Che Guevara
Ernesto Guevara, beter bekend onder zijn bijnaam Che Guevara, (Rosario, Argentinië, 1928 – La Higuera, Bolivia, 9 oktober 1967) was een belangrijke figuur binnen het marxisme en de Cubaanse Revolutie. Vanwege zijn opvallende uiterlijke kenmerken (denk aan de kenmerkende woeste bos haar en de doordringende blik in zijn ogen) was hij erg fotogeniek; een foto uit 1960 van fotograaf Alberto Korda (hier rechts) ging de hele wereld over. Voor communisten was hij een held. Voor veel anderen was hij een terrorist die verantwoordelijk was voor veel moorden op zijn tegenstanders.
Biografie
Che Guevara studeerde in 1952 af om dokter te worden. Voor zijn afstuderen maakte hij samen met biochemicus Alberto Granado een reis door Latijns-Amerika, omdat hij als vrijwilliger wilde werken in het Peruaanse deel van het Amazonegebied, waar er veel mensen met lepra waren. Na zijn afstuderen maakte hij in 1953 een tweede reis door Latijns-Amerika. Daar zag hij arme mensen op straat en naarmate de tijd vorderde, voelde hij zich steeds meer aangetrokken tot het marxisme; Che Guevara werd aanhanger van een communistische wereldrevolutie. Hij werkte lang samen met Fidel Castro, de leider van de Cubaanse revolutie
Guerrillastrijder
Che Guevara was ervan overtuigd dat er een revolutie nodig was om ervoor te zorgen dat het gedachtegoed dat hij aanhing (namelijk het marxistische gedachtegoed), werkelijkheid werd: zo iemand noemen we ook wel een revolutionair. Dat is iemand die het geweld niet schuwt om zijn doelen te halen. In communistische kringen is rondom Che Guevara een persoonlijkheidscultus ontstaan, aangezien veel communisten hem zien als een vrijheidsstrijder; Guevara wordt een symbool van het internationale communisme en een symbool van de revolutie genoemd, omdat hij gestreden zou hebben voor een gelijkwaardige wereld waarin iedereen op een gelijke manier behandeld wordt. Daarnaast wordt hij geprezen voor zijn afkeer van van het materialisme.
Nadat Gueverra door een deserteur was verraden, werd hij op 8 oktober opgepakt tijdens een missie van het Boliviaanse leger (die missie werd in opdracht van de CIA uitgevoerd). De CIA had hem liever in leven had gehouden, zodat de inlichtingendienst hem in zijn aanstaande gevangenschap zou kunnen ondervragen. Toch werd Guevara op 9 oktober door het Boliviaanse leger geëxecuteerd. Door zijn martelaarsdood kreeg hij van de Bolivianen de bijnaam Sint-Ernesto. Uiteindelijk kreeg Che Guevara in 1997 een staatsbegrafenis in Cuba. Hoewel hij al geruime tijd dood is, leeft zijn legende voort onder zijn sympathisanten. Tegenwoordig worden er nog steeds veel T-shirts en affiches gemaakt waarop het hoofd van Che Guevara staat afgebeeld.
Waar communisten hem zien als een rebel en een held, vinden veel andere mensen Che Guevara juist een massamoordenaar en terrorist, omdat hij veel doden op zijn naam heeft staan en meegeholpen heeft aan verschillende pogingen om regeringen omver te werpen. Na de Cubaanse Revolutie heeft Guevara in zijn functie als procureur-generaal veel gevangenen zonder een eerlijk proces laten executeren. Guevara was op Fort La Cabaña verantwoordelijk voor de berechting van tegenstanders van het nieuwe regime, wat hem de bijnaam De slachter van La Cabaña opleverde.