Kubisme
Het kubisme is een avant-garde kunstbeweging uit het begin van de 20e eeuw die een revolutie in gang zette in de Europese schilderkunst en beeldhouwkunst en die soortgelijke stromingen in de muziek, literatuur en de architectuur inspireerde.
Inleiding
In kubistische kunstwerken worden voorwerpen bestudeerd, als het ware opgebroken en opnieuw in elkaar gezet in een geabstraheerde vorm. In plaats van een na te schilderen voorwerp vanuit een enkel gezichtspunt af te beelden, beeldt de kunstenaar het onderwerp af vanuit meerdere gezichtspunten om zo het onderwerp in een grotere context weer te geven. Je ziet dus meer van een voorwerp in één en dezelfde afbeelding. Je kunt dit vergelijken met een voorwerp dat tussen spiegels staat en dan van meerdere kanten tegelijk te zien is.
Het kubisme wordt gezien als de meest invloedrijke kunststroming van de 20e eeuw. De term wordt algemeen gebruikt in combinatie met een grote verscheidenheid aan kunst geproduceerd in Parijs (Montmartre en Montparnasse) of in de buurt van Parijs (Puteaux) in de jaren 1910 en gedurende de jaren 1920.
De beweging werd ontwikkeld door Pablo Picasso en Georges Braque. Later voegden zich Jean Metzinger, Albert Gleizes, Robert Delaunay, Henri Le Fauconnier, Juan Gris en Fernand Léger erbij. Een eerste invloed die tot het kubisme leidde, was de weergave van de driedimensionale vorm in de late werken van Paul Cézanne. Er werd een overzichtstentoonstelling van de schilderijen van Cézanne gehouden in de Salon d'Automne van 1904. Daarna werden de werken getoond op de Salon d'Automne van 1905 en 1906, gevolgd door twee herdenkingstentoonstellingen na Cézannes dood in 1907.
In Frankrijk ontwikkelden zich opvolgers van het kubisme, waaronder het orfisme, abstracte kunst en later het purisme. De impact (het gevolg) van het kubisme was verstrekkend en veelomvattend. In Frankrijk en andere landen ontwikkelden zich het futurisme, suprematisme, dada, constructivisme, vorticisme, De Stijl en Art Deco zich als reactie op het kubisme. Vroege futuristische schilderijen hebben met het kubisme gemeen dat er een versmelting is van het verleden en het heden. Ook de weergave van verschillende gezichtspunten van het onderwerp dat tegelijkertijd of achtereenvolgens wordt afgebeeld (ook wel meervoudig perspectief, gelijktijdigheid of veelvoud genoemd), terwijl het constructivisme werd beïnvloed door de techniek van Picasso om beeldhouwkunst uit afzonderlijke onderdelen te construeren (samen te stellen). Andere rode draden (onderlinge verbanden) tussen deze ongelijksoortige bewegingen zijn de vereenvoudiging van geometrische vormen als driehoeken, vierkanten en cirkels en de overeenkomst van de mechanisatie en het moderne leven.
Geschiedenis
Binnen de beweging van het kubisme zijn een aantal fasen aan te wijzen. Het begon met het vroege kubisme of protokubisme in 1906. Een volgende fase is het hoog kubisme (1909-1914). Tussendoor had je tussen 1910 en 1912 het analytisch kubisme, waarbij onderzoeken en experimenteren een grote rol speelt. Ten slotte krijg je het late kubisme of synthetisch kubisme. Dat bleef van belang tot rond 1919, toen het surrealisme aan populariteit won.
Je kunt wel zeggen dat het kubisme bij de gevestigde orde zoals de officiële salons en kunstacademies een schokgolf teweegbracht. De kubisten presenteerden hun werk dan ook op de Salon des Indépendants (tentoonstelling van de onafhankelijken). De kubisten waren zich ervan bewust dat ze uitleg moesten geven aan het grote publiek. Het was hen vooral te doen om het vormonderzoek. Vandaar ook dat de kleuren bleek en grijzig waren.
De eerste tentoonstelling werd besproken in het nummer van 8 oktober 1911 van The New York Times. Het verbaasde de Amerikanen, die gewend waren aan realistische kunst. De krant liet de lezers kennismaken met de experimentele stijlen van de Europese avant-garde, waaronder het fauvisme, het kubisme en het futurisme. Men was verbaasd en begreep eigenlijk niet wat de kunstenaars ermee willen zeggen. Hoewel de berichtgeving in de pers uitgebreid was, was deze niet altijd positief. De tentoonstelling van de onafhankelijken die in een overheidsgebouw in Parijs had plaatsgevonden leidde tot een rel. Dit kon toch echt niet.
De tweede tentoonstelling was in 1912. Meer dan 200 werken werden getoond en het feit dat veel van de kunstenaars kunstwerken toonden die representatief waren voor hun ontwikkeling van 1909 tot 1912, maakte het tot een overzichtstentoonstelling.
Picasso en anderen hebben het kubisme ook toegepast in de beeldhouwkunst.
Architectuur
Het kubisme heeft ook lijnen naar de architectuur. Met name de kubistische beeldhouwwerken lieten zien dat er nieuwe driedimensionale mogelijkheden waren, ook voor in een gebouw (en niet alleen in een dakconstructie). Architecten als Peter Behrens en Walter Gropius werkten met de vereenvoudiging van het ontwerp van gebouwen, het gebruik van materialen die geschikt zijn voor industriële productie en het toegenomen gebruik van glas. Het zou invloed hebben op de latere Art Deco. De échte kubistische architectuur is vooral te vinden in Tsjechië, waarbij de vormen aan de buitenzijde van een gebouw doen denken aan een geslepen diamant of een kristal (facetten).