is een verzamelnaam van: basis, kader, gemengde leerweg (GL) en VMBO-T, ook wel MAVO genoemd. Het VMBO duurt 4 jaar. De 1e en 2e klas is de onderbouw. De 3e en 4e klas zijn de bovenbouw. In de bovenbouw kies je een richting en kies je welke vakken je wil. Als je VMBO-T of MAVO doet kan je kiezen tussen 4 profielen. Een profiel is een aantal vakken dat je volgt in de bovenbouw van de middelbare school, je hoeft dus niet in alle vakken eindexamen te doen, alleen de vakken die je hebt gekozen met je profiel:
- Sector Techniek
- Sector Zorg en Welzijn
- Sector Economie
- Sector Landbouw (niet iedere VMBO school biedt dit aan)
Als je basis, kader of GL doet, kun je kiezen tussen 10 profielen:
- Bouwen, wonen en interieur;
- Produceren, installeren en energie;
- Mobiliteit en transport;
- Media, vormgeving en ICT;
- Maritiem en techniek;
- Zorg en welzijn;
- Economie en ondernemen;
- Horeca, bakkerij en recreatie;
- Groen;
- Dienstverlening en producten.
Na het VMBO kun je doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Als je VMBO-t of MAVO hebt gedaan kun je ook doorstromen naar de HAVO.
De HAVO
De HAVO (Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs) duurt 5 jaar. De 1e, 2e en 3e klas vormen de onderbouw en de 4e en 5e klas de bovenbouw. In de bovenbouw kies je ook een vakkenpakket of een profiel. Je kan kiezen tussen:
- Natuur en Techniek (N&T)
- Natuur en Gezondheid (N&G)
- Economie en Maatschapij (E&M)
- Cultuur en Maatschappij (C&M)
Welke vakken er bij deze profielen worden gegeven verschilt per school, maar deze vakken zijn verplicht:
Natuur en techniek
- Wiskunde B;
- Natuurkunde;
- Scheikunde.
Natuur en gezondheid
- Wiskunde A of B;
- Biologie;
- Scheikunde.
Economie en maatschappij
- Wiskunde A of B;
- Economie;
- Geschiedenis.
Cultuur en maatschappij
- Geschiedenis;
- Moderne vreemde taal
Na de HAVO kun je doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs (HBO) of naar het VWO.
het VWO
Het VWO (Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs) bestaat uit het atheneum en gymnasium. Het is bijna hetzelfde, maar bij het gymnasium krijg je ook nog les in Grieks en Latijn. Het VWO duurt 6 jaar. Klas 1, 2 en 3 vormen de onderbouw en de bovenbouw is klas 4, 5 en 6. Ook op het VWO kies je een vakkenpakket of profiel. Die profielen zijn bijna hetzelfde als bij de HAVO, maar er zijn wel een paar verschillen. Je kunt kiezen uit:
- Natuur en techniek;
- Natuur en gezondheid;
- Economie en maatschappij;
- Cultuur en maatschappij.
Welke vakken er bij deze profielen worden gegeven verschilt per school, maar deze vakken zijn verplicht:
Natuur en techniek
- Wiskunde B;
- Natuurkunde;
- Scheikunde.
Natuur en gezondheid
- Wiskunde A of B;
- Biologie;
- Scheikunde.
Economie en maatschappij
- Wiskunde A of B;
- Economie;
- Geschiedenis.
Cultuur en maatschappij
- Wiskunde C of A;
- Geschiedenis.
Na het VWO kun je doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs (HBO), het wetenschappelijk onderwijs of de universiteit (samen het Hoger onderwijs).
Versneld en verrijkt VWO
Sinds 2015 zijn er een paar scholen die versneld en verrijkt VWO aan zeer slimme leerlingen aanbieden. Versneld VWO houdt in dat de studie maar 5 jaar duurt, even lang als HAVO dus. Bij verrijkt VWO krijgen leerlingen al voor de 4e klas profielvakken.
Speciaal onderwijs
In Nederland heb je speciaal onderwijs, dat is voor mensen die niet naar een "gewone" school kunnen. Er zijn in Nederland 4 clusters.
- Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen;
- Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal spraakontwikkelingsstoornis;
- Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch);
- Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Leerlingen kunnen op het speciaal onderwijs blijven tot en met het schooljaar dat ze 20 worden. Vaak kan je ook gewoon VMBO, HAVO of VWO doen op het speciaal onderwijs (met name in cluster 1 en 2).
Middelbaar onderwijs in Vlaanderen
In Vlaanderen is de middelbare school iets anders ingericht. Er zijn 4 onderwijsrichtingen in het Vlaamse middelbaar onderwijs.
Algemeen Secundair Onderwijs - ASO
Het algemeen secundair onderwijs - ASO is het best vergelijkbaar met het Nederlandse VWO.
Het ASO heeft 3 graden: de eerste graad (de observatiegraad), de tweede (de oriëntatiegraad) en derde graad (de determinatiegraad). Een graad bestaat uit twee leerjaren.
Technisch Secundair Onderwijs - TSO
Het technisch secundair onderwijs - TSO is een onderwijsvorm in Vlaanderen die meer een technische opleiding is, wat wil zeggen dat er veel techniek aan te pas komt. Je hebt drie types die je kan volgen in het TSO:
- Eerder theoretische opleidingen. Hiermee kan je verder gaan in het hoger onderwijs. Enkele voorbeelden zijn industriële wetenschappen, handel en techniek-wetenschappen.
- Meer praktijkgerichte opleidingen. Zij bereiden je zo voor dat je daarna direct aan de slag kan gaan bij een baas of als zelfstandiger. Een voorbeeld is in het hotel.
- Opleidingen waardoor je zowel verder kan studeren als onmiddellijk aan de slag gaan, zoals elektromechanica.
Beroepsgericht Secundair Onderwijs - BSO
Het beroepsgericht secundair onderwijs - BSO is vooral een praktische onderwijsvorm. Na het BSO kun je direct gaan werken: je wordt immers voorbereid op een bepaald beroep. Je kan het het best vergelijken met het Nederlandse VMBO.
Theoretische vakken, zoals Nederlands, worden vaak niet als apart vak gegeven maar als een soort van project. Dit heet PAV (project algemene vakken).
In de eerste graad (twee leerjaren) leer je meestal verschillende "beroepenvelden" kennen. In de tweede graad kies je een studierichting. Als je na het zesde jaar nog een zevende jaar wilt volgen, een specialisatiejaar, dan krijg je ook een diploma secundair onderwijs. Hiermee kun je ook naar het hoger onderwijs.
Als je school en werk wilt combineren, kun je vanaf je 15de overstappen naar het deeltijds beroepsgericht secundair onderwijs (dbso).
Kunstgericht Secundair Onderwijs - KSO
Het kunstgericht secundair onderwijs - KSO combineert theorie en praktijk van kunstvakken (atelier of muziekinstrument) met algemeen vormende vakken zoals talen en wetenschappen. Deze combinatie biedt jongeren de kans om te kiezen voor kunst zonder andere opties van hoger onderwijs uit te sluiten. je kan kiezen tussen 3 verschillende stromingen:
- Ballet, waaronder
- Klassiek Ballet
- Modern ballet
De Koninklijke Balletschool Antwerpen is de enige secundaire school die klassiek ballet aanbiedt. Modern ballet wordt niet aangeboden op kso-niveau.
- Beeldende kunsten, waaronder
- Artistieke opleiding
- Audiovisuele vorming met specialisatiejaar audiovisuele vormgeving
- Beeldende en architecturale kunsten, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
- Architecturale en binnenhuiskunst
- Industriële kunst
- Toegepaste beeldende kunst
- Vrije beeldende kunst
- Beeldende en architecturale vorming, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
- Architecturale vorming met specialisatiejaar
- Beeldende vorming
Naast deze studierichtingen voor de tweede en derde graad bestaat er ook een zevende jaar bijzondere beeldende vorming en een specialisatiejaar architecturale vorming, audiovisuele, industriële, ruimtelijke of grafische vormgeving.
- Podiumkunsten, waaronder
- Muziek
- Woordkunstdrama
- Dans