Koekoeksklok
Een koekoeksklok is een klok met een zogeheten slingeruurwerk. De koekoeksklok geeft net als een gewone klok aan hoe laat is, maar er is wat bijzonders aan de hand. Om het uur, halfuur of kwartier komt er een vogeltje uit de klok te voorschijn, die ook nog eens geluid maakt. Het vogeltje is vaak afgebeeld in de vorm van een koekoek, waar de naam van is afgeleid.
Rond 1730 is de koekoeksklok ontstaan in het Zwarte Woud in Duitsland. Met behulp van fluitjes werd de zang van koekoek nagemaakt. Deze werd toegevoegd aan het slingeruurwerk, wat al bestond. Aan veel koekoeksklokken zie je ook dat de koekoeksklok oorspronkelijk in Duitsland is ontstaan. Zo wordt er veel gebruik gemaakt van esdoornbladeren, hazen, vossen en takken. Dit is vaak gesneden uit hout aan op de voorkant van de klok geplakt. De klok zelf heeft de vorm van een vogelhuis. Onder de klok hangen de klepel (vaak ook versierd) en de gewichten. De gewichten zorgen er voor dat de wijzers na de goede kant bewegen. De klepel is een soort van slinger die heen en weer beweegt. De klepel zorgt ervoor dat de wijzers überhaupt bewegen. Als een wijzer een bepaald punt bereikt, komt er een vogeltje uit een deurtje aan de voorkant van de klok. Tegelijk wordt een geluid afgespeeld. Op de uren is het zo dat het geluid net zo vaak wordt gespeeld als het aantal uit (bij 11 uur, dus 11 keer "koek-koek"). De hele klok is vaak donker van kleur. De wijzerplaat heeft daarom vaak witte Romeinse cijfers met witte wijzers. Dit zijn er bijna altijd twee, want een secondewijzer was toen nog niet mogelijk.
Heel lang waren koekoeksklokken erg duur. In de jaren 60 kwam hier verandering in. In plaats van ivoor werden de wijzers en cijfers van kunststof. De klokken werden vanwege het toegenomen toerisme in een fabriek gemaakt. De koekoeksklokken werden verkocht als souvenir.